Het moet maar eens gezegd worden.
Biljarters houden er vreemde gewoontes op na.
Je komt spelers tegen, die zonder bezwaar voor een koopje zo maar een keu overnemen van iemand anders. Zonder al te veel mitsen en maren gaan ze met die keu spelen.
Er is niet gekeken naar balans, gewicht, pomerans en stootgedrag.
Een rubberen dop onder de keu wordt dikwijls niet of laat vervangen.
Sommigen kijken je verbaasd aan, als je hen voorstelt om de keutop eens te reinigen met een sopdoekje. Daarna lichtjes opwrijven met glaswol en later een wollen doek.
In de loop der jaren! zet zich vocht, vet en zout af op het hout van het topeind.
Vooral de keus in het rek aan de wand worden op sommige plaatsen slecht onderhouden.
Het kan nog erger. Bij een club met veel recreatieve biljarters, waren er een aantal die voor veertien euro een (pool)keu op de kop hadden getikt bij een supermarktwinkel.
De keu was te lang, te zwaar en had een te zacht plastic topstukje op het topeinde.
Om de pomerans maakte niemand zich druk. Krijten en hard stoten was het devies.
Juist datgene, wat bepalend is in de afstoot, een goed bekrijte kwaliteitspomerans, ontbrak.
Een aantal spelers was bereid om de keu in te laten korten om er een hard plastic topstukje en een goede pomerans op te laten aanbrengen. Gelukkig waren er ook een paar tot het inzicht gekomen, dat een andere goede keu kopen waarschijnlijk een betere oplossing was.
Probleemloos worden heel verschillende keudelen samengevoegd om tot een bruikbare keu te komen. Er zijn spelers die al jarenlang alleen maar gebruik maken van de beschikbare eendelige keus in het biljartcentrum. Ook die keus vertonen verschillen in gewicht en pomeransgrootte. Het is echt veel beter om met zorg een persoonlijke keu aan te schaffen.
Elke goede biljartleverancier kan u daar uitgebreid over informeren en adviseren.
Daar hoort natuurlijk ook goed biljartkrijt bij. Het is van groot belang, dat uw pomerans goed krijt aanneemt en niet na elke stoot een vleugje krijtpoeder op het laken achterlaat.
Proberen, kijken, navragen en onderling adviseren, kan een goed betrouwbaar krijtje opleveren, waar u veel speelplezier aan beleeft, zonder onnodige ketsers en een vuil laken.
Ik ga er dan wel van uit, dat uw afstoot gecontroleerd en technisch in orde is.
Voeg u niet bij het gilde van biljarters, die het nodig hebben om direct na de afstoot een serie fysieke capriolen uit te halen, waarbij omstanders en lampen enig gevaar lopen.
Soms kun je op de bandlijsten de butsresten van de agressie uit teleurstelling terugvinden.
Alles staat of valt met een goede pomerans op een kwaliteitskeu.
Pas dan kunt u met kennis van zaken, met een verzorgde biljarttechniek resultaat boeken.
Mij valt op, dat veel biljarters niet boven de keu staan met hun gezicht, als ze afstoten.
Ze kijken dus enigszins schuin naar de plek, waar ze willen afstoten. Daardoor wordt dikwijls ongewild enig zijeffect op de stootbal aangebracht. Bij het ouder worden valt het soms niet mee, om de gewenste biljarthouding optimaal aan te nemen. Soms moet je het maar nemen zoals het komt en daar vrede mee hebben. Het lichaam kent op den duur haar beperkingen bij het toenemen van de leeftijdjaren. Mijn verbazing richt zich ook op het enorme aantal vrijblijvende huis tuin en keuken biljartdocenten. Het meest gehoorde advies is dan: “Ik speel deze bal altijd zo!” Dat mag je dan nadoen. Het waarom, de voor en nadelen, de technische achtergrond en vooral de totaalvisie op de sport ontbreekt daar nogal eens.
Goedbedoelde vrijblijvende ongefundeerde adviezen doen soms meer kwaad dan goed.
Een volgende docent? kan zo maar in alle vrijheid iets heel anders beweren en aanprijzen.
Jammer, dat de bond en de bondstrainer geen instructieve informatie vrijgeven, om de biljartsport in ons land op een hoger plan te brengen. Gelukkig zijn er een paar auteurs,
die hun ervaring en kennis voor iedereen beschikbaar gesteld hebben in (boek)publicaties.
Doe er uw voordeel mee en beleef veel biljartplezier met goed materiaal en kennis van zaken.
Tot een volgende keer maar weer.
Cas Juffermans – Oegstgeest.