De jaarvergadering
Precies om 10 minuten voor half negen, dus 20 minuten te laat, opende Jos de jaarvergadering van Biljartvereniging “Te Weinig Keus”, zoals gebruikelijk afgekort tot BC TWK, of nog korter als men vroeg: “Biljart jij bij de Keus?”. De vereniging telde slechts 24 leden en biljartte al meer dan 50 jaar in het plaatselijke café van een klein dorpje in Noord-Holland. Het zou een zware avond worden. De contributie moest omhoog, de secretaris was met ruzie weggelopen en er had zich een vrouw aangemeld op de club; de eerste in het bestaan van de vereniging. Niet dat de club tegen vrouwen was, maar het was gewoon nog nooit gebeurd. Maar nu had Mieke zich aangemeld en Mieke was vaste klant van het café waarbij ze de afgelopen jaren meer belangstelling had getoond voor de inhoud van haar glas en de vele heren aan weerszijde van haar aan de bar dan aan het biljartspel van de club op de woensdagavond.
Jos hamerde op de stamtafel en wilde nu wel eens beginnen. Bij de eerste drie punten van de agenda bleef het nog rustig, maar daarna sloeg onmiddellijk de vlam in de pan bij het voorstel om de contributie met 20 euro per jaar te verhogen. De leden zagen dat niet zitten. Nu zien leden van welke vereniging dan ook een contributieverhoging nooit zitten, maar de leden van “De Keus” legden een directe relatie tussen de noodzakelijke verhoging van de contributie en het consumptiegedrag van alle bestuursleden die er, in de ogen van de leden uiteraard, te vaak van uitgingen dat ze “in functie waren”.
Jos had zich echter gedegen voorbereid en rekende voor de aanwezige leden even uit hoe de post “Representatie bestuur” op de begroting tot stand was gekomen. Elke week vergaderen met vijf man, zes consumpties per man tegen gemiddeld 2 euro per consumptie, leverde een bedrag van die ruim 3.000 euro op. Dat hadden de leden zelf ook wel kunnen uitrekenen, maar de wedervragen waren natuurlijk: “Waarom elke week vergaderen, waarom zitten er vijf man in het bestuur en waarom zes consumpties en niet vier?” Daar had Jos geen overtuigend antwoord op, zodat al bij agendapunt 4 de vertrouwensvraag werd gesteld. Als de leden geen vertrouwen hadden in het bestuur, stapten ze met z’n allen op en dan zochten ze het maar uit. De vergadering ontaarde in een chaos omdat de ene helft het bestuur naar huis wilde sturen en de andere helft niet. Uiteindelijk werd er een compromis gevonden. Het bestuur zou niet vergaderen tijdens de vakanties en het aantal te declareren consumpties zou beperkt blijven tot vijf. Aangezien de secretaris toch al met ruzie was vertrokken, besloten de leden het aantal bestuursleden terug te brengen tot vier en vonden dat Gerrit, als “lid algemeen” in het bestuur, best de secretariaatswerkzaamheden kon overnemen. Voordat Jos dit prima compromis wilde vaststellen, vroeg een wakker lid nog even het woord. Hij had uitgerekend dat het consumptiegedrag van het bestuur hiermee op zo’n 2.000 euro per jaar kwam, dus 1.000 euro minder dan begroot, maar nog veel belangrijker: 500 euro minder dan alle voorgaande jaren. Met 24 leden betekende dat een contributieverlaging van 21 euro per lid. Uiteraard was iedereen het hiermee eens en onder luid applaus werd de penningmeester aan het werk gezet om de begroting voor volgend jaar aan te passen.
Het agendapunt bestuursverkiezingen kon vervallen, zodat direct doorgegaan kon worden met de aanvraag van Mieke. Nu was Mieke toevallig niet aanwezig die avond en dat praatte wat makkelijker. Nou ja, makkelijker, de meeste leden voelden zich juist wat ongemakkelijk, omdat ze allemaal wel eens naast Mieke aan de bar hadden gezeten en bij sommige leden en Mieke was er ook wel eens “wat gebeurd”, althans volgens een hardnekkig gerucht dat al jaren door de club ging. De voorzitter wees op twee artikelen van de statuten. In lid drie stond dat “natuurlijke personen” lid konden worden van de club, dus geen onderscheid tussen mannen en vrouwen. Dat vond iedereen in deze tijd ook wel terecht, maar in lid 17 stond dat een lid ten minste een moyenne van 0,50 moest spelen. Kon Mieke eigenlijk wel biljarten? Dat vonden de leden geen probleem en zes man boden spontaan aan om Mieke de beginselen van het biljarten in hun vrije tijd bij te brengen. Kortom, geen bedenkingen, Mieke mocht komen. Om half tien begon Jos aan de rondvraag. Die duurde tot half twaalf omdat elke vraag tot twintig andere vragen leidde en iedereen vooral praatte en niet luisterde. De meeste tijd ging zitten in een vraag van een lid om andere vestjes aan te schaffen. Daar waren de leden het binnen één minuut over eens, maar vervolgens kwamen ze er niet uit welke kleur er dan gekozen moest worden. Uiteindelijk werd er een commissie benoemd die met een voorstel naar het bestuur moest komen. Mieke, weliswaar niet aanwezig, werd wel benoemd tot lid van de kledingcommissie omdat iedereen ervan overtuigd was dat vrouwen meer verstand hadden van kleding dan mannen.
Om half twaalf sloot Jos de vergadering en bracht de sfeer weer helemaal terug in de vereniging met de woorden: “Tot één uur gratis drinken op rekening van de club”.
Op dat moment kwam, onder luid gejuich, Mieke binnen. De voorzitter feliciteerde Mieke met haar lidmaatschap en vertelde haar dat ze was benoemd tot lid van de kledingcommissie. Mieke keek echter in het geheel niet blij. Ze hield haar jas aan en legde tegenover de ademloos luisterende leden een verklaring af. Sinds kort had ze een relatie met de secretaris die zojuist bij de club was vertrokken. Uiteraard was ze solidair met hem en samen gingen ze op een andere biljartvereniging, waar zowel haar nieuwe partner als zijzelf direct in het bestuur waren gekozen. De contributie daar was iets hoger, maar de bestuursvergoeding was daar wel weer veel beter, zodat de keuze snel gemaakt was. Ze wenste iedereen het allerbeste en wilde weer vertrekken. Iedereen was met stomheid geslagen, doch één lid verbrak de stilte en vroeg: “Mieke, kun jij eigenlijk wel biljarten?” Mieke keek verbaasd op en zei: “Nee, natuurlijk niet, maar voor een bestuursfunctie is dat toch ook niet nodig?” en ze vertrok.