Of het nu een trekstoot of een doorschietstoot is, je kunt caramboleren zonder zijeffecten. Het mikpunt vind je door hoeksplitsing toe te passen. De ligging van de positie met de bijhorende hoek bepalen de afstoothoogte op de stootbal. Het gaat puur om carambolage. Er wordt even niet gekeken naar plaatsen en overhouden. De aanleiding voor deze tekening is de ervaring van spelers in ontwikkeling, dat er regelmatig bij trekstoten te veel of te weinig op de juiste trekstoothoogte wordt afgestoten. De positie van de drie ballen bepalen de hoek waaronder de positie moet worden bespeeld. Als de stootbal onder een beperkter hoek moet terugkeren, dan hoef je ook niet op maximale trekstoothoogte af te stoten. In de voorbeeldsituaties kun je de aanpak teruglezen. Een uurtje op trainen kan je veel wijzer maken en je inzichten in deze materie verdiepen. Bij het doorschieten kun je het doorrollen van de stootbal afremmen, door lager af te stoten op bal 1.Ook dat kun je terugzien in de tekeningen op het blad met voorbeelden. Er is al voldoende oefenstof beschikbaar over aanspeeldikten. Dat kun je in andere tekeningen voldoende vinden.
Cas Juffermans – Oegstgeest.