Inleiding
Humor en biljarten; gaat dat wel samen? Tenslotte is biljarten een serieus spelletje…, sorry, een serieuze sport en het is natuurlijk niet de bedoeling dat je een tegenstander uit zijn spel haalt door de tijd, die je op je stoel moet doorbrengen, vult met het tappen van moppen. Maar daar gaat dit boekje ook niet over. Een goeie biljartmop (daar zijn er overigens niet zoveel van) valt zeker on- der het begrip humor, maar humor is meer. “Humor ligt op straat” is een bekend gezegde. Dat geldt ook binnen de biljartsport. Wie scherp oplet, ziet tal van situaties die, meestal onbedoeld, buitengewoon grappig zijn. “Wie lacht niet, die de mens beziet”. En een biljarter is ook een mens, althans volgens de statuten van de Biljartbond. Een tegenstander die niet tegen zijn verlies kan, denkt daar wel eens anders over. Tenslotte kwalificeert een biljarter die zijn tegenstander of de arbiter voor “eikel” uitmaakt, de ander nog net als een organisch zelfstandig naamwoord, doch zeker niet meer als mens. Zelfs in die belediging zit overigens een humoristisch element, omdat het zoveel zegt over de speler die zich onbetamelijk uit. Die is onsportief, grof in de mond, houdt zich niet aan de regels en ontbeert het, met zijn woord eikel, ten ene malen aan creativiteit.
Maar wat is humor dan? We gaan even te raden bij Wikipedia:
“Humor kan gezien worden als een eigenschap van het menselijk denken en menselijke emoties. De werking van humor is gebaseerd op een zogenaamde dubbele binding: enerzijds creëert men een sterke associatie met het onderwerp van de humor in kwestie, zodat verteller en publiek deel uitmaken van het onderwerp of het ernstig nemen. Anderzijds wordt het zodanig gerelativeerd dat verteller en publiek afstand nemen van het onderwerp, er als het ware buiten gaan staan en het dus niet (langer) ernstig nemen. De dubbele binding die hierdoor in de hersenen ontstaat, leidt doorgaans tot lachen, al dan niet met tranen.”
In mijn optiek is dit één van de situaties waarin we iets als grappig beschouwen. We zetten de toehoorder bewust op het verkeerde been, waarna de “clou” een totaal andere wending krijgt. Maar humor vind je ook als mensen (onbewust) wat anders doen dan ze zeggen, als uitspraken voor meerdere uitleg vatbaar zijn of als gelijke gebeurtenissen zich in verschillende situaties her- halen. Situaties zijn vaak grappig als je verbindingen ziet, als de logica ontbreekt, als mensen niet meer kunnen relativeren of, gewoon leuk, als het noodlot toeslaat. In dit boekje heb ik grappige situaties opgeschreven die ik heb meegemaakt, maar ook die ik heb verzonnen om te voorkomen dat u relaties gaat leggen tussen door mij opgeschreven blunders en de mensen die u kent.
Overigens is “literaire” humor niet het enige waarbij u kunt lachen om de biljartsport. Er circuleren tal van filmpjes op Internet die de grappige kant van deze sport laten zien en ook de cartoonist heeft zich vele malen uitgeleefd op het onderwerp biljarten.
Ter afsluiting nog even Wikipedia: “Gevoel voor humor heeft betrekking op het kunnen begrijpen, aanvoelen of zelf bedenken van een bepaalde humoristische boodschap of grap.”
Tja, en daarmee raken we een gevoelig punt.