Afmetingen van het biljart:
Maten in cm | Oefen biljart | Klein biljart | Wedstrijdbiljart klein |
Wedstrijdbiljart groot |
A | 180.00 | 210.00 | 230.00 | 284.50 |
B | 90.00 | 105.00 | 115.00 | 142.25 |
C | 22,50 | 26.25 | 28.75 | 35.50 |
D | 45.00 | 52.50 | 57.50 | 71.00 |
E | 11.75 | 13,75 | 15.00 | 18.25 |
Houdt bij plaatsing van een biljart altijd rekening met het feit dat u voor het bespelen van dat biljart rondom ± 1,50 meter extra ruimte nodig zult hebben om überhaubt te kunnen spelen. Dat is iets meer dan de lengte van de gemiddelde keu. Voor een wedstrijdbiljart klein heeft u dus minimaal een ruimte nodig van ongeveer 5,20×4,05 m.
Verlichting:
De onderkant van de lampen boven een biljart moet zich op minimaal 80 cm. boven het laken bevinden. De binnenkant van de lampkappen moet wit zijn. De lampen dienen voorts zodanig te zijn aangebracht, dat het gehele speelvlak zoveel mogelijk gelijkmatig wordt verlicht en een speler door de verlichting niet op onredelijke wijze wordt gehinderd.
Algemene grondbeginselen:
Veel van de volgende stellingen en afbeeldingen zijn op rechtshandige spelers gericht. Vanzelfsprekend kunnen spelers, die de linker hand als stuurhand gebruiken, evengoed biljarten. Optimaal zou natuurlijk zijn als een speler zowel links als rechtshandig met aangepaste lichaamshouding zou kunnen spelen.
Waar en hoe wordt een keu vastgehouden ?
Het is belangrijk dat u de keu daar vasthoudt, waar het u goed in de hand ligt en het als verlenging van uw hand of arm ingezet kan worden.
- Te ver achteraan vasthouden zal een pompstoot opleveren. Dat betekent dat de voorkant van de keu niet horizontaal maar op en af zal bewegen. Deze stoot is de meestvoorkomende oorzaak van “ketsen”. De pomerance glijdt bij een stoot met effect van het gladde oppervlak van de bal af.
- In deze zone losjes vasthouden. Stelt u zich voor dat u een klein vogeltje vasthoudt. Ook dan mag de grip niet te los of te vast zijn.
- Te ver naar voren vasthouden brengen schouder en bovenarm in het spel. Slecht raken en een slechte uitvoering van de stoot zijn het mogelijke gevolg.
- Zwaartepunt van de keu.
- Nieuwe keu’s zijn 2 of 3 delig. In het midden zijn ze door een houten- of metalen schroef verbonden. Deze verbinding moet flink vastgeschroefd worden, maar mag echter in geen geval té vast dichtgeschroefd worden.
- Hier bevindt zich de grip voor uw stuurhand. Afhankelijk van de stoot of figuur kan deze zone dichterbij of verder van de aanspeelbal liggen.
Er zijn veel mogelijkheden om de keu met de hand vast te houden. Onnodige en hinderlijke spanning kan men vermijden door de keu op de middelvinger te leggen en vervolgens met de andere vingers te omvatten. De wijsvinger en de duim moeten losjes blijven en de beweging niet beinvloeden, omdat het anders gemakkelijk tot een verwrongen stoot kan leiden. Erg belangrijk is het om de hand en de “rug” van de hand lang en losjes te maken, omdat bij het maken van een vuist de spieren en zenuwen in uw onderarm extra arbeid uitvoeren. Deze arbeid heeft een ongunstige invloed op de afstoot.
Als u neigt tot vastgrijpen moet u de wijsvinger ontspannen laten hangen. De grijphand houdt de keu maar net vast. De keu moet vrij kunnen bewegen en de hand moet de keu niet hinderen. Voor de houding van de onderarm en uw handgewricht geldt het de keu als een aktentas vast te houden. Niemand draagt een aktentas met verdraaid handgewricht of een schuine onderarm.
De lichaamshouding (stand der voeten, arm en hand)
Figuur 1 (juiste manier)
- Speelbal
- Bovenlichaam en hoofd zijn precies boven de keu geplaatst.
- De voeten moeten niet verkrampt, en ca. 45 graden in verhouding tot de keulijn geplaats worden.
- Lijn waarover de keu moet bewegen.
- Losse hand, moet zich precies boven de voet bevinden.
Goede balans door een ontspannen knie. De ogen precies boven de speellijn. De onderarm moet vrij (zoals een klepel van een klok) kunnen bewegen.
Figuur 2 en 3 (verkeerde manier) Ongemakkelijk, verstijfd, slechte balans. De arm schommelt zijwaards of wordt door het lichaam gehinderd. De ogen bevinden zich ter zijde van de speellijn en verhinderen precies plaatsen.
Er zijn veel manieren om een keu vast te houden. Belangrijk echter is er op te letten dat de keu een stabiele basis heeft. Daarvoor moet de hand tijdens de hele stoot op de tafel blijven liggen – te vroeg wegtrekken van de hand is veelal de oorzaak van een slechte afstoot.
De uitgangsbasis is de vlakke hand, die op het biljart ligt, zonder de keu vast te houden.
In de volgende stap omvat de wijsvinger de keu. De vingers liggen losjes tegen de keu. Een te gesloten keuvoering hindert de (voor)stoot., een te losse houding leidt tot mechanische onnauwkeurigheid. De speelbal wordt diep geraakt.
Schuif de middelvinger onder de keu en de speelbal zal bij een gemiddelde handgrootte iets boven het midden worden geraakt.
Bij een trekbal of bij de serie americaine is deze handvoering uitermate geschikt. Belangrijk is dat alle 4 de vingernagels op het laken liggen, terwijl de rug van de hand zo vlak mogelijk is. Als de kootjes wat uitsteken, betekent dit meestal een te verkrampte houding.