Projectie: de kunst om wat anders de schuld te geven
Het woord Projectie kennen we natuurlijk allemaal, maar in de psychologie geven we daar een bijzondere betekenis aan. Van projectie is sprake wanneer men eigenschappen of emoties van zichzelf tracht te ontkennen, verbergen of verdringen door deze toe te schrijven aan iets of iemand anders. Het fenomeen is o.a. beschreven door Sigmund Freud, Carl Jung en Peter Gray. De voorbeelden van projectie zijn schier oneindig en in ons voorwoord hebben we er al een paar genoemd. Het gaat er bij projectie altijd om dat objectief gezien een probleem bij iemand zelf gezocht moet worden, maar dat die persoon niet kan leven met de negatieve gevoelens die daarbij optreden en als (onbewust) afweermechanisme de schuld bij iets anders of bij een ander gaat leggen.
Niet goed functioneren op het werk ligt aan je chef, aan je collega’s of aan de computer. Verliezen in de sport ligt aan het veld, de scheidsrechter, de temperatuur van het biljart, de muziek, de irritante tegenstander of zelfs aan een hoogst opmerkelijke constatering dat je veel “pech” hebt gehad (daar komen we in een volgende Column nog op terug). In het minst erge geval ligt het aan persoonlijke lichamelijke of emotionele omstandigheden als te veel aan je kop, problemen op het werk , problemen in de familiesfeer of een opkomende verkoudheid. Natuurlijk kan dat, maar het is wel opmerkelijk dat dit soort excuses nooit geuit worden als iemand heeft gewonnen.
Iemand die zich bedient van projectie houdt zichzelf eigenlijk twee keer voor de gek. In de eerste plaats worden negatieve gevoelens (die iedereen wel heeft als hij verliest) verdrongen en geprojecteerd op iets of iemand anders, terwijl dat iets of die ander daar totaal niets mee te maken heeft. Maar in de tweede plaats denk je ook nog dat de persoon aan wie je je verhaal kwijt wil in de kantine of aan de bar, je nog gelooft ook! Dat is meestal niet het geval, maar om vriendelijk te zijn wordt je klaagzang geduldig aangehoord en probeert de toehoorder in het beste geval het gesprek op een ander onderwerp te brengen (in het slechtste geval word je gezien als een zeurpiet en dien je op zoek te gaan naar een nieuw slachtoffer).
Laten we eens wat dieper ingaan op de oorzaken van dit afweermechanisme. We hebben allemaal een beeld van onszelf en willen dit beeld zo positief mogelijk hebben. Niemand vindt zichzelf alleen maar stom, dom, lelijk, onhandig, enz. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk, maar die mensen moeten misschien eens beter naar zichzelf kijken of hulp zoeken. Wanneer je slecht presteert, komt dit niet overeen met het beeld wat je van jezelf hebt. Dit veroorzaakt een innerlijk conflict en je zal er alles aan doen om dit conflict te vermijden of zo klein mogelijk te maken. Innerlijke conflicten zorgen er namelijk voor dat je je ongemakkelijk en nerveus gaat voelen. Als je negatieve eigenschappen of prestaties toeschrijft aan externe factoren, verminder je dit conflict. Mensen hebben, in het verlengde hiervan, ook de neiging (kan ook erg onhebbelijk zijn) om positieve eigenschappen en goede prestaties luidruchtig aan zichzelf toe te schrijven. Dit versterkt namelijk het beeld wat je van jezelf hebt. Overigens geldt dit fenomeen voor ons hele wereldbeeld. Als jij voor jezelf een beeld hebt gevormd over iets of iemand en je krijgt informatie die het beeld bevestigt, kun je deze informatie beter onthouden dan informatie die het beeld ontkracht. Deze informatie doe je vaak af als niet belangrijk, niet juist of je onthoudt het voor het gemak gewoon niet.
Negatieve gevoelens die we niet willen erkennen; in de psychologie heet dat de schaduwkant van de mens. Door een negatief en subjectief gevoel (schaduwzijde) te projecteren op een ander, verlegt iemand als het ware een innerlijk conflict en daarmee ook de oorzaak. Om u enigszins gerust te stellen: iedereen heeft een schaduwkant en dat hebben we al vanaf het begin van de mensheid.
Freud ging heel ver in zijn verklaring door zelfs religie als een projectie (een illusie) te zien van mensen die hun eigen verantwoordelijkheid niet durfden te nemen. Daar mag u zelf een oordeel over geven, maar feit is dat projectie een vorm van “weglopen” is van onze eigen verantwoordelijkheid. Soms is dat, vanuit extreem dramatische omstandigheden of ervaringen, het enige redmiddel om nog enige zin aan dit leven te ontlenen, maar meestal staat projectie een evenwichtig leven in de weg.
Op het moment namelijk dat we wel aandacht schenken aan negatieve gevoelens, kunnen we er wat mee. Uw spel wordt niet beter als u de misser toeschrijft aan het licht boven de tafel of de kwaliteit van uw tegenstander. Uw spel wordt beter als u zich realiseert dat u verkeerd hebt gestoten en gaat analyseren waar dat aan ligt.
U kunt zich ook eens afvragen waarom het zo erg is dat u verliest? Natuurlijk is dat vervelend, want winnen geeft een veel beter gevoel, maar zijn dat nu zulke negatieve gevoelens dat u daar niet mee om kunt gaan? Het hele leven bestaat toch alleen maar uit een opeenvolging van positieve en negatieve ervaringen? De vreugde van een nieuwe auto wordt misschien dezelfde dag al verknalt door uw eerste krasje, de blijdschap van een gratificatie die getemperd wordt door een wasmachine die het precies dan laat afweten en zo kunt u nog veel meer voorbeelden verzinnen.
Weglopen van al die emoties maakt het leven wel heel erg gecompliceerd en meestal snapt u dondersgoed dat u uw verantwoordelijkheid daarin moet nemen. Wie om kan gaan met negatieve emoties wordt daar sterk van. Niemand is perfect en de “berusting” daarin brengt inderdaad rust in uw leven.
Kijk ook eens naar anderen en neem eens een voorbeeld aan de darters op topniveau die na een verloren partij hun tegenstander uitbundig feliciteren en vaak om de nek vliegen. Dat toont heel volwassen en geeft blijk van een evenwichtige persoonlijkheid van iemand die om kan gaan met teleurstellingen. Eigenlijk hebben we daar allemaal veel meer respect voor dan voor collega-sporters die na afloop van een wedstrijd alleen maar lopen te klagen, toch?