Het is geen halszaak maar wel een onderdeel dat dikwijls tot opmerkingen leidt.
Eerst maar over het krijtje. Krijten zonder kijken doet mij altijd een beetje vreemd aan. Je smeert het er niet af, van boven naar beneden, maar je strijkt het op de pomerans naar de top, vanuit een krijthoekje. Als het krijtje slijt is het beter om het omvattende papier weg te snijden, tot een centimeter van de bodem. Soms blijft er zoveel papier aanwezig, dat er meer krijt af, dan op de pomerans terecht komt. Het is ook beter om te kijken of het krijt er op komt en goed contact maakt. Soms rommelt men maar wat en kijkt dan vreemd op als er geketst wordt. Natuurlijk niet boven tafel krijten. Rustig en goed krijt opbrengen geeft eveneens wat bedenktijd, zoals ook een schaker die benut, alvorens de volgende zet/stoot te doen. Er zijn keubeentjes die volledig blauw zijn en ingesleten zijn door de draaikracht van de krijter. Leg het krijtje met de bodem op de bandrand en niet met de krijtkant op de bandrand, waardoor poeder achterblijft.
Vreemd vind ik het, als het krijtje steeds achterblijft op het tafeltje naast het biljart. Neem het algemene krijtje mee naar het biljart en laat het na gebruik achter op de bandrand. In veel gevallen heeft men een persoonlijk krijtje beschikbaar ,waar men voldoende vertrouwen in heeft bij gebruik. Dat neem je mee als je gaat zitten na een misstoot. Als een krijtje in een gesloten montuur zit, dan is goed krijt opbrengen ook veelal willekeurig. Zelf plak ik de bodem van mijn krijtje met een druppel bisonkit vast op de bodem van een laag afgesneden plastic montuurtje. Makkelijk te verwijderen en te vervangen door een nieuw krijtje.
Nu we toch bezig zijn over schoonhouden, weid ik nog even uit over eendelige keus in een biljartgelegenheid. In ons vroegere clubhuis heb ik ooit de keus met een sopje schoongemaakt en de pomeransen licht opgeruwd en de juiste ronding gegeven. Een binnen lopende biljarter dacht dat er nieuwe keus voor algemeen gebruik waren aangeschaft. Het was de eerste keer in jaren, dat de keus een reinigingsbeurt kregen. Het zal op veel plaatsen elders dikwijls niet veel anders zijn.
Het is niet vreemd, dat veel biljarters een persoonlijke twee- of driedelige keu aanschaffen. Of die keu de benodigde zorg krijgt waag ik in veel gevallen ook wel te betwijfelen. Het is niet uniek als men meldt, dat de pomerans er al een jaar of wat op zit. Een goed beschermdopje voor de pomerans, bij het opbergen in de tas/koffer, zie je ook te weinig. Een conisch beentje of ander beschermkapje kan schade aan de pomerans weghouden. In een fraaie biljartkoffer liggen de topeinden gefixeerd en kunnen dus geen pomeransschade oplopen. Je zou verwachten dat men in 2013 iets meer zorg heeft voor het persoonlijke materiaal.
Biljarts, ballen, laken en andere biljartattributen zijn op veel plaatsen perfect in orde. Het eigen keutasje wordt door sommigen alleen geopend en gesloten als er gespeeld moet worden, keer op keer, jaar na jaar. Een enkeling vraagt je dan, omdat er nogal veel ketsers plaatsvinden naar hun mening, om de pomerans even op te knappen. Daarna meent men weer voorlopig vooruit te kunnen. Een nieuwe pomerans laten opbrengen is blijkbaar te veel gevraagd. Er moet in die zin, vooral bij de recreatieve biljarters nog wel een inhaalslag gemaakt worden.
Een krijtje kopen schiet er nog wel eens bij in. Na een uurtje biljarten wordt nog wel eens vergeten om het krijtje ook in te leveren. In ons centrum brengen we nu 1 euro in rekening. Die euro wordt u niet in rekening gebracht als het zelfde krijtje weer is ingeleverd. Regelmatig blijken nieuwe krijtjes na twee uur biljarten tot onze verbazing veranderd en verouderd te zijn tot afvalkrijt. En dat voor de prijs van een krijtje van 75 eurocent!! We hebben nog een redelijk lange weg te gaan, voor de biljartsport de kroegsfeer volledig is ontgroeid. Als kroegspel mag het blijven zoals het is. In een goed geoutilleerde biljartzaal gelden andere regels.
Pijnlijk is dat menig dorp het laatste cafebiljart ziet vertrekken, omdat de bar en de menukaart de uitbater meer inkomsten opleveren. Die omzetderving komt ook voor in biljartcentra. Soms is economisch beheer van een biljartzaal/centrum alleen maar goed te doen, met de hulp van veel vrijwilligers. Vorenstaande maakt duidelijk dat we aan een ontwikkelingsproces deelnemen. Als de biljartsport haar plek in de Nederlandse ambiance wil behouden, dat moeten de handen uit de mouwen. Biljartballen en de bandlijsten maak je wekelijks schoon met een lauw sopje.Er ligt zout, vet en vuil op. De acquitstippen ook regelmatig duidelijker maken. Lampen afstoffen, onder de tafel stofzuigen en schone tafelkleedjes.
Een andere keer wat positievere kanttekeningen over biljartattributen in hun speelomgeving. Er zijn in de laatste decennia ook veel omstandigheden verbeterd in de biljartwereld. Gelukkig wel.
Cas Juffermans.