Lichaamstaal: niet te vermijden, dus wees er alert op
We communiceren met taal en met schrift, maar meer nog met ons lichaam. We noemen dat non-verbale communicatie. Onderzoek laat zien dat meer dan 50% van wat we opvangen in een gesprek bepaald wordt door de lichaamstaal van onze gesprekspartner. Vervolgens blijkt ook nog dat de wijze waarop iemand praat (toonhoogte en intonatie) ons meer vertelt dan de woorden die worden uitgesproken.
Onze eerste ontmoeting met een onbekend persoon wordt bijna geheel in beslag genomen door onze focus op de lichaamstaal van die onbekende. Wat hij of zij zegt tijdens de eerste beleefde kennismaking, ontgaat ons ten ene male en zelden herinneren wij ons nog de naam van die persoon, ook al heeft die dat duidelijk uitgesproken.
Via ons lichaam uiten we onze emoties en door de lichaamstaal van een ander “te lezen” proberen we er achter te komen wat die ander nu precies voelt of bedoelt. Als we geen kennis kunnen nemen van de lichaamstaal van iemand die ons wat wil vertellen, bijvoorbeeld via een e-mailtje, dan merken we hoe snel we die boodschap verkeerd kunnen interpreteren. Bedoelt iemand dat nou serieus of maakt hij een grapje? Als we tegenover iemand zitten, zien we dat onmiddellijk. Zelfs via de telefoon, als we de ander horen en dus ook zijn intonatie horen, kunnen er misverstanden ontstaan, omdat we die ander niet zien en dus zijn lichaamstaal niet kunnen “lezen”.
We lezen niet alleen iemands lichaamstaal, we maken er zelf ook veelvuldig gebruik van. Meestal onbewust, maar in bijna alle gevallen niet te vermijden. We gebruiken onze handen als we praten, ons gezicht “spreekt boekdelen” als we iets niet geloven en zelf onze hele houding past zich aan de situatie aan. Zo uitbundig als we kunnen zijn met onze vrienden in de kroeg, zo gereserveerd kunnen we met onze armen over elkaar achterover leunen aan tafel met onze chef tijdens een functioneringsgesprek.
Ook al zit u rustig op uw stoel tijdens de beurt van uw tegenstander aan de biljarttafel, aan uw houding en uw gezicht is te zien wat u vindt van het spel van uw tegenstander of de beslissing van de arbiter.
Zonder dat u ook maar één woord uitspreekt, kan een ander aan uw lichaamstaal zien dat u denkt: “daar heb je hem weer hoor met die klos”, “hallo, was dat geen biljardé?” of “allemachtig, wat een trage speler”.
Aan onze lichaamstaal is te zien wat we denken, hoe we ons voelen, of we al dan niet aandachtig luisteren en of we iemand aardig vinden of niet.
Pokerspelers proberen hun lichaamstaal zoveel mogelijk uit te schakelen (vandaar het woord pokerface); dat levert onmiddellijk een zonderling persoon op. Dat voelt als onbenaderbaar, gevoelloos en geheimzinnig, zelfs tot angstaanjagend aan toe. Los van religieuze overwegingen, het verbod op boerka’s is mede ingegeven door de ongewenste situatie die ontstaat als je in een ontmoeting of gesprek met iemand wiens gezicht je niet kunt zien, voor meer dan 50% niet weet wat die persoon nu precies bedoelt.
Lichaamstaal is een essentieel onderdeel van onze communicatie. In de psychologie is er veel onderzoek gedaan naar lichaamstaal en opleidingsinstituten springen daar gretig op in door cursussen te geven om beter met je lichaamstaal om te gaan. Vooral bij sollicitatietrainingen wordt er veel aandacht aan dit aspect gegeven. Ga niet achterover leunen met je armen over elkaar; dat is een afwachtende, defensieve houding. Buig wat naar voren, daarmee geef je aan dat je geïnteresseerd bent.
Het effect is dan ook meestal precies het tegenovergestelde van wat we willen bereiken. De ander prikt door de voorgewende lichaamstaal heen en voelt zich bedonderd. “Mooie praatjes”, denken we dan al gauw en iemand die ons voor de gek wil houden met zijn lichaamstaal, zal op andere gebieden ook wel niet te vertrouwen zijn. Die laatste conclusie mogen we natuurlijk niet zomaar trekken, maar de eerste wel: iemand die lichaamstaal voorwendt, probeert ons op het verkeerde been te zetten en dat stellen we meestal niet op prijs.
Lichaamstaal is de spiegel van onze ziel en als we daar dus iets aan willen veranderen, dan zullen we weer bij ons zelf te rade moeten gaan. Wie zich niet ergert aan zijn tegenstander of aan de arbiter, zal dat ook niet laten blijken. Dan hoef je geen moeite te doen om krampachtig aangeleerde lichaamstaal te gaan veinzen; je laat dan automatisch zien (zonder enige moeite) dat je je tegenstander of de arbiter respecteert.