Dames op de club
Oh nee, zeker geen seksistische grappen over vrouwen in het algemeen of biljartende dames in het bijzonder. Maar een apart hoofdstuk over vrouwen en biljart is zeker op zijn plaats. Vrouwen hebben een geweldig positieve invloed op de sfeer binnen een biljartclub. De biljartsport, van oudsher een echte mannensport, is duidelijk veranderd nadat ook de dames een keu ter hand namen en zelfs …, sorry, en uiteraard ook doordrongen tot ons arbiterskorps of het bestuur. Het taalgebruik op de club is ten goede veranderd en als we een nieuwe keu-koffer nodig hebben, zijn die ineens in een groot kleurenassortiment te koop, omdat de leveranciers een geheel nieuwe markt hebben ontdekt. Het biljarthandschoentje, al jaren ingeburgerd als hulpmiddel voor de voor- hand, wordt opeens door sommige mannen aan beide handen gedragen en niemand kijkt er meer vreemd van op als op de achterkant van ons clubblad een grote advertentie staat van Hunkemöller voor een sportbeha. Dames gedragen zich anders, praten anders en biljarten anders. Vrouwen komen van Venus, man nen komen van Mars.
Neem nou onze Marleen op de woensdagavond. Marleen kan niet biljarten (maar daar zouden we het niet over hebben), maar Marleen komt ook niet op de club om te winnen. Marleen komt voor de gezelligheid en dwingt daarmee onbewust de mannen om eens na te denken over hun fanatisme, dat ongetwijfeld af en toe een beker oplevert, maar zeker nooit het plezier dat Marleen aan het biljarten ontleent. Marleen ziet er voor haar leeftijd ook héél goed uit (maar daar zouden we het niet over hebben), zodat er nu een wachtlijst is voor de woensdagavond en de overige avonden met een zekere leegloop te kampen hebben.
Om het tij te keren, heeft ons bestuur verordonneerd dat alleenstaande mannelijke leden van boven de 50 jaar verplicht lid moeten worden van de maandagavond. Sindsdien is Marleen ook lid geworden van de maandagavond, maar dat even terzijde.
Onze Froukje lijkt in het geheel niet op onze Marleen. Nou ja, een beetje dan want ze kan ook niet biljarten (maar daar zouden we het niet over hebben), maar voor de rest is Froukje totaal anders dan Marleen. Froukje wil wel winnen en heeft dan ook biljartles genomen. Met als enige referentie haar rijbewijs had Froukje ingeschat dat 112 lessen wel voldoende moesten zijn, maar dat viel zwaar tegen. Froukje is nu aan haar 4e instructeur toe; de vorigen zijn allemaal van ouderdom overleden. Froukje is buitengewoon realistisch en zegt wel eens: “Voor theorie heb ik een 10, maar voor praktijk een 6 min.” Dan zeg ik altijd: “Theoretisch klopt dat, maar in de praktijk zie ik er niets van”. En dan krijg ik een zoen van Froukje, want dat deed ze ook altijd bij haar vorige instructeurs als ze een opmerking weer eens niet begreep.
Met vrouwen op de club wordt het ook een stuk gezelliger. Ze nemen wat mee voor bij de koffie, ze praten rustig door tijdens het biljarten en ze zijn blij met elke aanwijzing die ze krijgen om een moeilijke bal wellicht toch nog te kunnen maken. Tijdens de koffie laten ze foto’s van hun kleinkinderen zien en af en toe zit er ge- woon een te haken tussen de partijen door. Mannen nemen nooit wat mee voor bij de koffie. Als een man wat meeneemt naar de club, dan is het zijn nieuwe vriendin. Dat is helemaal niet gezellig, want niemand spreekt verder Pools of Russisch. Tijdens de koffie laten mannen geen foto’s zien, maar hun nieuwe keu. Tegenwoordig is een kunststof keu helemaal in en mannen tarten allemaal de wetten van de logica door te denken (en luidruchtig te poneren) dat er een wetenschappelijke relatie is tussen de prijs van een keu en de kwaliteit van hun spel. Dat is echter niet het geval. Als er al een relatie is tussen biljarten en geld, dan is er een omgekeerde relatie tussen de kwaliteit van het spel en de uitgaven aan de bar.
Tot mijn verbazing blijkt er overigens nauwelijks verschil te zitten tussen wat onze dames en wat onze heren aan het einde van de avond aan de bar moeten afrekenen. Ze zuipen allemaal even veel. Nou ja, gemiddeld dan, want ik kan niet biljarten, dus ik moet altijd het meeste afrekenen.
Tenslotte een van de meest intrigerende dingen die vrouwen doen bij ons op de club: ze nemen hun hond mee. Dat varieert van niet in bedwang te houden Amerikaanse buldoggen tot schoothondjes van het formaat muis. Nu weet iedereen dat honden niet biljarten, dus moeten die beesten óf bezig gehouden worden als het baasje moet spelen óf het baasje neemt de hond mee naar de biljarttafel. Dat laatste levert altijd komische taferelen op. Soms ligt de hond rustig onder het biljart en reageert al- leen als een van de spelers op zijn staart trapt. Maar meestal rent de hond hijgend rond het biljart in een poging de rollende ballen van de tafel te happen. Het wordt helemaal leuk als de tegenstander, meestal een man, bang is voor honden. Dan wordt de stoot niet bepaald door de positie van de ballen op tafel maar door de positie van de hond naast de tafel. Liever van rood en dan missen dan van wit zoals het zou moeten en dan een knauw in je kuiten. Niet dat een hond dat ooit zou doen, want volgens het baasje “doet ie nooit wat”. Volgens de tegenstander is dat ab- soluut geen garantie omdat iemand die bang is voor honden weet dat een hond niet luistert, weet dat een hond kan ruiken dat je bang bent en weet dat resultaten uit het verleden geen garanties bieden voor de toekomst. Maar ja, laten zien dat je met je 1,95 meter en 110 kilo bang bent voor honden is ook weer zowat tegenover al die dames op jouw clubavond, dus worden de rond gebrachte stukjes kaas en worst opgespaard tot het moment van “de wedstrijd tegen de hond” en wordt de hond vervolgens koest gehouden door als een waar Klein Duimpje regelmatig worst- en kaaskruimels rond het biljart te strooien. Wederom een slechte logica, want in de eerste plaats trekt dat andere honden aan en in de tweede plaats hebben honden wat eten betreft een prima geheugen. Bij die speler moet je zijn!