Nu vanaf de korte band.
Een logisch vervolg op een lastige situatie. Het aanspelen op de tweede bal vanaf punt drie is eenvoudig te doen. Halfvol aanspelen op rolstoothoogte, zonder aanvullend effect op rechts of links. Feitelijk maak je een onbedoelde dubbelroller. De aanspeelbal wordt opgeduwd naar een positie in de buurt van punt 35. Ook de derde bal, de raakbal, wordt enigszins opgeduwd naar die plek. Rustig en gecontroleerd aanspelen om goed verder te kunnen spelen.
Vanaf de stootbal bij punt 43 is het maken van de carambole een stuk lastiger. De aanspeelbal voldoende dik raken op drievierde vol op rechts. Dan wijkt de aanspeelbal niet te veel uit, naar de korte band en kaatst via de lange band naar een verzamelpositie bij punt 34/35. De tweede bal drievierde vol raken betekent dat je veel stootenergie aan twee meegeeft. Je stootbal verliest snelheid. Tweederde effect op links remt de rolsnelheid nog meer. Je moet wel, om de uitval van de stootbal om te buigen, richting punt 34/35, waar bal drie ligt te wachten om te caramboleren. Ik ben geen voorstander van aanspelen op grote afstand, op eenvierde of drievierde vol. Halfvol is ook op grotere afstand beter in te schatten. Je kijkt immers naar de rand van de bal, waar optisch de bal overgaat in luchtruimte naast de bal. De mogelijkheid om, ondanks de lastige ligging, toch tot een goed vervolg in verzameling te komen, is te gunstig om achterwege te laten. Het vraagt wel enige ervaring om met deze vorm van stootbeelden goed om te gaan. Een lange dwingende vloeiende afstoot, met een vaste stabiele stootuitvoering, is gewenst. Laat zien wat je kunt. Het loont wel.
Met hartelijke sportroeten.
Cas Juffermans.