Libre: achtergrondinformatie bij het oefensysteem:
Bij de hiernavolgende 80 figuren handelt het zich overwegend om verfijnde stootvoorbeelden met als doel het verzamelen van alle drie de ballen op een zo klein mogelijk gebied. Als basis voor deze schetsen werd een matchbiljart met een goed, doch niet nieuw, laken gekozen. Het speelvlak is met de verbindingslijnen van de diamanten en de kaderlijnen voorzien. Dit lijnennet maakt een precieze plaatsing van de figuur mogelijk. De oplossing van iedere figuur is op alle biljartformaten mogelijk, echter zal in sommige gevallen de uitvoering aan afwijkende omstandigheden moeten worden aangepast.
De uitleg is kort gehouden en moet de speler enkel ondersteunen. Een wezenlijk onderdeel van een succesvolle oefening is het zelfstandig en creatief zoeken naar de oplossing. Dit zou door een te uitgebreide uitleg verhinderd worden.
Het trainingsdoel moet altijd de technisch zuivere oplossing van de figuur zijn! Het verzamelen van de ballen moet steeds in het door diamanten afgebakend veld van de rode bal geschieden. Een veld is dus 1/32e van het totale speelvlak. De leerwaarde van alle oefeningen is uitermate hoog, omdat men daarmee de basiskennis verwerft van de uitwerking van de stoottechniek, over de verdeling van krachten en over de veelvoud van oplossingen. Men zal ontdekken dat een oplossing die vroeger vermeden werd, nu verbluffend eenvoudig te bewerkstelligen is, hetgeen natuurlijk een positieve uitwerking heeft op het technische zelfvertrouwen.
Bij deze oefenfiguren heeft u niets te verliezen, daarom is het ook belangrijk dat u zich zelf niet voor de gek houdt. Een bal die buiten de veldbegrenzing blijft liggen, is niet goed uitgevoerd. Maar u heeft dan wel de bevestiging dat u op de juiste weg bent. Ondervind u veel problemen bij een bepaalde figuur, raadpleeg dan uw trainer of een goede en ervaren biljarter. Er met anderen over praten verhoogd het leereffect, u zult echter uw eigen, persoonlijke trainingsmethode zelf moeten vinden.
Of u deze oplossingen in de praktijk zult gaan gebruiken, is afhankelijk van diverse factoren. In sommige gevallen, bijv. bij het kunststoten, is de risicofactor erg groot. In geen geval zijn de hier geboden oplossingen in alle gevallen de enige goede mogelijkheid, temeer ook omdat in de praktijk maar zelden exact dezelfde figuren zullen voorkomen. Over het algemeen zal het niet mogelijk zijn om het hele oefenprogramma te trainen. Er zijn figuren, die doordat ze vaak voorkomen en omdat ze relatief eenvoudig zijn, meer waardevol voor de praktijk zijn. Dergelijke stoten vindt u onder het hoofdstuk “Oefenvoorbeelden voor beginners“. Als u deze oefenvoorbeelden bij voorbaat overslaat, zal dat op termijn tot problemen leiden, omdat ze nu eenmaal een belangrijk deel uit maken van het seriespel. Het zijn schemastoten, die zodanig opvallen, dat ze zich vaak in een andere vorm voordoen en door de geoefende speler relatief gemakkelijk kunnen worden gespeeld.
Om extra technische vaardigheden op te doen is de training van de kunststoten – “Oefenvoorbeelden voor experts” – zeer geschikt. Deze figurengroep is bij gebruik tijdens een partij echter risicovol, omdat men voor de tegenstander, bij het net missen van de carambole, een gunstige aanvangsstoot laat liggen. Een iets andere balpositie laat meestal de getoonde oplossingsvariant niet meer toe.
Na verloop van tijd werden andere oplossingen aangedragen, die in de praktijk als nuttig ervaren kunnen worden. Deze varianten vindt u bij de “Oefenvoorbeelden voor gevorderden” en zijn zondermeer te maken; men kan deze gebruiken, zonder dat dat ten koste van uw eigen kunnen gaat. Hoofdzaak is dat de speler inzicht krijgt in de variatierijkdom van het spel. Daarmee kan hij voor die oplossing kiezen, die hem op dat moment het beste lijkt.