De getekende posities zijn goed bruikbaar in een trainingsuurtje.
Bovendien is het model makkelijk te onthouden en te situeren op tafel.
Om vergissingen te voorkomen, geef ik u aanwijzingen voor de speelwijzen.
a Halfvol aanspelen op de tweede bal op rolstoothoogte. De stootbal komt voor de hoek op de korte band en draait goed uit naar 3. De tweede bal wijkt 30 graden uit en komt goed mee naar een verzamelpositie in de hoek bij 3.
b Een fraaie trekstoot, met gebruikmaking van hoeksplitsing, om het mikpunt te
bepalen op de aanspeelbal. Aanvullend effect op rechts is dan niet nodig.
De tweede bal komt goed rond, mee naar drie.
c De oplossing van positie b. is nu niet bruikbaar. Een mooie keerstoot naar
punt 15 is ideaal. Wel even opletten, dat u de stootbal iets onder de hartlijn
afstoot, om het terugkomen en keren te vergemakkelijken. Ook nu komt de
aanspeelbal mooi in de verzameling rollen naar bal drie.
d Halfvol naar twee en mooi rond, met veel links effect op de hartlijn.
Speel je de aanspeelbal te dik aan, dan steekt bal twee te recht over en kan een
klots veroorzaken, met de inrollende stootbal. Dus halfvol, of iets dunner.
e Een goed verzorgde doorschietstoot, met gebruikmaking van hoeksplitsing, moet resultaat geven. De hoeksplitsing geeft nu een mikpunt op de achterzijde van de aanspeelbal. Dat is de enige stootvorm waarbij u mikt op een mikpunt, dat gelegen is aan de voor u niet zichtbare achterkant van de aanspeelbal.
Aan de slag met het instuderen van deze mogelijkheden.
Vanzelfsprekend zijn er, gelet op uw capaciteiten, inzichten en de gehanteerde spelsoort,
ook andere interpretaties en oplossingen mogelijk. Veel plezier toegewenst met oefenen.
Met hartelijke groet. Cas Juffermans te Oegstgeest.