Biljartgeschiedenis in
jaartallen, namen en gebeurtenissen.
In zijn biljartboeken toonde Cas Juffermans ons een overzicht van de biljartgeschiedenis in jaartallen, namen en gebeurtenissen. Onderstaand treft u dat overzicht, gerangschikt per jaartal aan en het is geplaatst met toestemming van Cas. Het copyright op deze teksten berust bij Cas Juffermans!
Biljartgeschiedenis in jaartallen
2040 vC
In de tombe van Kheti te Beni Hasan in Midden Egypte, ten noorden van Tell el-Amorna (2040-1640 v. Chr.) bevinden zich belangrijke afbeeldingen. Vrouwelijke figuren zijn betrokken bij vangspelen en jongleren met ballen. Symbolisch werd duidelijk gemaakt, dat de doorgang van ballen door een kegelpoortje, naar de Hades (dodenwereld) voor de Egyptenaren een bijzondere betekenis had.
470 vC
De beroemde filosoof Socrates, die leefde tot 399 v. Chr. zou een vorm van grondbiljarten hebben beoefend, samen met de wijsgeer Plato.
Opgravingen leverden geen enkel bruikbaar spoor om dit spelen te staven.
400 vC
Een filosoof met de naam Anarcharsis, zou in het oude Griekenland al een spelvorm hebben waargenomen, welke leek op het later bekende biljartspel.
57 vC
In dit jaar voor Christus stierf de Romeinse generaal Licinnius Luculles. Hij was bekend om zijn luxe levenswijze. In verslagen vermeldde men dat hij regelmatig een spel speelde dat te vergelijken was met het latere grondbiljarten.
12 vC
Keizer Caligula regeerde tot 42 na Chr. Als zoon van Germanicus en Aggrippina zou hij dikwijls een spel als grondbiljarten beoefenen. Het was afkomstig van de Perzen.
±125 nC
De overleden vorst Catkire More (deel Ierland) liet volgens overlevering aan Drimoth een aantal van 55 bronzen ballen, met bijhorende tafels en speelstokken na.
480
Het geboortejaar van monnik en geleerde St. Augustinus. In zijn boek “Confessiones” zou, volgens Aartsbisschop John Hughes (1850) van New York, een verwijzing staan naar een spelvorm, die doet denken aan het oorspronkelijke grondbiljarten.
1077
Paus Urbanus II organiseerde in 1077 de eerste kruistocht, ten tijde van het Concilie van Clermont. Bij terugkeer brachten de kruisvaarders Oosterse spelvormen mee.
Het grondbiljarten vond in die nieuwe balspelen haar basisvorm als oorsprong.
Beschrijvingen en afbeeldingen van vormen van grondbiljarten kwamen in beeld.
1085
Sir Reginald Mortimer keerde veilig terug van de eerste kruistocht. Hij vergezelde Richard Leeuwenhart op de tweede tocht. Terug uit Palestina brachten zij deze speelvorm bij, ook als oefening voor de lichamelijke conditie. Ook kloosters gebruikten de spelvorm op het binnenterrein als afleiding voor de bewoners.
1164
In de Franse taal werd het nieuwe woord “bille” aangetroffen, in relatie tot “bal”.
1165
De Parijse theoloog Jean Beleth adviseerde om zich niet in te laten met balspelen, omdat het verwees naar heidense riten over vruchtbaarheid, lente en oogstfeesten.
1226
In deze periode tot 1270, ten tijde van Lodewijk IX, ontwikkelt de biljartsport zich van een buitensport naar een binnensport. Het slaghout verandert tot schuifstok.
1250
In de dertiende eeuw was er al sprake van het woord “biljarten”.
Deze naamduiding is terug te vinden in het boek, “Roman de la Rose”.
1286
William Durande, de bisschop van Mende, klaagde over priesters die zich verlaagden tot balsporten met poorten, kegels en bogen (grondbiljarten!).
1300
De bestaande vorm van grondbiljarten, “paille mall”, was zeer verwant aan croquet en het golfspel. Er werd gebruik gemaakt van houten ballen en clubs (slaghouten/knotsen).
De speelbal moest in beweging gebracht worden, door hindernissen, naar ‘n doel/kegel.
1312
Het grondbiljarten was als spel meegebracht door de Ridders van de Tempeliersorde.
De orde was opgericht in 1188 om bij de kruistochten Jeruzalem te beschermen.
Bij terugkeer werden zij te machtig en invloedrijk. Om die ontwikkeling te stoppen werd de orde van de Tempeliers op 3 april opgeheven door Paus Clemens V.
1319
Een vorm van grondbiljarten, waarbij om beurten geslagen mocht worden, was terug te vinden bij de bewoners van Bazadais (Bazas zw. Fr. ?) in beschikbare documenten.
Zij speelden met het buurdorp een partij om het aantal slagen tegen een houten bal.
Tot ver in de zeventiende eeuw blijft deze spelvorm bekend. De ballen hadden een doorsnede van 10 centimeter.
Port and King Billiards en het Croquetspel vertonen veel overeenkomsten.
In het boek van Clive Everton- “ History of Billiards “wordt het jaar 1340 genoemd, als jaartal waarin het grondbiljarten algemeen bekend is.
1364
In een geschrift uit die tijd was sprake van een afscheiding bij het grondbiljarten en een omgekeerde in de grond geplaatste U-vorm om de houten bal doorheen te spelen.
Er is dan sprake van “une portelette, l’arceau of le archelet” in het Frans.
In dit jaar is er voor het eerst sprake van ivoren ballen in het grond(biljart)spel.
1369
Koning Karel V (De Wijze: 1364-1380) probeerde tevergeefs bij verordening van 3 april het grondbiljarten te beperken tot één dag per jaar, om uitwassen te beperken.
Geschiedkundige Siméon Lucie schreef, dat er soms, in plaats van een puntige stok, ook werd gespeeld in de richting van een geworpen twaalfkantig tolletje. (cochonnet)
1385
Uit de tijd van de honderdjarige oorlog (1338 tot 1453- tussen Britten en Fransen) zijn veel kwijtscheldingsbrieven bekend, waarin grondbiljarten ter sprake komt.
1387
In Picardie speelt Willardin Hamart met anderen een spel dat lijkt op grondbiljarten.
1389
In de abdij van St. Denis gaf koningin Isabella van Beieren een groot bal bij haar entree in het Franse hofleven. Zij loofde God om de goede smaak van de Fransen en noemde in de invitatie het kaatsen en biljarten als activiteiten van vertier.
1393
Aan het Franse hof liet Karel VI zijn gasten kennismaken, tijdens een gekostumeerd bal op 28 januari, met kaatsen, dobbelen, schaken en biljarten.
1416
In een document werd een partij omschreven, zoals gespeeld in Châteaudun.
Een staand houten voorwerp (paaltje/pin/king) diende als mikpunt (doel).
1426
In de Journal de Paris werd gesproken van een dame met de naam Margot.
Zij speelde verbazingwekkend goed, soms grappig, maar altijd elegant gekleed.
1429
In de Journal de la Ville van Parijs vermeldde Etienne Paquier dat ten tijde van Karel VII (1404-1461) een augustijner monnik een afwijzende preek over spelen hield. Hij noemde daarbij kaarten, knikkeren en! biljarten. Dat leidde in de steden tot de openlijke verbranding van goktafels, kaarten, biljarttafels en bijhorende schuifstokken.
Isabella van Beieren, de koningin moeder van Frankrijk, schrijft haar dochter Catharina van York, vrouw van Hendrik V (Eng.), dat Engelse soldaten biljart speelden in haar verblijf te Saint Pol, waar zij eveneens haar dierentuin had laten inrichten.
1450
De Franse dichter François Villon (Montcorbier) verwees in zijn geschriften naar de kolfstok en betuigde spijt over de door hem verspilde uren in café’s en speelzalen.
Zo deed ook een Parijse kloosterling, met als laatste tekstregel toch nog even een verwijzing naar een goede biljartgelegenheid in de St. Antoniusstraat.
1451
Op een miniatuur, in het gebedenboek van de hertogin van Bourgondië, stond bij de maand februari een groep spelers afgebeeld tijdens het La Crossespel, met butte, aardhoop, heuveltje of merkpaaltje, waarop gericht werd met de houten bal en stok.
Het fijnere lichtere slaghout om de “butte” te bespelen, droeg de naam van “billart”.
Op het schiereiland Ile Noirmoutier moesten jongelui buiten de stadsmuren spelen,
om te voorkomen dat door ruw spel op straat schade aan eigendommen zou ontstaan.
1469
Het is heel goed mogelijk dat Ferdinand II en Isabella van Castilië in hun huwelijksjaar ook het vilortaspel speelden. Deze vorm van grondbiljarten was zeker verwant aan het palle mail uit Frankrijk, croquet uit Engeland en baccie uit Italië.
Palle mail vormde de aanzet tot het ontstaan van kolfbanen (maliebaan), op ruime plaatsen waar gespeeld kon worden door liefhebbers. (mail-houten kolf)
1470
Het oudste beschikbare document, waarin de bouw van een biljarttafel werd genoemd, dateerde uit dit jaar. De bouwer was schrijnwerker Henri de Vigne. De onderlaag was van steen. De eigenaar was koning Lodewijk XI van Valois in Frankrijk(regerend van 1461 tot 1483). De tafel was acht voet lang en vier voet breed, woog 618 pond (1/2 kilo) en kostte 317 Pond (1 Pond – 20 Francs), zeven stuivers en 6 penningen. Het biljart was bestemd voor het verblijf van Versailles. In het midden was een gat, waar de ballen in moesten. Het biljartspel was vooral voor de geesteszwakke kroonprins. De lengte was ongeveer 244 cm ( 8 voet bij 4 voet) en de breedte 122 cm, op het stenen speelvlak. Het wegduwen van de bal van de tegenstander in het gat noemde men “hazard”(punt).
Dit biljart werd ook genoemd in de memoires van Olivier Le Daim, kapper en voorlezer aan het hof van Lodewijk XI. In de omschrijving was het biljart voorzien van een gepo“lijste leiplaat, een laken uit Beauvais en opstaande houten randen. In het midden van het speelvlak was een gat gemaakt. Het was een zeer fraai kunstwerk geworden.
Biljarten ontwikkelde zich in Frankrijk vanuit een spel dat leek op croquet.
1471
Over het kasteel van Karel VII te Angers werd vermeld, op de testamentaire inventaris-lijst, de aanwezigheid van drie houten biljarttafels en twee sets biljartballen.
1475
Op 6 juni zong een zekere Malenbouché een kort lied over het genoegen van biljarten.
1476
In een tijdperk dat zich uitstrekte tot ongeveer 1850, was er ook sprake van een spel “Klos” genaamd. Het leek met kegel, grondringen en schuifstok veel op grondbiljarten.
1480
Een verordening van Lodewijk XI, om greep te krijgen op de biljartzalen, was verspilde moeite, want nieuwe speelzalen werden gesitueerd in de voorsteden van Parijs.
Binnen het grondgebied van de stad Parijs mochten slechts 30 biljarts aanwezig zijn.
Op een Franse houtsnede waren drie schaapherders afgebeeld die grondbiljartten.
Er was een sterke gelijkenis op meerdere punten met het eveneens bekende croquetspel.
Grondbiljarten en croquet kunnen afgeleid zijn van het Italiaanse spel “Troca”.
1489
In het testament van Francois Villon is sprake van een biljart! om op te kolven.
1494
Koning François I regeerde tot 1547 in Frankrijk. In kasteel Fontainebleau speelde hij dikwijls biljartpartijen met de dichter Clément Marat. Zijn zoon, de latere Henri II speelde ook veel in zijn jeugd en gaf zijn biljartpassie door aan Diane van Poitiers.
De Franse dichter François Rabelais, inwoner van Chinon, adviseerde zijn vriend om uit alle spelen die hij kende (212) de voorkeur te geven aan biljarten.
In zijn boek over de reus Pantagruel verwijst hij in hoofdstuk 31 naar biljarten.
1500
In kasteel/landhuis The Manor of the Moor, waar Hendrik VIII en Edward VI wel verbleven, stond een biljarttafel, bedekt met een groen laken.
In Napels en later ook in Mantue en Florence is sprake van een spelvorm, gelijkend op het paille mall zoals het in Frankrijk wordt beoefend.
1511
Predikant Maillard moedigde zijn gelovige toehoorders aan om te gaan biljarten.
1514
Er is, in de lijst van een nalatenschap van Franse hertogin Charlotte s’Albret, moeder van de latere koning Henri IV, sprake van een biljarttafel met een groen kleed.
1525
Van Frans I tot en met Lodewijk XVI neemt biljarten een belangrijke plaats in, in het leven van de vorsten aan het Franse hof.
Ferdinand I (geb. in Spanje) laat in Wenen het Ballhaus bouwen, met o.a. biljarts.
1530
Karel V koning van Spanje, regerend van 1519 tot 1556, liet Lieven van den Goes drie tafels plaatsen in zijn paleis te Madrid. Hij was wel in voor nieuwigheden.
1540
Hernando de Soto, de Spaanse zeevaarder en krijgsman, liet bij de verovering van Florida een biljart ontschepen. Dat gaf hem verpozing, na ontdekkingsreizen op de Mississippi. Veel later voerden Walen uit België, via Manhattan biljarts in.
1550
In het plaatselijke museum van St. Lo, Normandië (Fr.), bevindt zich een zeer fraai beroemd gobelin, waarop de vormgeving van grondbiljarten (paille mall) is uitgebeeld.
In de volgende tachtig jaren werd biljarten een spel dat er helemaal bij hoorde. In Parijs bevonden zich tussen de 120 en 150 biljarttafels. De grootste maat was 12 bij 6 voet.
1551
De Franse vorst Henri III (regeerperiode1551-1589) wordt gekend als de persoon die de biljartsport sierde met de benaming van de “Noble game”.
1560
Tijdens de regeerperiode van Karel IX tot 1574, legde de Franse kunstenaar Henri de Vignes de regels van het grondbiljarten vast. Deze werden al langer gebezigd.
De hertog van Leicester, Robert Dudley, liet een biljarttafel plaatsen in zijn kasteel te Kenilworth. Hij was een gunsteling van koningin Elisabeth I.
Elisabeth I speelde geregeld in de avonduren biljart met de Graaf van Essex.
Naar verluid leefde er in Londen een geldschieter/lommerd, genaamd William Kew.
Deze heer had de gewoonte om regelmatig te spelen met de koperen ballen, die buiten zijn pand aan de muur hingen als teken van zijn werkzaamheden. De meetlat (yard-lat) op zijn toonbank vormde, naar gezegd, het speelgereedschap. Bill-yard!!
De achternaam Kew kon met enig passen en meten overgaan van queue naar keu!!
1565
Waarschijnlijk hebben Spanjaarden de biljarttafel (zonder hoekzakken) rond deze tijd meegenomen naar een gebied in de staat Florida.
1569
Henri IV van Bourbon verloor eens 200.000 daalders in een biljartpartij tegen de Portugees Pimentel. Spelen om geld was algemeen gebruikelijk in die tijd.
Een aantal partijen van Hendrik IV werden beschreven in de kronieken van die tijd.
1571
Edmund Spencer, hofdichter van koningin Elisabeth van Engeland, schreef de tekst: “With dice, with cards, with billiards far unfit with shuttlecocks, missemind manly wit.”
1572
Aan het Franse hof werd een soort (hand)biljarten gespeeld op een groene tafel.
Karel IX zou biljartballen en keu in de steek hebben gelaten, samen met de Graaf de Guise, om tijdens de Bartholomeüsnacht van 23 op 24 augustus te schieten op vluchtende Hugenoten in de rivier de Seîne. Hij verzuchtte: “Ik heb ook nooit een moment van ontspanning”. Dit is historisch onjuist. Ze waren toen niet in Parijs.
Historisch is deze anekdote onjuist, omdat het Louvres nog niet afgebouwd was.
1575
In dit jaar werd Henri III tot koning gekroond in Reims. Hij huwde Louise van Lotharingen. In het Chateau de Blois bevond zich een biljart in driehoeksvorm.
Bekende gerespecteerde biljarters uit die tijd waren de heren Persicots en Espolard.
1578
Londense financiers introduceren de bouw van biljarts in Holland.
1580
Biljarts zouden in Amerika voor het eerst zijn binnengebracht in St. Augustine, door Spanjaarden. Er is geen bewijs van te leveren. Het is meer waarschijnlijk dat Britse en Hollandse kolonisten daarvoor verantwoordelijk zijn geweest.
1587
Mary Stuart, koningin van Schotland, beklaagde zich tijdens haar gevangenisperiode in Fotheringay Castle over het feit dat haar biljart ruimte moest maken voor de executie-plek. Haar lichaam werd in het laken gerold.Tijdens Mary’s executie, op 8 februari, speelde Elisabeth van Engeland biljarten met aanwezigen uit haar gezelschap.
1588
De hertog van Norfolk had in zijn Howard House al een met groen laken bedekt biljart, waarop gespeeld werd met ivoren ballen.
Waarschijnlijk is de groene kleur gekozen omdat het doet denken aan gras(kleur).
In Parijs verschijnt voor het eerst een gedrukte verhandeling over het biljartspel.
1589
In zijn leven tot 1661 schilderde Adriaan Venne onder andere het bekende schilderij “ Het Biljartspel “. Daarop is, naast Willem van Oranje, één van de eerste biljartafbeeldingen te zien. De tafel kon model staan voor tafels uit de vijftiende eeuw.
Op bovenstaande afbeelding zien we van links naar rechts: Elizabeth Stuart (bijgenaamd de Winterkoningin), daarnaast de uit Grave afkomstige Amalia van Solms en tenslotte Prins Frederik Hendrik.
1590
Edmund Spenser beschreef biljarten als een verkwistend spel, in zijn boek “Mother Hubbard’s Tale.” Daarbij noemde hij ook de spelen dobbelen en kaarten.
1598
Henri IV (Fr.) speelde op 18 juni in het kasteel van Vervius een gedenkwaardige partij biljarten tegen maarschalk Biron en de prins van Joinville, tijdens de ondertekening van de vrede met Italië. Het gehele hof was aanwezig en genoot er van.
1599
De Engelse dichter Spencer, begraven in de Westminster, was een fervent biljarter.
1600
In de papieren van een Frans edelman werd melding gemaakt van een “biljartmanie”.
Zeker tot deze tijd, waren zijlatten bedoeld om de houten ballen op tafel te houden.
Een zekere Fransman Claude Billard? zou een soort biljartspel hebben ontworpen.
1605
De Engelse koning James I (James VI van Schotland), opvolger van Elizabeth I, was een liefhebber van grondbiljarten. Hij beschikte ook over golfclubs, om mee te spelen.
Hij liet een fraai biljart bouwen door de schrijnwerker Henry Waller. Zijn eerste.
De gangbare afmetingen waren toen nog 3.60 m. lang bij 1.80 m. breed.
1609
In het werk van Shakespeare liet de auteur in de vijfde scène van de tweede akte van Anthony en Cleopatra, een tekst uitspreken, welke verwees naar biljarten.
1610
In het boek “Billiardius Paulmiers” was sprake van een koninklijke dispensatie (toestemming) om publiekelijk biljarttafels of tennisbanen te beheren en te exploiteren.
Onder invloed van Lodewijk XIII werd biljarten een rage aan het hof.
Hij en zijn opvolger, Lodewijk XIV, hebben veel invloed gehad op de algemene verspreiding en popularisering van biljarten in Europa onder de welgestelden.
1611
De Engelse schrijver Cotgrave noemt in zijn dagboek de “keu” als stootvoorwerp.
1616
Ben Jonson verwijst in zijn toneelstuk “The devil is an Ass” naar de gladheid van de biljartbal.
1630
In Parijs waren tussen de 120 en 150 biljarts aanwezig in openbare gelegenheden.
De gangbare tafelmaten waren 10 bij 5 en 12 bij 6 voet lang/breed.
1634
tot hun etablissementen moesten reglementeren, om uitwassen te vermijden.
Welgestelden en edelen konden zich ivoren ballen permitteren, anderen houten ballen.
Een biljartzaal krijgt in Frankrijk meer en meer de benaming “academie”.
Zijn afstand van de troon maakte hij bekend, staande bij het biljart in het paleis.
Kardinaal Richelieu richtte op 16 mei de Koninklijke Academie voor Edelen op in de Rue du Vieille Temple te Parijs.
Biljarten was ook in het lesrooster opgenomen, naast militaire exercitie, wiskunde, geschiedenis en schermen. Er was plaats voor 70 studenten. Er was plaats voor 50 welgestelde en 20 eenvoudige burgerjongeren.
De 20 toegelaten jongedames van eenvoudige komaf verbleven er gratis.
Afgestudeerden studenten, met voldoende kennis van het biljartspel, konden toetreden tot het corps van de koninklijke musketiers.
1636
In mei kwam La Renouillère naar Parijs en mocht als profspeler in 120 biljartzalen spelen om geld. De standaardinzet was 200 daalders per partij. Als demonstratiespeler aan het hof, verwierf hij de gunsten van gravin Madame Turin, als latere echtgenote.
1640
Guillaume Henri Simon Simonis begint in Verviers de lakenfabriek.
Hij stond in die tijd ook bekend als “Le Mercier” (garen- en bandverkoper)
1643
Voor Lodewijk XIV was biljarten een zeer geliefde vrijetijdsbesteding.
In het paleis van Versailles was er de fraaie biljartzaal met de naam “Salon Diane”.
De eerste lessen ontving hij, op de leeftijd van 15 jaar, van zijn kamerdienaar La Porte en Chemillard.
In een edict van Lodewijk XIII is voor het eerst sprake van een -biljartacademie-.
Er wordt een beperking afgekondigd van de overdadige luxe in de fraaie biljartzalen.
Het biljarts kende twee pockets, twee houten ballen (8 tot 10 cm) een boog en een pin.
Met de eigen bal duwde men de tegenstander door de poort, tegen de pin en in de pocket. Per beurt kon men met deze score komen tot maximaal 9 punten.
1650
De dichter Jean de La Fontaine schonk Madame Lafayette een fraai biljart en in één van zijn beroemde fabels besteedde hij aandacht aan het biljartspel.
Schaken, kaarten en biljarten genoten ook bekendheid in Japan.
In Islington (Eng.) werd de beroemde herberg “The Angel” geopend, in een tijdperk waarin biljarten voor iedereen open stond, zoals William Hendricks het omschreef.
De gebogen schuifstok werd in Engeland ”baliyard/geoffry, in Spanje “velorto”, in Italie “biglia” en in Frankrijk “lihard” genoemd.
1652
Koning Lodewijk XIV noemt zijn vriend aan het hof, Michel Chamillard, een geweldig biljarter en een waardeloze minister, volgens een deel in een gedicht uit die tijd.
1655
Op zestien april vaardigde het stadsbestuur van Parijs een verbod uit op het hebben van een biljartgelegenheid, waar gelegenheid tot gokken werd gegeven.
Het speelvlak van veel tafels bestond uit marmer of metaal, bedekt met laken.
1656
Olivier Cromwell vaardigde een declaratie uit, waardoor shovelboarden, kaarten, dobbelen, kegelen, bowlen en biljarten in Engeland onder druk kwamen te staan.
1658
Leopold I (Oostenrijk) beschikte in het Schönbrunnpaleis, zijn zomerresidentie, over een weelderige en fantastisch gemeubileerde en gedecoreerde biljartsalon.
1659
In Engeland werd het gebruik van biljartlakens op de biljarttafel algemeen gangbaar.
De kwaliteit liet te wensen over. De frictie op het laken was groot, waardoor een met effect gespeelde bal een zichtbare curve in de rollijn kon vertonen.
1660
In het Knolehouse te Sevenoaks in Kent beheert de Engelse National Trust een klassieke biljarttafel. De tafel is rond 1900 enigszins aangepast met leiplaten en verende banden. Dat waren bij de bouw houtplaten en banden met viltstroken.
1664
In die tijd experimenteerde Dr. John Clayton uit Wigan (Lancashire – Engeland) om te komen tot een bruikbare verlichting met gebruik van aardgas.
Sommige bronnen noemen de graaf van Bedford uit Engeland, als degene die als eerste een laken legde op de houten ondergrond van een biljarttafel.
1665
Etienne Loyson publiceerde als uitgever “La Maison des Jeux Académiques” in Parijs.
Herdrukken verschenen in 1674, 1696, 1718, 1738 en 1753.
Daarin werden voor het eerst biljartregels omschreven. De schrijver was onbekend.
1666
Er waren in Parijs 57 gelegenheden om te tennissen (Jeu de Paume) of te biljarten.
1670
De Engelse koning Charles II regeerde van 1660 tot 1685. Hij vertoefde graag met zijn hofhouding in het St. Jamespark en speelde dan geregeld Pall Mall. Het speelterrein was bijna 1000 meter lang. Het leek soms meer golf dan croquet. De spelnaam was verengelst. De nabijgelegen straat werd Mall genoemd. Nu de benaming van een groot winkelgebied voor belangstellende kopers in Engelstalige landen.
In Hamstead (stad Londen) is nog een grasbiljartbaan (Pael Mael) blijven bestaan.
In het huis van de markies van Arronches te Londen, was een kostbaar biljart geplaatst. De geïmporteerde tafel speelde beter dan tot dan toe gangbaar, stond goed waterpas en de opgevulde banden vertoonden ook enige veerkracht.
1674
In het boek van Charles Cotton is een regel opgenomen, waarbij het de speler verboden wordt om as uit de pijp op het kwetsbare en brandbare biljartlaken te morsen.
Charles Cotton noemde als eerste de biljartspelregels in zijn boek “The Complete Gamester”.Deze uitgave verscheen na het boek van La Maison des Jeux Académiques, geschreven door de inwoner van Lyon, Etienne, Loyson. De basisregel was, dat de bal van de tegenstander moest worden gepot. Ook mocht men de bal van de tegenstander gebruiken om de kegel/poort om te duwen. Later mocht je ook caramboleren.
Biljarten in combinatie met gokken kwam dan al in ruime mate voor.
Het is toegestaan om het dunne eind van de schuifstok te gebruiken, als de speelbal te dicht aan de band/rand ligt om goed te kunnen schuiven.
In gevallen van twijfel mocht, volgens de door Cotton opgestelde regels, het publiek oordelen over de juistheid van de stoot en de geldigheid van het gemaakte punt.(1773)
1679
John Evelyn vermeldde, dat de Portugese ambassadeur in Londen beschikte over een fraai biljart. Vermeld werd, dat de ambassadeur de schuifstok al als keu hanteerde.
Ook het verblijf van de Engelse koning in Ipswich was voorzien van een biljarttafel.
1680
In Verviers opende Guillaume Henri Simonis een fabriek voor de productie van biljartlakens. Koopman uit Verviers, geboren in 1640.
Henri Simon Simonis en zijn zoon Guillaume zijn de grondleggers van het bedrijf.
Men meent als bedrijf al te dateren uit de 15e eeuw. Veel archieven zijn verbrand.
1686
De in Caen geboren biljarter Chamillart bracht het als leermeester van Lodewijk XIV door gunsten tot rentmeester en tot toezichthouder op het departement van financiën.
Vijftien jaren later volgde zijn benoeming tot minister van staat en raadgever.
1690
In de Franse taal verscheen bij uitgever Jacob van Ellinckhuysen in Den Haag het boek “Le Royal Jeu de L’Ombre et du Piquet”, met tien pagina’s over bekende spelen.
In het dagboek van de Engelsman Furetiere’s wordt vermeld dat men buiten speelt op speciaal voor grondbiljarten gereed gemaakte veldjes.
In Versailles werd een fraaie biljartkamer ingericht met kroonluchters en kandelaars.
1694
Kaarslicht was nog in gebruik als verlichting boven de biljarttafel, zoals te zien op een gravure van Monsieur Trouvain, waarop koning Lodewijk XIV biljart speelde.
De gelijkenis met een houtsnede uit 1480 is heel sterk. Alleen is nu het spel op tafel.
1696
Bij Adriaan Moetjens, boekverkoper en eigenaar van een Franse boekwinkel, in Den Haag, werd, als eerste uitgave buiten Frankrijk, het boekje “Divertissements innocens” (contenant Les Régles du Jeu des Echets, du Billard, de la Paume, du Palle-Mail, et du Trictrac) uitgegeven in het Frans, waarin tien pagina’s aan biljarten waren gewijd.
Frans Hugenoot (Ned.) schreef over: “Een spel, tot vermaak van personen van goeden huize en anderen, die hun tijd op aangename wijze wensen door te brengen.”
1700
Er waren al keuvormen in gebruik in de landen Frankrijk, Spanje en Portugal.
De overgang van schuifstok (mace) naar keu duurt ruim dertig jaren.
Rond 1750 is er nergens sprake meer van het gebruik van schuifstokken.
1701
Frederik I van Pruisen meende het zeer populaire biljartspel te moeten verbieden ten tijde van de uren van het breviergebed en de diensturen van de H. Eucharistie.
1704
Maximiliaan II van Beieren werd afgezet na een verlies van een bedrag ter waarde van drie en een half miljoen dollar, na afloop van een verloren biljartpartij.
1707
In Berlijn werd op 2 maart voor het eerst een biljart in een Engels café geplaatst, volgens de beschikbare dagrapporten van de Berlijnse stadspolitie.
1709
Bekend is een biljartpartij tussen William Byrd II en zijn vrouw in Virginia U.S.A.
1710
Het boek “School of Recreation” van Hoyle werd uitgegeven. De afgedrukte vormgeving van biljarten op tafelhoogte leek zeer veel op het toen bekende grondbiljarten. De afbeelding komt ook al voor in het boek van Charles Cotton (1674).
Een verordening in Hamburg vermeldde dat de exploitatie van een biljarttafel twintig rijksdaalders moest kosten. De regeling ging in op 24 november.
Er is sprake van een biljart in een openbare Oostenrijkse gelegenheid.
In het geheime dagboek van William Byrd II uit Virginia is sprake van “biljarten”.
1712
In het Stadhouderlijk Hof van Friesland bevond zich een (gaten)biljart met keus.
1717
Lauthier zou de oudste regelgeving in druk hebben gemaakt voor croquet/golf.
1718
Onder de titel “d’Académie universelle des jeux” verscheen een heruitgave van La Maison des Jeux Académiques. Dit gebeurde ook in 1738 en 1753.
Het doel was nu om met de stootbal de bal van de tegenstander te raken en vervolgens in dezelfde poging de “but” of kegel te raken en deze om te laten vallen.
1721
Op het graf van de Franse minister van financiën Chamillart, ten tijde van de Franse koning Lodewijk XVI, staat geschreven: “Hier ligt de beroemde minister Chamillart, bekend als biljarter.”
1723
In New Orleans U.S.A. is biljartspelen in de avonduren niet toegestaan.
1725
De Franse schilder Jean Baptiste Simeon Chardin promootte zijn vader als een goede biljartmaker. Zijn schilderij over het biljart in het koffiehuis is zeer bekend.
1727
In nagenoeg elke behoorlijke Parijse uitgaansgelegenheid kon men biljarten.
1728
M. De Mairan studeerde op 14 april af aan de Koninklijke Academie van Wetenschappen in Parijs op het studieonderwerp “Biljarten”. Dat was toen uniek.
1730
Op een Hollandse tekening uit dit jaar, is de schuifstok goed zichtbaar in gebruik.
1732
In een heruitgave van een 1716 vertaalde Franse uitgave, was een aantal pagina’s gewijd aan het biljartspel. Het droeg de benaming: “Nieuw Vermeerdert Kort en Grondig Onderwys Van het Al-om Vermaard en zeer Vermakelyk Volte- Spel.
Als mede van het A L’Hombre en Piketten”. De uitgever was C. van Zanten, boekverkoper op het Spuy in Den Haag.
1734
In de vijfde druk van het boek van Cotton werd vermeld, dat de boog en de Koningspin niet langer worden gebruikt bij het biljartspel.
Voor het eerst is er sprake van een keu.
1740
De keu was bij voorkeur het speelgereedschap van de betere biljarters.
De biljarttafel had geen pockets meer. Er restte enkel het maken van de carambole.
1744
The Honourable Company of Edenburgh Golfers stellen de golfspelregels vast.
1745
Philips V, kleinzoon van Lodewijk XIV, regeerde als Spaans vorst van 1701 tot 1746. Hij biljartte elke ochtend in aanwezigheid van koningin Elisabeth Farnèse.
1746
Ivoor krijgt de voorkeur boven hout, het caramboleren met drie ballen komt in zwang, de hoekzakken verdwijnen en vierkante tafels worden meer en meer rechthoekig.
Oud Zanzibar ivoor van vrouwtjes olifanten had de voorkeur om ballen van te maken.
Oorspronkelijk was de bedoeling om met de houten bal, de bal van de tegenstander door de boog in een van de twee pockets te spelen of op de vierkanten houten tafel de bal van de tegenstander door de boog te duwen en daarna pin/kegel om te stoten.
1750
In de U.S.A. werd de speeltafel van 5 bij 10 voet standaard voor het carambole biljarten. (1.425 m x 2.850 m). De pooltafels werden 4,5 bij 9 voet (voet-0,284 m).
In Engeland werd de firma Gillows gesticht, om goede biljarttafels te bouwen.
Dit tijdperk kende de “Geoffreystokken” waarmee de speelbal onder de hartlijn geraakt kon worden en enige draaiing kon worden meegegeven aan de speelbal.
De houten ballen werd meer en meer vervangen door de ivoren biljartballen.
Het biljart kent dan nog zes zakken. Er wordt gescoord, door de bal van de tegenstander rechtstreeks, of via de band(en) in een zak weg te spelen. Zoals bij pool en snooker.
De speelwijze werkt moeilijker gemaakt door een cue-ball in het spel te brengen.
In Parijs waren midden achttiende eeuw 57 biljarttafels. Een partij telde 16 punten.
De Duitse wijsgeer Immanuel Kant (1724-1804) heeft soms in zijn levensonderhoud voorzien door met tegenstanders te biljarten om flinke geldbedragen.
Een bekend schilder uit die tijd, Jean Baptiste Chardin (1699-1779) schilderde naast ander werk ook biljartsituaties aan tafel in biljartzalen/salons.
1754
Schriftelijk bewijs van het bestaan van de Royal and Ancient Golf Club of St. Andrews.
Lodewijk XVI verloor dikwijls met biljarten van zijn vrouw Marie Antoinette.
Zij oefende regelmatig met Jeanne Beçu, de hertogin van Berri, in Petit Trianon.
1755
De invoering van carambolebiljarten en ivoren biljartballen liepen parallel.
Het schuiven of stoten van een al bewegende stootbal werd nog! toegestaan.
1756
In Engeland worden de spelen, zoals gespeeld in de cafés, in de ban gedaan.
Dit was door het parlement besloten in de regeerperiode van koning George II.
1759
Koning George II van Engeland deed aan het einde van zijn regeerperiode een poging om dit volgens hem verdorven spel te verbieden. De wet kwam niet tot uitvoering.
1762
Catharina II de Grote regeerde tot 1796 in Rusland. Haar man Peter III werd gewurgd.
Zij had een grote voorliefde voor de Franse cultuur en speelde graag biljart.
In het winterpaleis te St. Petersburg bevindt zich een ahorntafel met veel parelmoer.
1765
In Engeland werd de eerste biljartkamer ingericht voor een tafel met een gat in het midden en een ballenset van vier ballen.
In de nieuwe stad Saint Louis – Missouri bouwen Fransen een biljartzaal.
1766
In Parijs bevonden zich 70 kaatsbanen. Daarvan waren er 13 in gebruik als kaatsbaan.
De andere 57 vergunninghouders hadden hun ruimte als biljartgelegenheid ingericht.
1769
Jacques Joseph Simonis noemt de gevestigde firma naar zijn zoon Iwan Simonis.
1770
Het strakke keurslijfje van de vrouwelijke kleding en de complexe hoge kapsels maken het lastiger voor vrouwen om met een keu! vlak te kunnen biljarten.
In Engeland ontwikkelt zich het Win/Verlies biljarten, zonder poort of kegel.
De Fransen spelen, zonder poort en kegel en potgaten, het caramboleren.
Als in Engeland schuifstok en keu worden gehanteerd, is in Frankrijk de keu al ingevoerd als het meest gangbare voorwerp om de biljartballen mee te bespelen.
Bij “Port and King Billiards” was het de bedoeling om de eigen bal door de poort te spelen, in de juiste richting en daarna de Pin/King te raken, zonder om te werpen.
De bal van de tegenstander potten leverde twee punten op. Toen boog en pin van tafel verdwenen in Frankrijk en Engeland, werd het potten/hazard van ballen prioriteit. Het spel werd Winning Hazard genoemd. Later leidde dit tot het pool en snookerspel.
1771
Vanaf deze tijd werden, indien gewenst, ballen al voorzien van kleuren en cijfers.
Welke verschillende kleuren daarbij werden gebruikt, is echter niet bekend.
Geboortejaar van François Mingaud. Zijn geboortedatum was 4 januari.
Hij kwam uit Le Cailar in Zuid Frankrijk, uit de omgeving van de stad Nîmes.
Francois was de zoon van boer Paul Mingaud en Suzanne Estanove.
Hij trad toe tot het 2 bataljon, 1e compagnie, eerste afdeling van het Napoleontische leger.
Zijn legernummer in die fuseliersmilitie bourgeoisie (volksmilitie) was 165-3.
1773
In de Covent Garden Magazine werden veel artikelen gepubliceerd over biljarten.
De tekst uit de artikelen was later in 1775 en 1779 terug te vinden in uitgaven die van de hand van John Dew waren. Het was gedetailleerde biljartinformatie.
Inmiddels was het heel gebruikelijk om tijdens een partij gebruik te maken van een opschrijver (marker-Eng.). Bij twijfel mocht het publiek bij meerderheid meebeslissen.
Bij snooker en pool kan de referee tot op de dag van vandaag het publiek consulteren.
1774
Biljartranden werden in deze tijd volgepropt met vlas om het geluid te dempen.
In de “Annals of Gaming” werd waarschuwend geschreven over gewiekste biljarters.
1775
Marie Antoinette, gehuwd met Lodewijk XVI, speelde als het even kon dagelijks biljarten in de salon van ‘t Petit Trianonpaleis met prinses van Lamballe, haar vriendin.
In een later nieuw gebouwde biljartzaal speelde zij veel tegen de prinses van Polignac.
De publicatie van Hoyle’s Spelenboek (Rules of Billiards) vermeldde de invoering van de rode bal, bij een biljartspelvorm, zoals deze werd gespeeld in West Europa.
In het boek van Hoyle wordt ook vermeld in de regels 46 en 47, dat een biljartspeler vooraf eenmalig bindend kan kiezen om de partij te spelen met schuifstok of keu.
Voor 1775 kende men in Frankrijk al het gebruik van de keu. Pas later in Engeland.
Schrijver Seymour spreekt in zijn boek als eerste over het maken van “caramboles”
De filosoof Immanuel Kant (1724-1804) speelde veel biljart toen hij in Wenen verbleef.
1776
President George Washington (U.S.A.) speelt biljart met Frans generaal Lafayette.
1777
Lodewijk XVI speelde ook bagatelle in Chateau de Bagatelle. Dit spel ontwikkelde tot pinball en bowling.
1778
John Dew vermeldde dat de nu minder gebruikte schuifstok, soms diende als keubrug.
Wenen kende 21 koffiehuizen binnen de stadmuren, met ruimte voor biljarts.
1779
Lodewijk XIV speelde biljart als oefening, op advies van zijn behandelend arts.
De keu/schuifstok was zwaarder en het biljart groter dan heden ten dage.
1785
In de voorstad Leopoldstadt had de zaak Das Hugelmann een befaamde biljartzaal.
James Beaufort publiceerde in Londen “Hoyle’s Games”, waarin te lezen was, dat biljarten gespeeld kon worden met maces (schuifstokken) of keus.
De keutop had een doorsnede van ongeveer 12 millimeter.
1787
Een Engels schilderij uit deze tijd toont aan, dat de 1 op 2 verhouding van de biljarttafel nog niet gebruikelijk was. De getoonde tafel was zeshoekig.
1789
In Parijs was een biljarter bereid om een weddenschap af te sluiten op het feit dat hij meende een serie van dertig bandstoten zeker te kunnen maken.
De Franse Revolutie was een bloeiperiode voor biljarten en (hand)tennis.
Robespierre speelde dagelijks een partijtje biljarten, na de maaltijd.
In die tijd was er een zwendelaar en beroepsgokker in Hamburg, die de stootbal van de ene tafel naar een andere tafel kon laten overspringen.
In dit jaar nam ook de achtjarige periode als president een aanvang voor de eerste president van de U.S.A, George Washington. Hij speelde enkele partijen biljart met de hem bezoekende Franse generaal Lafayette. Zijn biljartwinst vermeldde hij in dagboeken.
1790
In deze periode werden schuifstokken soms voorzien van een schuine duwzijde.
Ze werden o.a. Jefferymaces, Jeoffrymaces of Geoffrymaces genoemd.
De schuifstok werd gemaakt voor linkshandigen en rechtshandigen. Je kon nu, door de buiging in het schuifdeel een beetje onderin de stootbal aanspelen om effect te geven.
De zoektocht naar gewenst effect op de stootbal kreeg later vorm door F. Mingaud.
Daardoor was het mogelijk om de stootbal onder het hart van de bal aan te spelen.
In de biljartzalen van Parijs stonden in totaal wel 800 biljarttafels opgesteld.
De partijen gingen voortaan over 30 punten in plaats van 16, dankzij beter materiaal.
1791
In dat jaar overleed Mozart. Naast zijn muziek had hij een tweede liefde, namelijk het biljartspel. Hij had zelfs een biljarttafel in huis en speelde meestal om geld, hetgeen hem danig in problemen bracht (er ging meer geld uit dan dat er binnen kwam).
1792
Lodewijk XVI en Marie Antoinette speelden op 10 augustus biljarten in het paleis van de Tuileriën. Zij won. De avond dat ze gevangen werden genomen, bij de uitbraak van de Franse Revolutie. Zij tekenden het bevel tot gevangenneming op de biljarttafel.
Geboortejaar van Gustave Caspard de Coriolis (geb.te Parijs). Hij schreef een belangrijke studie in 1835, over de mechanica van bewegende ronde voorwerpen. Deze studie kwam na de uitvinding van de pomerans, door François Mingaud.
1793
Het kasteelfort De Bastille werd voor de inname bewoond door twaalf Bretonse jongeheren, waaronder Charles Tapin de la Rouarie, die dagelijks met elkaar biljartten.
1794
“Het Billard-Spel gemakkelijk gemaakt”, uitgave door J.C. Leewestijn uit Den Haag.
Op de avond voor zijn onthoofding, door de guillotine in Parijs, was de laatste wens van de Pruisische baron Anarcharsis Clootz, om voorzien te worden van krijt, ballen en een keu. Het werd hem echter geweigerd.
Oprichting van de eerste golfclub in de USA, de South Carolina Golfclub.
Anton Baumann gaf in Wenen een boek uit met de titel: “ Billiard Spieles”. Op de titelpagina stonden biljarters met een herkenbare keu, in een goed verlichte entourage.
Het laken was strak gespannen en de banden konden zonodig verwijderd worden.
Francois Mingaud treed in het huwelijk met Marguerite Boissier.
1797
William Cockerill bracht het geheim van “the spinning mule” via Zweden, naar het vasteland van Europa, waardoor de lakenindustrie een grote sprong voorwaarts maakte.
Hij kwam terecht bij Iwan Simonis Company, in Verviërs in België.
Hij ontmoette de vertegenwoordiger van de firma Simonis in Hamburg. Deze was bereid zijn vraagprijs te voldoen, omdat het procedé in Europa nog onbekend was.
De eerste gebouwde laken-weefmachine werd genoemd –“Au Chat”-.
Er volgen ontwikkeling op het gebied van; wolwassen (Leviathan), kaarden, spinnen, longitudinale scheermachines, productie en transport.
1798
De heer Jules Rostaing verwijst naar een partij biljarten met Mingaud, in dit jaar gespeeld in Zuid Frankrijk. Hij beschikte, volgens de overlevering toen al over een pomerans. Ondanks andere ingebrachte ballen won hij makkelijk met 20-6.
Dit zou staan in Manuel du Jeu de Billard, geschreven door Désiré Lemaire.
1799
John Thurston stichtte zijn eigen bedrijf om biljarts te bouwen, na een langdurig dienstverband bij de firma Gillows, in Newcastle Street, in de Strand te Londen.
In Berlijn verscheen de “Almanach für Spieler”. In deze uitgave waren afbeeldingen opgenomen van biljarters met keus in een hedendaagse vormgeving.
Het Franse kasteel Malmaison was aangekocht door Josephine de Beauharnais.
Het bevatte een biljartzaal. Na de veldtocht naar Egypte zetelde hier de Franse regering.
1800
Edwin Rentfield en John Carr, Pratt, Howse, Roberts en Cook waren profspelers.
Biljarttafelbladen waren over het algemeen gemaakt van eikenhouten delen.
Ook marmer kwam wel voor, of eikenhout in parketvorm, duimdik. (2,5 cm.)
Rond deze tijd kan er in Nederland in enkele etablissementen gebiljart worden.
In de U.S.A. ontwikkelen zich naast de overgenomen biljartvormen, ook de spelvorm met 1 gat, het spel met vier ballen en poolbiljarten met 15 ballen.
Vanaf deze tijd wordt de mace (schuifstok) meer en meer verruild voor de keu.
Het aantal gemaakte schuifstokken en keus in Engeland is nagenoeg gelijk.
De overgangsperiode van schuifstok naar de voorkeur voor de keu, loopt tot 1850.
Een aantal historici plaatsen de uitvinding van biljartkrijt door J. Carr in dit jaar.
De houten ballen van 8 cm. doorsnede worden langzamerhand vervangen door de ivoren biljartballen met een doorsnede van 6,5 cm. Een grotere maat was niet doenlijk, gelet op het gebruik van ivoor, gemaakt uit vrouwelijke oude olifantstanden.
1801
Thomas Jefferson (president van de U.S.A. van 1801 tot 1809) liet heimelijk een biljartkamer inrichten in de presidentiële woning op de heuvel van Monticelli, met uitzicht op de Potomacrivier. Biljarten was toen nog illegaal in de staat Virginia.
In het boek van Strutt “Sports and Pastimes” beweerde de schrijver dat Billiards het zelfde spel was als het toen bekende Paille Maille, maar dan gespeeld op een tafel.
1802
Volgens Sheraton is de biljartmakerij een grote zelfstandige industrie geworden.
1803
François Mingaud werd gevangen gezet op grond van artikelen in de Meiwet van 1793.
Toch trouwt hij in dat jaar met de Engelse Frances Bartley. Werd hij mogelijk later vastgezet?
E. White gaf in Londen het eerste wetenschappelijke boek uit dat volledig gewijd was aan de biljartsport, onder de titel: “A Practical Treatise on the Game of Billiards
Engelsen speelden nog merendeels met de schuifstok. In Frankrijk nam men de keu. White gaf spelers advies, om de nog pomeransvrije keu, op te ruwen met een vijl.
Volgens schrijver en biljartboekenverzamelaar Cees Sprangers uit Dongen is dit 1803 niet het jaar waarin F. Mingaud de erkenning kreeg voor zijn pomeransvinding. Hij schat dat Mingaoud zijn uitvinding in 1808 deed.
Omdat de juiste datering onbekend was, situeerden schrijvers de vormgeving van de eerste pomerans door Mingaud, uit een leidsel van de paarden, in 1807. De Engelse schrijver van biljartartikelen, Norman Claire, kiest ook voor dit jaartal.
De legenden over de ontdekking van effectmogelijkheden zijn tweeledig.
De ivoren biljartballen hadden een doorsnede van 2 inches – 5.08 centimeter.
Ligt de waarheid bij een ruw gemaakt topeind in een kalkzand baksteen van de muur of duwde de gewonde Mingaud de bal een keer weg met een loopkruk, waar natte klei of rubber onder zat? Hij speelde in die partij tegen Crozier. Later verving hij natte klei door geruwd leer, zegt het verhaal. Zijn boekje met 40 ingekleurde tekeningen schreef hij, naar men zegt, liggend op de grond, vanwege een verwonding (breuk?) aan zijn been.
Als bijzonderheid is er voor het eerst sprake van een keu, tevens wandelstok.
De plaats van de vrouw in de biljartsport wordt goed zichtbaar in het schilderij van Boilly. In de komende eeuw neemt de vrouw meer en meer deel aan biljarten.
Josephine de Beauharnais nodige Napoleon Bonaparte uit om een partij biljart met haar te spelen, als hij last had van humeurigheid, als fysieke en psychische therapie.
Madame de Stael en de Duchesse de Berri waren biljartliefhebsters aan het hof.
Zij brachten het spel van de koffiehuizen naar de huiselijke familiesfeer.
1807
Dit is het vroegste jaar, dat genoemd wordt in publicaties, als het jaar van de vinding van de pomerans, door oud-frans leger kapitein François Mingaud. Dit staat natuurlijk in tegenstelling tot hetgeen bij 1803 wordt gemeld.
1808
Michael Phelan vermeldde in zijn boek “ The Billiard Cue” al dat Amerikaanse schoenmakers een stukje leer bevestigden op de top van de keu.
In New York zijn er acht speelgelegenheden voor het publiek, om te biljarten.
1810
Biljarten met drie ballen was in deze tijd in Engeland de favoriete speelvorm.
In de publicatie van White, A Practical Treatise on the Game of Billiards, werd vermeld dat de keu de voorkeur heeft van alle goede top biljarters.
De keu was duidelijk lichter dan tegenwoordig en gemaakt uit 1 stuk.
1813
De firma van Mr. Gillow, de vroegst bekende fabrikant van biljarttafels, had tot 1837
minstens 37 biljarttafels gefabriceerd. De naam leefde voort in Waring & Gillow Ltd.
In Frankrijk kostte een biljart ongeveer 63 Napoleonmunten (1 Nap. – 20 Goud-Francs)
1814
Uit beschikbare oude advertenties (1809-1816-1817) en afbeeldingen op een bedrijfscatalogus blijkt, dat de firma Thurston biljarttafels kan leveren.
De bekende (Thurston)Match Room, in the Catherinestreet wordt dit jaar opengesteld.
Charles Greville ontmoet de verbannen koning Louis XVIII op 14 april in de plaats Hartwell. In de salon stond een mooi biljart opgesteld om op te kunnen spelen.
François Mingaud was weer vrij, maar bleef toch in het gevang om biljarten te oefenen. Dit laatste wordt ontkracht in het boek van Cees Sprangers. De enige die dat heeft verzonnen kan alleen maar Mingaud zelf zijn…
Napoleon Bonaparte werd 15 oktober verbannen naar St. Helena. Daar ontving hij in dank een biljarttafel, die hem vanuit zijn Franse buitenverblijf in Malmaison, met Engelse toestemming werd toegestuurd. Napoleon stierf op 5 mei 1821 en werd 51 jaar oud.
Zijn palissanderkeu was ingelegd met ivoor en voorzien van de keizerlijke kroon.
Tevens prijkte daarop het Legioen van Eer, de gekroonde adelaar en een inglegde kleine degen met gouden punt. De tiara symboliseerde de keizerlijke eretekenen.
De schuifstok/keu was gemaakt door een Italiaanse schrijnwerker. Zijn Italiaanse kok leerde hem de ballen met de hand te manipuleren.
De hertog van Windsor, present bij de slag van Waterloo, had ook een biljarttafel.
Men ruwde de top van de keu soms al wel op , door het in de muur met kalk te schuren.
De volgende veronderstelling is een van de genoemde mogelijkheden.
Hij zou dit idee hebben opgedaan toen een stukje leer van zijn schoen losraakte.
Door het op de keutop te plakken wilde hij het omkrullen van houtvezels tegengaan.
Anderen menen dat hij een stukje uit een oud paardenleidsel heeft gebruikt.
Na zijn vrijlating trok hij Europa door om zijn luceratieve demonstraties te geven.
1815
Charles Chereau vestigde zijn bedrijf in Parijs. Dit bedrijf produceerde enkele van de mooiste en meest fraaie tafels, die uit de biljartgeschiedenis bekend zijn.
Zij kregen navolging in de bedrijven van; Duilelovette, Blanchet, Briotet en Caro.
1817
Michael Phelan werd geboren in Ierland. Hij emigreerde in 1825 naar de U.S.A.
Zijn vader was vijf jaar eerder gegaan. Hij had biljartlokaliteiten in New York City.
In dit jaar wordt het biljartboek van Hoyle uitgegeven.
1818
Onbewezen was het gerucht, dat er al in dit jaar een publicatie circuleerde over de bijzondere stootbeelden, welke Mingaud op het biljart kon realiseren. Uitgave in 1827.
In de bedrijfsdocumentatie van de firma Thurston, de oudste biljartfabriek ter wereld, was toen al informatie beschikbaar, uit januari, over de levering van keutopbedekking.
Die informatie kwam uit de verkoopgids van 25 januari van de firma Thurston.
Het is echter niet absoluut zeker, dat het hier al lederen pomeransen zou betreffen.
De biljartprof White had nog geen idee over de mogelijkheden van effecten.
Al voor dit jaar waren er rechte keus bekend, zoals we ze nu nog kennen.
Het ondereind was afgeplat, om de stok als keu en als schuifstok te kunnen hanteren.
1819
Het pool biljartspel wordt meer en meer genoemd in Engelse publicaties.
Het geboortejaar van Michael Phelan, geboren in Ierland 18 april, Castle Comer.
In deze tijd zou Jack Carr uit Bath in Engeland, het betere biljartkrijt hebben gemaakt.
Hij was “marker” tijdens wedstrijden. Het geven van zijeffect (English) wordt aan hem toegeschreven, als eerste uitvoerder van deze vorm van effect op de stootbal.
Hij bood de doosjes krijt goedkoop aan voor een halve kroon ( 5 shilling).
Het opruwen van de keutop deed men nog met een vijl, of in de bakstenen van muren.
Het was zeker twijfelachtig, want er werd in geen enkele publicatie naar verwezen.
Oorspronkelijk duwde men eerst de pomerans in witte kalkstenen muren of plafonds.
Na dit jaartal werd er nog maar sporadisch gebruik gemaakt van de schuifstok, uitgezonderd het platte land en de buitengebieden in de Verenigde Staten.
De band was gemaakt van flanel in canvas gerold en bedekt met laken.
1820
Phelan meldt dat de schuifstok in de U.S.A. nog gebruikelijk is, terwijl in Engeland het gebruik van de keu meer en meer gangbaar is geworden. In een publicatie wordt vermeld, dat de smalle keutop en het schuifdeel worden voorzien van leer.
In de Travellersclub is een wanddoos met krijt beschikbaar voor de spelers met keu.
In latere jaren was de schuifstok nog in gebruik bij kinderen en vrouwelijke speelsters.
1821
John Bartley wordt wel gezien als de eerste speler die zijn stootbal effect kon meegeven, omdat hij beschikte over bruikbaar krijt. John Carr dreef er handel mee.
Het gebruik van ivoren biljartballen is gebruikelijk. Houten biljartballen verdwijnen.
De ballen kon je het best bewaren in een doos met zemelen en wol, koel en donker.
1822
De keu werd met algemene instemming gebruikt met het dunne! eind van de stok.
1823
John Quincy Adams, zoon van de 2e president en later zelf ook president van de U.S.A. kreeg kritiek van het Congres, omdat hij in het pas herbouwde Witte Huis voor de president een biljartkamer liet inrichten om regelmatig te kunnen oefenen.
Voor het eerst was op een etsplaat, van B.T. Edgerton, te zien dat een biljarter de pomerans krijtte. Aanvankelijk is er sprake van wit krijt.
In New York worden pomeransen aangeboden door schoenmaker Camille Avout.
De kenners waren van mening, dat de ronde pomeransstans, geslagen met een holpijpbeitel, het best te halen was uit een runderhuid of riem uit een paardentuig.
Vanuit Europa werden er pomeransen naar de Verenigde Staten gestuurd.
1824
Het aantal grote biljartgelegenheden in New York was verdubbeld tot 24.
Otis Field uit New York gebruikte als een der eersten de pomerans op de keutop.
De eerste erkende Engelse kampioen, is John Carr (uitvinder krijtje) uit Bath.
1825
Mr. Bartley biljartzaaleigenaar uit Bath, West-Engeland, zou de toepassing van krijt gevonden hebben. De Engelsen claimen dat hij als eerste en niet François Mingaud, zijeffect gaf op de stootbal. In de U.S.A. wordt zijeffect nog altijd “English” genoemd.
John Carr uit de plaats Bath, zijn medewerker, verdiende veel aan krijtverkoop en gaf demonstraties. Hij werd de erkende eerste Engelse kampioen biljarten in een wedstrijd in het Four Nations Hotel bij de Opera Colonnade te Londen.
De man Carr en zijn bijzondere spelkwaliteiten, werden in snel tempo rondgebazuind door de Engelse sportjournalist Pierce Egan uit Londen. Hij schreef in –Annales of Sports – een periodieke uitgave in Londen. Spoedig was John Carr een beroemd man.
Hij verloor die titel, omdat hij een uitdaging door E.J. Kentfield niet aannam.
In een enkele uitgave schijnt er al sprake van krijtgebruik door Carr te zijn in 1800.
In Frankrijk liet de heer Paysan zich “Le Moniteur” (adviseur) noemen. Hij stond ook bekend als “Le Napoléon du Billard”, omdat hij een serie van 25 punten maakte.
In de negentiende eeuw werd op de pomerans met koolstof verrijkte kalk gebruikt.
Johann Wolfgang von Goethe speelde van tijd tot tijd biljarten met Johan C.F. von Schiller en Groot hertog Karl August von Sachsen-Weimar, in het slot bij Eisenach.
In de studentenwereld te Leiden was de opschrijver (markeur) een bekende verschijning. Hij beheerde het materiaal, hield de stand bij en lette op de spelregels.
Edwin Kentfield werd de eerste biljartkampioen van Engeland.
De komende vijftig jaren gebruikt men zowel de schuifstok als de keu.
Het gebruik van de pomerans in de U.S.A. verspreidde zich snel.
Marine luitenant James Watson Wedd demonstreerde de pomerans in Detroit.
1826
John Thurston maakte experimenteel, als eerste fabrikant het tafelvlak van het biljart structureel van leisteen (schalie). Het werd geleverd aan The White’s Club in Londen (1 inch-houtdikte!).
Dunne leiplaten (inch-dik) waren flexibel en zeer moeilijk waterpas te krijgen.
Later stelde men vast dat een dikte van 1 ¾ inch (45 mm.) ideaal bleek te zijn.
Marmer was al eerder toegepast in beperkte mate, maar bleek nogal kostbaar.Ook dik glas werd enige tijd toegepast als tafelvlak voor de biljarttafel.
In Pigot’s adresboek bood de firma Thurston o.a. ook ronde biljarts te koop aan.
1827
Een biljarttafel van de firma Chereau werd vanwege haar uniciteit tentoongesteld
in het Louvre, tijdens de grote wereldtentoonstelling in de Franse hoofdstad Parijs.
Bij de biljarttafelproductie kreeg het gebruik van leisteen meer en meer de voorkeur.
François Mingaud publiceerde zijn boek, “Noble Jeu de Billard”, met als ondertitel: Coups Extraordinaires et surprenants, qui on fait l’admiration de la Majeure partie des Souverains de l’Europe, executés par Mr. Mingaud, Ancien Capitaine d’Infanterie au Service de France. Er volgden herdrukken in 1831, 1833, 1834,1835 en 1836. Het manuscript was oorspronkelijk van mei 1818.
De bijzondere uitgave was voorzien van fraaie met de hand ingekleurde afbeeldingen.
Mingaud maakte de grote stap van een plat hoekig duwvlak naar een ronde keutop. De invloed van de pomerans ontdekte hij in de gevangenis. Hij probeerde het leertje uit in de gevangenis, waar hij langer bleef dan nodig, met toestemming van de directeur. Deze directeur was tevens zijn speelpartner op het biljart in de gevangenis.
De Schotse dichter/schrijver gebruikte de volgende tekst, toen hij Mingaud zag spelen.
“But facts are chiels winna ding, and downa be disputed.”(De feiten spreken voor zich)
De Engelse uitgave, met hulp van de firma Thurston, was een publicitair vervolg op zijn oorspronkelijke uitgave, waarvan de tweede editie in België werd gedrukt. Hij was geboren op 4 januari 1771 te Le Cailar, in de buurt van Vauvert, niet ver van Nîmes in Zuid Frankrijk. Hij trouwde op 3 augustus 1794 met Marguerite Boissier.
Hij gaf een eerste demonstratie van een keu met pomerans, in de biljartzaal Maury te Toulouse. De toeschouwers hadden nog niet door, dat hij een pomerans op de keu had.
1828
In België werd het boek “Noble Jeu de Billard” opnieuw uitgegeven door Jobard.
Het blauwe krijtje verscheen op de markt geleverd door de Engelse firma Thurston. Groen krijt was verkrijgbaar in 1843. Krijt en pomerans verhoogden het spelniveau.
Oorspronkelijk werd er wit krijt (muurplaster) gebruikt om de keutop te ruwen.
Dit gebruik was al bekend vóór de toepassing van leer (pomerans) op de keutop.
Dit witte krijtpoeder was bekend onder de naam “Spaans wit”.
De firma Palmer startte de bedrijfsvoering, fuseerde in 1925 met het leisteen-
bedrijf van Alexander Dickson en verdween van het toneel in 1936.
Er komt in Engeland een brochure uit met de titel: “Plan of the 44 Strokes at the Game
Of Billiards to Teach the Use of the Queue Tipped with Leather”. De pomerans werd vastgeplakt met verwarmde zacht gemaakte schellak (harsachtige Indische gomlak).
In een nota van 31 oktober, voor The Travellers Club is sprake van pomeransen,
samengesteld uit twee leerlaagjes. De onderlaag was hard, de bovenlaag zachter.
Dit wordt genoemd in het boek uit 1839, van topbiljarter Kentfield.
In het Engelse leger wordt 60.000 pond Sterling beschikbaar gesteld om in de officiers-messen biljarts te plaatsen, ter compensatie voor de onderbetaalde officieren.
De eerste tweedelige keus waren verkrijgbaar en verschenen in de biljartzalen.
President John Quincy Adams krijgt verwijten van de oppositie, omdat hij biljart
speelt in het Witte Huis.
1830
Stendhal (Mari Henri Beyle) beschreef in zijn beroemde boek “Le Rouge et le Noir” de binnenkomst in een biljartzaal te Parijs.
Coupart schreef het lied “Chanson d’un employé”. Dat ging over het biljarten leren.
In mei registreert met een tweedelige keu, in de vormgeving van een wandelstok.
In de anonieme uitgave “Le Billard” werd regelgeving gepubliceerd van poolbiljarten en ook een lijst van gangbare termen en uitdrukkingen uit die tijd over het biljartspel.
François Mingaud vertrok naar Londen om zijn nieuwe stootbeelden te demonstreren.
John Thurston vertaalde zijn boek en gaf het uit in Engeland. Er volgde een tweede editie in 1831 en herdrukken in 1833,1834 en 1835. De derde editie kwam in 1836.
Bovendien bracht de firma nieuwe ballen met een doorsnede van 5 cm.! op de markt.
Het Franse bedrijf Hénin Ainé startte de productie van kwaliteits biljartartikelen.
Zij perfectioneerden het idee van Mingaud, tot zelfs een eerste opschroefpomerans.
In dit jaar startte ook de firma Palmer & Sons. De toevoeging Sons werd gedaan toen James John en later ook zijn kinderen in het bedrijf gingen meewerken.
Het verhaal ging, dat een Franse arts het croquetspel ontwikkelde om zijn patiënten enige beweging in de buitenlucht te kunnen bieden.
In de Amerikaanse staat Massachusetts werd een Act of the Commonwealth van kracht, waarin het spelen op en het bezitten van een biljart zeer streng gereguleerd werd.
De regelmakers noemden biljarten – Een duivelse bezigheid – vanwege het gokken.
In Groningen vindt een wedstrijd plaats, met als winnaar de heer Hommes. Serie van 7.
1831
Op de voorplaat van de tweede editie van “The Noble Game of Billiards”, geschreven door Mingaud, waren onder de kaarsen in Thurston’s Londen Matchroom ronde platen aangebracht om de wasdruppels op te vangen. De platen gaven hinderlijke schaduw.
Dat leidde al spoedig tot de invoering van niet druppende olielampen.
Thurston fabriceerde een lichte essen keu met een bamboeondereind.
1832
De firma Chandivert vestigde zich te Bagnouet, aan de rand van Parijs, om de productie van pomeransen grootschalig ter hand te nemen.
Het gebruik van pomeransen blijkt ook uit een opdracht van de Travellersclub in Londen, om 68 pomeransen te plaatsen op de aangeleverde keus.
1833
Er werd via de Santa Fe Trail in Colorado, per muilezelkaravaan, een biljart getransporteerd naar het veraf gelegen Fort Bent’s, volgens W. Hendricks, genoemd in het tijdschrift History of Billiards, in 1977.
Koning Willem IV verleende de Engelse firma Thurston het predikaat “Koninklijke”.
John Thurston overleed in 1850. Zijn bedrijf bracht de biljartsport veel nieuws.
Zij maakten de onderstukken van de keu in veel verschillende fraaie houtsoorten.
De showroom ging verloren, maar de bedrijfsarchieven overleefden W.O. II
De Engelsman J.R.Mitchell constateerde in zijn boek “Billiards and Snooker – A Trade History”, dat sommige biljarters voor het eerst de keu verzwaarden met lood.
De meeste keus wogen tussen 14 en 16 ounce, ongeveer 425 gram. Erg licht dus.
Er is voor het eerst sprake van keuverzwaring met lood in het onderste keudeel.
1834 Gustave Gaspard de Coriolis publiceerde, als ingenieur met belangstelling voor de mechanica, het biljartboek: “Theorie Mathématique des Effets du Jeu de Billiard “.
Een exemplaar behoort tot de itemcollectie van Heinrich Weingartner in Wenen.
De firma van John Thurston introduceert als eerste de Imperial Petrosian Table, met leiplaat, op de tafel voor de club White’s in St. Jamesstreet te Londen op 1 oktober.
Om de leien te fixeren werden koperen schroeven gebruikt. De schroeven in de houten onderlaag gaven op den duur speling en ongelijk liggende leien en dus opspringende ballen. De leien werden in verband gelegd om dit te ondervangen.
1835
Na eikenhout, glas en marmer werd nu Portugese leisteen gebruikt als tafelblad voor de biljarttafel. De banden waren bedekt met of gevuld met leer, kurk, haarrollen, vilt of zwanenhuid, eendeveren, paardenhaar en tochtband. Er was voldoende veerkracht om met gebruik van de band tot carambolage te komen.
Dit jaar kan als introductiejaar van het bekende biljartlaken worden gezien.
De leidikte was eerst 1, later 2 inch, (in centimeters 5,08) bij Engelse biljarttafels.
Een gewaagde introductie van leiplaten door een firma in Dublin mislukte jammerlijk.
De machinale productie van tweedelige biljartstokken komt op gang.
John Thurston plaatste speeltafels met dunne zuiver rubber laagjes op de banden.
Het eerste biljart met rubberbanden was geplaatst op 16 mei in de officiersmess van de Royal Hussars van het 42e regiment, op het eiland Korfoe in Griekenland.
Banden gevuld met heet water moesten het hard worden van het rubber voorkomen.
Probeersels in België met zuiver rubber bleken door hard worden niet succesvol.
Koud rubber verloor veerkracht. Te warm rubber was eveneens onbespeelbaar.
John Roberts Sr. merkte dat rubberbanden aanvankelijk niet werden gewaardeerd.
Lord Henry Seymour Conway, lid van het Engelse Hogerhuis, stichtte in Parijs de Jockeyclub in de Rue du Helder. Daar kwamen o.a. Georg Sand, Jacques Lafitte,
François de Chateauvillard en Arthur Mosselman veel dineren en biljarten.
De in Nederland wonende François Mingaud, huwde op de leeftijd van vierenzestig jaar oud de Nederlandse weduwe Coosje Hegelmijer op 30 september te Rotterdam.
Mingaud was gescheiden in Frankrijk. Dit was zijn en haar derde huwelijk.
Ze woonden in de Hoogstraat op nummer 305. Coosje had een winkel in dameskleding.
Gustave-Gaspard Coriolis was eens aanwezig bij een demonstratie van François Mingaud. Paysan was de sterkste speler in Parijs. Wedstrijden ging om een bedrag van 25 Louis d’Or.
1836
De firma Burroughs en Watts startte hun activiteiten als biljartbouwers.
Zij ontwikkelden een biljarttafelband met stalen ronding, waarop hout was aangebracht, voorzien van zeven dunne laagjes rubber. John Roberts Jr. behaalde op dit type tafel een recordserie van 690 in de biljartzaal van Soho Square Match Room.
De firma B. & W. verzorgde ook de publicaties van: The Billiard Monthly, The Burwat Billiard Vieuw en Billiard and Snooker Teasers.
Het geboortejaar van de Fransman Romain, die werd gezien als de eerste speler die bewust positiespel speelde en steeds probeerde een goede vervolgstoot over te houden.
In dit jaar is er voor het eerst sprake van in Frankrijk gemaakte pomeransen.
Voor die tijd veroorzaakten de ruwe keutop en het duwvlak veel lakenschade.
1837
Hildebrand (Nicolaas Beets) noemde François Mingaud in zijn boek: Camera Obscura.
1838
Koningin Victoria van Engeland liet op 15 okt. biljarts plaatsen in Windsor Castle, Buckingham Palace en het Osborne House. De tafel bleef daar tot 1936.
De tafel was gemaakt van het eikenhout van het in 1772 gezonken oorlogsschip de “Royal George”. Met dit hout kon men 25 tafels bouwen. Later bouwde men ook een tafel van het eikenhout van een ingestorte Londense brug. Tijdens de oorlogsjaren ging de tafel uit Windsor Castle door bombardementen op Londen verloren.
Bij deze tafel waren als eerste zinken pijpjes aangebracht, waar heet water in kon, om de tafel te verwarmen en het rubber van de banden op temperatuur te houden.
Van sommige tafels waren de rubberbanden makkelijk te verwijderen, om de banden bij een warmtebron op temperatuur te brengen en de veerkracht te vergroten.
Mr. George Eugene Magnus uit Orsett, gelegen in het graafschap Essex (Eng.) leerde bij het bedrijf van Josiah Wedgewood II bakken en fraai glazuren.
In dit jaar verwierf hij aandeel in een leisteengroeve in North Wales en op het eiland Valentia, aan de westkust van Ierland. Er was grijs en zwart leisteen (eboniet).
1839
Charles Goodyear ontdekte bij toeval het vulkaniseren van rubber met zwavel.
Hij heeft weinig profijt gehad van zijn uitvinding. Hij stierf zelfs in armoede.
In Berlijn vestigde zich de firma B. Finck, die zich specialiseerde in het maken van hoogwaardige keus, op basis van wetenschappelijk onderzoek. Zij groeide uit tot de grootste keufabrikant van het Europese vasteland.
Jonathan Kentfield schreef “Kentfield on Billiards”, waarin goede afbeeldingen waren opgenomen van schuifstokken en keus in Thurston’s Catherine Street Billiard Room.
Kentfield is ook wel bekend als de eerste kampioen onder de beroepsspelers.
Er waren nog geen pomeransen in de handel, dus adviseerde Kentfield het gebruik van leer van drijfriemen, zadelflappen, tuigriemen of zachte leren zolen, als pomeransleer.
Tot deze tijd waren er ook keutoppen, voorzien van een rubberen top, op de markt.
Er waren 6 olielampen! opgehangen in The Londen Matchroom van Thurston.
1840
George E. Magnus was de stichter van het bedrijf Pimlico Slate Company.
Magnus werkte veel samen met enkele bedrijfsvestigingen van de firma Thurston.
Zij leverden biljarts aan koningin Victoria en de hertog van Wellington.
Hun specialiteit waren tafels, volledig samengesteld uit leisteen, met kleurmotieven.
Het Palais Royal te Parijs, beschikte bij de opening, dag en nacht, over 40 biljarttafels.
Er werd meer en meer gebruik gemaakt van leisteenplaten op het biljart, door betere technieken in de groeven, waardoor het materiaal beduidend goedkoper werd.
In Frankrijk liep de invoering van leiplaten op biljarts een twintig jaren achter.
Parijzenaar Romain begon de ballen in verzameling te spelen. Biljartleraar Sauret was bekend om zijn harde spel en zware trekstoten. Leraar van Le duc d’Orleans.
1841
Charles Rouget omschreef biljarters als, “Rijk noch arm, die hun liefhebberij met overgave beoefenen. Velen van hen waren bereid om anderen les te geven”
1842
In de New York Atlas werd vanwege de populariteit een biljartprent afgedrukt.
1843
Op 19 september overlijdt Gustave Gaspard Coriolis (geb. 12-05-1792).
Hij schreef een beroemd boek over de technische aspecten van de biljartsport.
In Frankrijk en Engeland zijn pomeransen algemeen verkrijgbaar.
Keus zonder leerbedekking veroorzaken nogal eens scheurtjes in het laken.
Biljartherstellers kunnen nu ook per trein naar hun klanten i.p.v. per koets.
1844
De firma Good Year verkrijgt op 15 juni patent 3.633 op het vulcaniseren van rubber.
1845
Michael Phelan paste een veerkrachtige stootrand toe op de biljarttafel.
John Thurston verkrijgt het patent op de uitvinding van Charles Goodyear.
In Amerika werd de firma John M. Brunswick gesticht in Cincinnati. Hij was een immigrant en houtbewerker uit Bremgarten in Zwitserland. John werd geboren in het jaar 1819. Als vijftienjarige maakte hij de oversteek en begon er als slagersloopjongen.
De eerste gepatenteerde Thurnston biljarttafel met gevulkaniseerd rubberen banden werd het biljart van koningin Victoria, op 15 oktober in Windsor Castle. Het publiek reageerde enigszins afwijzend, omdat zuiver rubber, mits warm, zuiverder en beter veerde. De periode van 1830 tot 1845 had de biljartsport grote verbeteringen gebracht.
In Frankrijk liet prinses Pomare een biljart maken voor de prijs van 3500 Francs.
1846
Paus Pius IX liet een fraaie biljarttafel plaatsen in de vertrekken van het Vaticaan.
Monseigneur Tisserand, deken van de Romeinse Curie, speelde liefst driebanden.
Richard schreef het boek “Académie des jeux”, uitgegeven te Parijs.
In de uitgave van Le Billard te Parijs, was veel tekst opgenomen over de biljarthistorie.
1847
23 December overleed François Mingaud te Rotterdam op de leeftijd van 76 jaar.
Zijn overlijdensbericht stond in de Nieuwe Rotterdamse Courant. Hij werd op 28 december begraven op Crooswijk te Rotterdam in een vier-persoonsgraf.
Voor zover bekend heeft Mingaud nooit om geldbedragen gespeeld als biljarter.
Michael Phelan opende in New York City zijn biljartzaal, de Arcadia Billiard Parlor.
1848
De grootste producent van biljartartikelen was de firma Schröder und Kartzhe, uit Dresden in Duitsland. Hun catalogus verscheen in vijf talen, ook in ‘t Russisch.
Zij leverden keus met verschillende hardhoutsoorten in splitsingen samengevoegd.
1849
Bij A. van der Mast in Gorinchem verscheen een boekje met 131 bladzijden over biljarten met de titel: “Theorie en Praktijk van de Biljart, eene Onmisbare Handleiding voor Liefhebbers en Biljarthouders”. (met drie steendrukplaten.)
1850
Michael Phelan (U.S.A.) schrijft over biljarten het boek: “Billiards without Master”.
Het boek kende tot 1875 tien herdrukken. Phelan plaatste de diamonds op de banden.
Hij liet de banden onder een hoek van 45 graden plaatsen en was een groot voorstander van caramboles maken i.p.v. de tegenstander hinderen (hazards) in het spel.
Een andere boekauteur was Edwin Kentfield met The Game of Billiards.
Biljarten was wereldwijd verspreid, van Russische paleizen tot Amerikaanse poolhalls.
In het nieuwe werelddeel werd het “Vierballenspel” in deze tijd het meest gespeeld.
De ballen waren: 2 witte, 1 rode, 1 blauwe. Er waren 4 of 6 gaten in de tafelranden.
Twee ballen raken leverde 2 punten op en drie raken leverde drie punten op.
Alle ballen raken gaf 4(w-b-r) of 5(w-r-b) punten, afhankelijk van de raakvolgorde.
Wit-rood was 3, wit blauw was 4 punten. Wit in een gat-2, rood-3 en blauw-4.
De wedstrijden werden gespeeld op tafels van 12 voet (30.47 cm) lang (365 cm).
De schuifstokken –mace- hadden een lengte van 122-162.5 0f 244 cm volgens Phelan.
De balgrootte was tussen 5.08 en 6.35 cm. Balgewicht was tussen 126 en 210 gram.
Het meest gebruikt was een balgewicht van 168 gr., met een doorsnede van 5.72 cm.
In Le Journal de Dimanche was een broodspeler of profspeler afgebeeld, die zijn vaste verblijfplaats had bij het biljart in koffiehuizen en bierhuizen en om geld speelde.
In die jaren waren Berger (specialist massestoten) en Mangin bekende profspelers.
Berger was de eerste die voor wedstrijden de oversteek naar de U.S.A. maakte.
De populariteit van het seriespel leidde tot het weglaten van hoekpockets (zakken) bij de biljarts en de oprichting van academies om beter te leren caramboleren.
In Berlijn waren de gatenbiljarts inmiddels ook verdwenen in de lokaliteiten.
De belangstelling onder vrouwen voor biljarten uit beschaving, nam weer toe.
De scheiding van mannen en vrouwen in biljartzalen leidde tot veel thuis biljarten.
Het Franse croquetspel werd in Engeland van harte overgenomen.
Ook uit China kwamen schitterend gemaakte biljarttafels met veel inlegwerk.
In Frankrijk werd er vanaf nu meer en meer met drie biljartballen gespeeld.
Dit jaar overlijdt John Thurston, de stichter van een zeer bekende biljartfirma.
De gaslamp wint terrein ten koste van de olielamp
In de U.S.A. wordt meer en meer de leiplaat op biljarts toegepast.(M.Phelan).
In Frankrijk worden ook de rubberbanden geaccepteerd door de spelers.
1851
De Pimlico Slate Company had een grote stand op de wereldtentoonstelling.
1854
Joseph N. White en George Smith waren op 13 mei de eersten in de U.S.A. die om een geldelijke inzet speelden (200 $) in een vierballen partij biljarten. Joseph N. White won. De wedstrijd vond plaats in de Malcolm Hall, te Syracuse, New York.
1855
Napoleon III stuurde een mooi bewerkt biljart naar Rusland, als geschenk voor tsaar
Alexander II, bij gelegenheid van zijn kroning. De banden waren voorzien van 20 dunne viltlaagjes. Zelf speelde hij met zijn Duitse vriend, de muntexpert Wilhelm Froehner, liefst een vorm van poolbiljarten.
De Fransman Damon en de Amerikaan Michael Phelan speelden 13 april in San Francisco op een tafel van 360×180 centimeter een drietal partijen over een lengte van 100 caramboles. Winnaar werd Phelan met twee winstpartijen, na een partij die zeven uren duurde. Phelan maakte een hoogste serie van 9 caramboles. Hij won 500 $.
Biljarts hadden in de U.S.A. een lengte van 320 tot 342 cm.
Het vierballenspel ging over 16 punten. Een weggespeelde bal in het gat werd op het middenacquit geplaatst. Twee weggespeelde ballen gingen op de beginsituatie.
Op 30 april vond in San Francisco een drie ballen! partij plaats tussen Michael Phelan en Monsieur Damon uit Paris. De partij in een “Best of Three”match, die Phelan won, was de inzet 500 $. De wedstrijd duurde in totaal 7 uur.
Michael Phelan verkrijgt 19 februari het patent nr. 14.290 op een nieuw bandtype.
1857
De Franse firma van Louis Toulet bouwt een toptafel voor de Salle Rameau in Toulon.
1858
Acht mededingers legden elk 250 dollar in voor een open biljarttoernooi. De winnaar zou de totale inleg opstrijken. Winnaar werd Dudley Kavanagh (USA).
Phelan won de niet officiële Amerikaanse biljarttitel door winst op Ralph Benjamin.
Eugene Mangin, groot theoreticus (geb. 17 jan.), stierf in 1906 te Parijs.
Hij reisde veel en adviseerde Soisson voor zijn wedstrijd tegen Vignaux in 1882.
Het Britse passagiersschip Great Eastern werd te water gelaten. Op het schip was rond de eeuwwisseling een biljart aanwezig, dat op mechanische wijze horizontaal gehouden werd. De uitvinder van dit moderne balanssysteem waren de heren Terrey en Warren. Ondanks het toegepaste technisch vernuft was het systeem geen lang leven beschoren.
1859
Michael Phelan werd op 14 april te Detroit Amerikaans kampioen, door winst op John Seereiter. Hij won daarmee een bedrag van $ 15.000, voor 500 betalende toeschouwers.
Dudley Kavanagh en Michael Phelan koesterden hun biljarttitel en meden elkaar.
De wedstrijd op 12 april trok nationale aandacht in verschillende kranten.
Ook begon hij in januari met het schrijven van een wekelijkse column in Leslie’s, The Illustrated Weekly. President Abraham Lincoln vond biljarten inspirerend, ingewikkeld en ontspannend voor een vermoeide geest.
Doorduwen(biljarderen) en het gebruik van een “rest” is nog toegestaan.
1860
De universiteiten van Harvard en Yale hielden hun eerste onderlinge biljartwedstrijd.
In Frankrijk kreeg het caramboleren meer en meer de spelvoorkeur. De leiplaat werd in Frankrijk meer en meer toegepast, bij de bouw van biljarttafels. De plaat werd verwarmd door kleine olielampjes, die onder het biljart geplaatst waren, in een bak. In Groot Brittannië werd het caramboleren “English Billiard” genoemd, tot op vandaag.
Le Café de Paris opende haar deuren. Er stonden veertig biljarttafels opgesteld.
Biljarten werd wetenschappelijk beoefend in de “Académies de Billard”.
Parijs was voorzien van 18000 biljarts. In heel Frankrijk waren er ongeveer 100.000.
De Fransman Mangin(geb.1836) was, voor zover bekend, de eerste speler die een caramboleserie boven de 100 haalde. Hij kwam in Casino de Vichy tot een serie van 108 caramboles. Later verbeterde hij in 1879 zijn serie tot het aantal van 724 caramboles, op een biljart met rubberbanden.
De acquitmarkering vond plaats door plakkertjes. Later werd veelal krijt gebruikt.
In Engeland komt de speelvorm van het “Pyramidespel” (pool) tot ontwikkeling.
In Mainz, in Duitsland, werd de firma J.B. Dorfelder & Co. gesticht. Hun specialisatie lag vooral op het terrein van perfecte ivoren ballen en fraai besneden biljartkeus.
Tot 1930 maakten zij op verzoek van hun klanten ook nog wel biljartschuifstokken.
Biljartkrijt(poeder) innemen vormde een goede gangbare remedie tegen maagklachten.
Het 3e boek van M. Phelan verscheen: “Rise and Progress of the Game of Billiards”.
In dit jaar pas wordt de biljarttafel voorzien van rubberbanden. In de USA.
1861
De burgemeester van Béziers vaardigde een verordening uit, waarin werd aangegeven dat biljarten in het openbaar alleen was toegestaan aan jongeren, ouder dan achttien.
In de krant Het Algemeen Handelsblad wordt een advertentie geplaatst waarin, uit de nalatenschap van François Mingaud, zijn biljarttafel te koop wordt aangeboden.
1862 In dit jaar werd het in de U.S.A. verboden om de twee aan te spelen ballen bij het caramboleren, vastliggend in de hoek, voortdurend te bespelen zonder ze te verplaatsen.
Het maken van drie caramboles, zonder het hoekvak te verlaten, was toegestaan.
Ook was er tijdelijk een verbod op het toepassen van de masséstoot.
Desire Lemaire speelde tegen Romain als eersten een wedstrijd op een groen laken.
1863
De firma Phelan and Collender Company bood tienduizend dollar voor de patentrechten van een geschikte vervanging voor de gevoelige ivoren ballen. Biljartballen van ivoor waren in het zuiden van de U.S.A. niet meer beschikbaar, door een handelsembargo.
In de U.S.A. woedde de Amerikaanse burgeroorlog in alle hevigheid.
Phelan trok zich terug uit het wedstrijdcircuit van de biljartsport.
Captain Crawley vermeldde in zijn boeken, “Billiards Books” uit 1863 en 1877, dat de achterzijde van een keu plat moest zijn, om “ ook mee te kunnen stoten/schuiven”.
Het doorduwen (biljarderen) van twee ballen tegelijk, wordt verboden in het librespel.
Op 8 april 1864 werd dit voor het eerst doorgevoerd in de Irving Hall te New York.
Amerikaanse vrouwen en kinderen leerden de beginselen van het biljarten met gebruik van een schuifstok, om schade aan het laken te beperken en te voorkomen.
Tot op de dag van vandaag hebben Engelse keus een platte kant aan de achterzijde.
In het woordenboek van de Franse taal werd aangegeven dat de gebogen stok, de paille mall, zowel op de grond als op tafel kon worden gebruikt om mee te spelen.
Uitgeverij P. Kluitman uit Alkmaar liet het boekje “De Bekwame Biljartspeler” verschijnen. De auteur was G. Theodorus Bom. Het omvatte ongeveer 150 pagina’s.
Veel verwante uitgaven waren dikwijls bewerkingen of vertalingen uit het Frans.
1864 Charles Dickens kreeg als kerstgeschenk een biljarttafel.
Eugene Mangin speelt op 8 april in de Irving Hall in New York een partij met drie ballen Het biljart had geen gaten meer en de huidige puntentelling gold.
1865
Leopold I beschikte in het Oostenrijks Hongaarse paleis Schönbrunn, zijn zomerresidentie, over een adembenemend fraaie biljartsalon. Deze benutte hij als wachtvertrek om zijn belangrijke gasten te imponeren.
In de Verenigde Staten komt de burgeroorlog tot een eind.
In Chicago, in de staat Illinois wordt het 1e officiële staatskampioenschap gehouden.
Michael Phelan stichtte The American Billiard Players Association.
Op 7 september speelden Louis Fox en John Deery een vierballenwedstrijd te Rochester in de staat New York. Fox miste een stoot door een hinderlijke vlieg op de stootbal. Deery speelde daarop de partij uit. Fox verdronk zich in wanhoop in de Geneserivier.(?)
Fransman Pierre Carme promootte het biljartspel in Japan en Midden en Z. Amerika.
Hij won zijn partij tegen Dudley Kavanagh in Gallaghershall in New York City.
Het was een vierballenpartij over 250 punten, met eindmoyenne 2.48. H.s. 19.De biljartballen hadden een doorsnede van 58.75 mm.
1866
Pierre Larousse gaf de “Encyclopédie van de 19e eeuw” uit, waarin L.F. Pharaon verschillende biljartvormen benoemde en omschreef.
A.Lalanne schreef het boek “Le Billard”, dat in Parijs werd uitgegeven. (historisch)
Voortaan werd in de U.S.A., net als in Engeland, de biljart-speeltijd in rekening gebracht en niet, zoals tot dan toe gebruikelijk, een afrekening per gespeeld spel.
Kavanagh formeerde in de U.S.A. de National American Billiards Association.
Kapitein Crawley adviseerde The Billiard Book, dat het nuttig kon zijn om de keu aan het dikke eind af te vlakken. Zo kon er ook nog mee geschoven worden.
Nu wordt het platte vlak gebruikt om de naam van de producent op te brengen.
Hotel Krasnapolsky te Amsterdam, opent de eerste Nederlandse biljartzaal.
1867
Tijdens de wereldtentoonstelling te Parijs, liet de Fransman Paire een grote biljartgelegenheid openen in de Rue de Pont-Neuf, met beneden en boven in totaal 30 tafels.
Het klemleggen van de aanspeelballen in de opening (jawing) van het potgat, werd verboden, omdat de series daardoor te makkelijk en te groot werden.
1868
John Wesley Hyatt, de chemicus uit Albany, ontdekte de samenstelling van celluloid. Het was een mengsel van nitraat, cellulose, kamfer en beenpoeder van prairiehonden.
De Hyatt-bal van de Albany Ball Co. werd verkocht onder de merknaam “Bonzoline”.
Bij balproductie werd gebruik gemaakt van cellulose, bakoliet, acrylaat of polyester.
De octrooien zijn gedateerd op 25 maart, 4 en 6 april voor U.S.A. en buitenland.
In het boek “Roberts on Billiards” werd de invoering van de rode bal gesitueerd rond de eeuwwisseling van 1700. Het introductiemoment van ivoren biljartballen was historisch niet te plaatsen. Er vond een geleidelijke invoering plaats. (± 1800).
Om de balvorm in balans te houden, konden alleen centrale tanddelen gebruikt worden.
De leidikte liep geleidelijk op tot de uiteindelijke ideale dikte van 4,5 centimeter.
De zwaardere tafelconstructies leidden ook tot biljarttafels met meer draagpoten.
De uitvinding van het gaskousje vormde een verbetering voor de biljarttafelverlichting.
Peyraud Rudolphe introduceerde het eerste Franse biljart met rubberbanden in Budapest. Hij verkocht het voor 1000 francs aan de eigenaar van Café Venezia.
1869
De Amerikanen Sexton en Schaeffer beroemden zich er op de uitvinder te zijn van de Série Américaine. Deze claim werd ook gemaakt door de heer Berger uit Lyon en de heren Joseph en Cyril Dion, uit Canada.
John Wesley Hyatt produceerde voor het eerst collodion, later celluloid, basisplastic, de grondstof voor biljartballen in plaats van ivoor. Hij werkte samen met Mr. P. Kinnear. Hyatt vroeg zelf patent aan en richtte Hyatt Manufacturing Company – Albany op.
Joseph Dion protesteerde, toen de arbiter hem dwong, in een partij tegen Melvin Foster,
om de positie van de in de hoek gesitueerde ballen te wijzigen. Hij won de partij wel.
Er was nog geen regelgeving over speelbeperkingen. Dion trok de klacht na winst in.
De firma J. Thurston komt met een verbeterd concept voor rubberbanden op de markt.
1870
Sir Edwin Henry Landseer was de maker van een pentekening met als bijzondere titel “De Snookerspeler”. Landseer leefde van 1802 tot 1873. Hij was als schilder vooral bekend om zijn afbeeldingen van paarden en honden. Deze tekening zou dan gemaakt zijn vóór !! de bekende historische snookerontdekking van Neville Chamberlain.
Bij belangrijke partijen benoemde men een scheidsrechter voor geschillen van inzicht.
Tevens was er een schrijver (marker) en aanreiker voor de hulpstukken.
Rond deze periode is er regelmatig sprake van een deelbare biljartkeu.
De pockets van de biljarts hadden meestal een doorlaatruimte van 9 cm. of iets minder.
Om de vele breaks over de honderd te beperken, kreeg de speeltafel bij wedstrijden van kampioenen een doorlaatruimte van slechts 7,5 centimeter. De balmaat werd 5,25 cm.
Op 12 juli verkreeg J.W. Hyatt het patentrecht (nr. 105.338) op celluloid.
Zijn bedrijf verplaatste zich van Albany – New York naar Newark – New Jersey.
Het geboortejaar van de beroemde biljarter zonder!! handen, George Sutton.
De tafelmaat werd 10 voet (binnenmaat 142.5×285 cm). De ballen waren 60/62 mm.
Bij het toernooi in Chicago, op 19 oktober, was het spelen van een hoekserie verboden.
Het bedrijf van Burroughes & Watts claimt als eerste de verlaagde band met rubber op
de markt te hebben gebracht, bij gelegenheid van een eerste titelwedstrijd.
Vanaf dit jaar ontwikkelt zich het driebandenspel en kader, uit libre en bandstoten.
Dat leidde tot de vormgeving van de kaderspelen en het poolbiljarten.
1871
Na de Frans Duitse oorlog werd op 2 februari een eerste oorlogsbijdrage, ter waarde van 200 miljoen Franse francs, vervoerd in vijf kisten. Het bedrag werd, aan de Avenue St. Cloud 77 te Versailles, uitgeteld op de aanwezige biljarttafels in de salon.
In de U.S.A. overleed Michael Phelan, een zeer groot biljartpromotor.
De gebroeders Joseph en Cyril Dion passen de serie Americaine langs de band toe.
1873
Het eerste wereldkampioenschap libre biljarten vond plaats in juni in de Irving Hall te New York. Er werd deelgenomen door 2 Amerikanen, 2 Canadezen en 2 Fransen. De Fransman Albert Garnier behaalde een algemeen gemiddelde van 9.32, waarbij ook een serie van 113 caramboles, in partijen tot 300 caramboles. (Tafelgrootte 285×142.5 cm!)
Om het slippen van het dikke keudeel te beperken, smeerde hij deze in met bijeenwas.
Zijn vader had van topspeler Berger het café Au Palais Royal overgenomen.
Garnier was ook de eerste die een moyenne van meer dan 10 behaalde (10.42 moy.)
Op 7 dec. 1871 in the Corinthian Hall te Titusville, tegen Daly.
In de U.S.A. kwam de eerste nationale bond tot stand, de biljartfederatie van de U.S.A. De firma Brunswick fuseerde met J. Balke Co. tot J.M. Brunswick & Balke Co.
William Dufton, een professioneel speler, voltooide het boek “Practical Billiards”, oorspronkelijk van Frederick Hardy, waarin veel aandacht werd besteed aan de juiste schuifhouding met een vlak keudeel. Een verduidelijkende afbeelding was toegevoegd.
Een biljartwedstrijd tussen Maurice Daly en Cyrille Dion had als arbiter de bekende profbokser John C. Heenan. Onder invloed van een toeschouwer in het publiek, die telfouten had geconstateerd, werd de partij een week later overgespeeld. Nu won Dion.
De biljartsport had de eer om als eerste sport een wereldkampioenschap te houden.
1874
Om de speelmogelijkheden voor de serie langs te band te beperken, werden er diagonale lijnen in de hoeken op het speelvlak geplaatst met scoringsbeperkingen.
Garnier werd weer wereldkampioen met een alg.moy. van 10.56 en een serie van 159.
Op 31 december werd de latere Duitse topspeler Hugo Kerkau geboren in Hamburg.
Doorduwen en vastliggend scoren in de hoeken was niet meer toegestaan.
1875
Parijs telde ruim 2000 biljarttafels rond deze tijd.
In Amerika waren er veel meer toernooien met geldbedragen als prijs, dan in Europa.
Grote promotor hiervoor was de biljartfabriek van The Brunswick-Balke-Collender Co.
Een ivoortopje of beentje werd op de keutop geplaatst als draagvlak voor de pomerans.
Edmond Graveleuse bemoeilijkte het seriespel langs de band door een kaderlijn op 20 cm. afstand van de banden te plaatsen om de eindeloze libreserie te bemoeilijken.
Fransman Peyraud Rudolphe en de Gebr. Dion experimenteerden met 3 stootskader.
Kolonel Sir Neville Francis Fitzgerald Chamberlain adviseerde andere jonge officieren in de Oatacamund Club,officiers-mess van het Devonshire Regiment te Milgiris in Jubblepore (Zuid India), enkele gekleurde ballen uit het Life Pool toe te voegen aan de biljart spelvorm Pyramids, om deze spelvorm te verlevendigen. De term “snooker” is naar alle waarschijnlijk van hem. De spelontwikkeling verliep in fasen vanuit billiards.
Hij wordt gezien als de uitvinder van de biljartvorm in het snookerspel.
De periode tot 1910 wordt in Nederland op biljartgebied gedomineerd door de spelers;
Goye Bijlsma, Tjibbe Terpstra, Roelf Bierling en Nico Verkley uit Amsterdam.
1876
Mark Twain en Bret Harte schreven een toneelstuk in de biljartkamer te Connecticut.
De broers Dion en de Amerikaan Sexton kwamen met de “serie Americaine” op tafel.
In Brussel begint het biljartbedrijf van de firma Van Laere hun werkzaamheden.
In Parijs zijn nog veel biljarts met banden van gelaagde doekstroken.
1877
Onopvallend voor de media vond het eerste wereldkampioenschap poolbiljarten plaats.
Mr. Alexander Parkers patenteerde vrij laat de productie van cellulose biljartballen.
1878
Cyrille Dion, een Canadees, won het eerste kampioenschap “61 Pool” (120 punten).
De ballen waren genummerd van 1 tot 15. Om te winnen waren 61 punten vereist.
Het eerste driebandentoernooi werd in januari gehouden in St. Louis en gewonnen door Leon Magnus. Het driebanden kwam vanuit New Orleans via de rivier de Missisippi.
Leon Magnus uit New York werd de eerste winnaar van een driebandentoernooi in de U.S.A., dat in januari werd gehouden in C.E.Mussey’s Room in St. Louis. Het hoogste partijmoyenne was 0,75. De hoogste serie was 6. Magnus won 75$. Hij was links.
Wayman C. MacCreery was een groot promotor van het driebandenspel in de U.S.A.
In Café Mangin te Parijs vestigde speler Maurice Vignaux de eerste biljartacademie.
De Amerikaanse firma Saint Martin Palisson plaatst rubber op biljarts in Parijs.
Te Boston wint Jacob Schaefer de eerste officiële wedstrijd bandstoten (moy. 2.50).
De geplande dam in de Belgische rivier La Gileppe, voor spoelwater, voor de lakens van de firma Simonis wordt in gebruik genomen. Het plan was van 1857.
In de U.S.A. wordt het eerste nationale snooker kampioenschap gehouden.
1879
Op de landbouwbeurs te Londen werd een gietijzeren biljart tentoongesteld, waarop de ballen sneller rolden dan tot dan toe, volgens de makers Marsden & Saffley.
François P.J. Grévy was van 1879 tot 1887 president van de Franse Republiek.
In spotdichtjes gaf men aan, dat hij meer oog had voor biljarten dan voor staatszaken.
In deze tijd komt de productie van een kunststof biljartbal tot ontwikkeling.
1880
Edmond Graveleuse formuleerde regels voor driestootskader op 15 cm bandafstand.
Maurice Vignaux kwam in de Salle Valentine van het Grand Hôtel te Parijs tot een serie van 1531, nadat hij eerst Slosson voor had laten gaan met een serie van 1103 punten.
Vignaux was 20 jaren de beste speler van zijn tijdgenoten, inclusief vele Amerikanen.
De historische partij werd gespeeld op een biljarttafel van de firma Toulet uit Lyon.
Biljarten werd gekend als een –Spel- een –Sport- en een –Show-.
De Amerikanen tekenden hoeken (70 x 35 cm). Er mochten 2 caramboles in die zone gemaakt worden. Ze noemden het de Champions Game. Deze speelwijze werd voor het eerst toegepast van 11-24 nov. In de Tammany Hall te New York.
Het Grand Hotel Krasnapolsky opende een biljartzaal met veertien speeltafels. Topspelers uit die periode waren; Roelf Bierling, Goye Bijlsma, Tjibbe Terpstra en Nico Verkley (1875-1910). Latere kampioenen zijn; Hendrik Robijns, Jan Wiemers, Jan Dommering en Arie Bos. Seriespecialisten waren; Piet De Leeuw, Jan Sweering, Cornelis van Vliet, Henk Metz, Piet van der Pol en Cees de Ruyter.
De biljartsport was zo populair, dat er zelfs kampioenschappen werden verspeeld in onderscheiden beroepsgroepen, zoals artsen, advocaten en brandweerlieden.
De Engelsen maakten, door de terugkeer van militairen uit India, kennis met het snookerspel, zoals het daar vorm had gekregen door enkele aanpassingen.
1881
De New York Times vermeldde, dat kleermakerskrijt diende om kaderlijnen te trekken.
In Midden Europa waren veel 8 voet tafels. Het spelniveau was minder dan in Frankrijk en de Verenigde Staten.
1882
Op de Militaire basis van Oatacamund werden de toegepaste “Snookerregels” wat nauwkeuriger omschreven en vastgesteld. Het resultaat werd opgeprikt aan de wand.
De firma J. Thurston komt met een nagenoeg perfect bandenconcept op de markt.
Leon Magnus en Mc Creery speelden een partij over tien dagen, elke dag 2 x 50 caramboles. De partij eindigde met 1 car. verschil in het voordeel van Mc Creery.
Zijn gemiddelde was soms 1. Dat was hoog voor die begintijd van het driebanden.
Amateur Frank Peterson hield jarenlang het serierecord van 14 driebanden caramboles.
1883
B.C. Garnier te Leuven werd opgericht. De eerst bekende Belgische biljartclub.
Jake Schaefer (U.S.A.) werd de eerste wereldkampioen in de spelsoort driestootskader op een afstand van 20 cm, in Central Music Hall te Chicago, van 26 maart tot 6 april, voor ruim 3000 toeschouwers. (Moyenne – 23.23 – Hoogste serie 220) Tot ongeveer 1930 waren de verschillende kaderspelen zeer populair. Daarna nam de belangstelling voor het driebandenspel en poolbiljarten toe.
Vignaux (Fr.) verslaat Daly (U.S.A.) in een eerste publieke kaderwedstrijd
De lijnen stonden op 8 inches van de banden. Er mochten in een vak 2 caramboles gemaakt worden, voor één van de aanspeelballen het vak moest verlaten.
Het kampioenschap voor professionals in de U.S.A. werd gewonnen door Daly.
Nadat Thomas Wallace zich ernstig gebrand had aan een fel licht gevende, hete, gevaarlijke, lawaaierige gaslamp, mochten arbiters voortaan de lamp opzij houden.
1884
Rolf Bierling werd de winnaar in de Harmonie te Groningen uit een inschrijving van tachtig deelnemers. Er waren ruim 600 toeschouwers bij aanwezig.
Door fusie met de firma H.W. Collender Co. (Phelan), werd de biljartfirma
Brunswick-Balke-Collender het grootste biljartbedrijf ter wereld. De profspeler Maurice Vignaux versloeg de Amerikanen Slosson en Schaefer in de door hem geopende eerste biljartacadémie in café Mangin.
In de Champions Game werden de hoeken met restrictie, vergroot tot 95 x 45 cm.
Cook schreef het boek “Billiards”, uitgegeven te Londen.
In de operette “De Mikado”, geschreven door William S. Gilbert, is een verwijzing opgenomen over de onfrisse relatie tussen biljarten en gokken.
1885
Het kaderspel 35/2 werd in Nederland ingevoerd. De lijnafstand was afgeleid van de afstanden tussen de diamonds op een tafel van 5 bij 10 voet.
Nico Verkley, de Amsterdammer, won op 12 januari van Rolf Bierling in de Goudse Sociëteit Ons Genoegen.
L.G. Peradon begon met de “hand” gemaakte keus te ontwerpen en te produceren.
Tot die tijd werd de machinaal gedraaide keu in ruwe vorm ingevoerd uit Frankrijk.
The Billiards Association, o.l.v. John Roberts, werd opgericht en bepaalde dat voortaan met de pomerans moest worden afgestoten bij het biljarten. De regelgeving werd gestandaardiseerd op 21 september. Pas in 1938 werd deze regel aangescherpt.
In deze tijd werd het gangbaar om de keutop te voorzien van een ivoren top.
Bij wedstrijden in de Central Music Hall werd de hoekvakken 100 x 50 cm.
W. Butterfly verkreeg patent nr. 8849, voor de uitvinding van een tweedelige keu.
John Roberts bracht het snookerspel, na een bezoek aan India, mee naar Engeland omstreeks 1880. De introductie vond plaats in de London Gentleman’s Club.
Het Engelse tijdschrift The Sportsman werd overgenomen door een aantal biljartfabrikanten en een groep belangrijke beroepsspelers. Er ontstond een organisatie met de benaming; Billiards Association of Great Britain and Ireland.
Gekleurd biljartkrijt, in plaats van wit krijt, raakte in zwang bij veel biljarters.
Voor het eerst wordt vastgelegd, wat men onder een keu dient te verstaan.
Dat deed de Engelsman Mr. W. Buttery, op 22 juli. Patent 8849.
1886
Mr. W. Butterfly liet patent 6328 registeren op 13 december, waarbij de biljartreling werd verstevigd door een in de band aangebrachte stalen plaat (steel block cushion).
Mr. E. Roese liet op 19 april een methode vastleggen om ivoor glad af te werken.
William Peall maakte als eerste een serie van 2413 caramboles.
Het productiejaar van de eerste snookertafel zonder pocketzakbodem.
1887
Henry Harvard beschreef de vormgeving van biljarts in zijn boek: “ Dictionary of Furniture of Decoration”.
Het geboortejaar van William Frederick Hoppe, Amerikaan en Duitser van origine. Hij leerde biljarten in het hotel van zijn vader te Cornwall Landing (New York State). Als elfjarige kreeg hij les van Jacob Schaefer Sr. Het gezin had zes kinderen. Hij was jarig op 11 oktober. Vanaf 1897 kreeg hij les van Willie Frank Ives, een all round sportman.
1888
Vincent van Gogh schilderde het doek: “Café de la Nuit” te Arles, waarop een biljart centraal staat afgebeeld. Frankrijk telt in dit jaar 98000 biljarttafels, volgens opgave.
Burroughes & Watts vergrootte de dikte van de leiplaten van 2,5 naar bijna 4 cm.
Het verzakken van leiplaten leidde tot hinderlijk rolgedrag over het leioppervlak.
De leiplaatdikte werd zelfs 5 centimeter, waardoor het biljartgewicht flink toenam.
Een biljart moest nu wel stevige poten hebben. De leiplaatstandaard werd 4,5 cm.
Het eerste jaar waarin het Amateur Billiards Championship werd georganiseerd (Eng.).
Black Pool, Pyramids en Pool zijn afgeleide speelvormen van het carambolebiljarten.
1889
Jacob Schaefer Sr. won een wedstrijd met een ononderbroken libreserie van 3000 car.
Maurice Vignaux, met als bijnaam “De oude leeuw”, schreef een zeer uitgebreid boek over de techniek van het carambolebiljarten, onder de titel; “Le Billard”.
1890
De firma Corgden and Powell Slate namen het bedrijf van Pimlico Slate Cy. over.
Burroughes & Watts Ltd. uit Londen bood in het boek “Billiards Simplified” ook tweedelige keus aan, gemaakt uit essenhout, voor de prijs van 60+90 penny’s.
In dit jaar werd er 762 ton ivoor ingevoerd in Engeland via de haven van Londen.
Voormalig bankbediende E.J. Riley kon met hulp van Mr. Kenyon zijn sportartikelen- winkel voortzetten. Orme & Son uit Manchester leverde hen de bestelde biljarts.
Later bouwden ze zelf talloze topbiljarts. Ook voor de Maharadja van Bithor in India.
Uit dit jaar dateert een eerste officieel snookerreglement.
In mei maakte Schaefer in de 3e beurt 2996 caramboles tegen Mac Cleery in San Francisco. De eentonigheid van de serie aan de band moest doorbroken worden.
De partij duurde vier beurten, voor 3000 caramboles. Moyenne dus 750.
Elektrische verlichting vormde een goed alternatief voor gaslampen boven biljarts.
De pockets in een biljarttafel vormden eerst een spelobstakel. Later werd het ‘n doel.
Frances Anderson uit Indiana (U.S.A) verklaarde zichzelf tot wereldkampioene pool.
Haar geclaimde titel zette zij tegen vrouwen voor 5000 dollar op het spel. Later volgde een bericht dat zij Orie heette en uit Kansas kwam. Bovendien bleek ze man te zijn.
1891 John Roberts, een professionele biljarter uit Engeland, bezocht Sir Neville Chamberlain in India. Hij leerde daar de regels van het snooker en demonstreerde die in Engeland.
J. Thurston leverde het bandmerk “Adamant”, voor hun kwaliteittafels.
The Billiard Association stelt de Thurston-standaard voor biljartmaten vast.
Tjebbe IJsbrand Terpstra wint te Amsterdam de Championaat biljartwedstrijd van Nederland. Een jaar later wint hij te Groningen het Meesterschap van Nederland.
1892
In Scheveningen werd er tijdens een sporttentoonstelling in juni een internationaal biljarttoernooi gehouden. Winnaar werd Glorieux, met een algemeen moyenne van 6.15 en een hoogste serie van 52 caramboles.
De Billiard Association of England bereikte overeenstemming met de bouwers van biljarttafels, zoals Thurston, over de maatgeving van biljarttafels en materialen.
De vaste potopening voor pooltafels wordt vastgesteld op 3.5 inch (8,89 cm.).
William A. Spinks, een profspeler uit Chicago, probeerde Frans biljartkrijt te evenaren met behulp van chemici. In 1897 verkreeg hij patent op zijn vinding, waarin geen krijt verwerkt was, maar schuurmiddelen zoals fijn silicium (stuifzand) en calcium carbonaat. Hij vroeg octrooi aan op 9 maart 1897.
1893
In de U.S.A. werd een federatie van amateurspelers gesticht.
Hyatt brengt een verbeterde kunsttofbal op de markt onder de naam Bonzoline.
De kunststofbal was ongeveer 15 gram zwaarder dan een ivoren snookerbal.
Tot nu toe was biljartkrijt samengesteld uit calciumcarbonaat.
Profspelers twijfelen aan het nut van een vette gladmakende substantie op ivoren biljartballen. Een snel draaiende ivoren bal liet wel eens vet achter op het biljartlaken.
De Amerikaan Charles J.E. Parker stelde voor om door de introductie van een ankervak (3,5 bij 7 inch), de grote series bij de kaderlijn aan de band te bemoeilijken.
De oprichting van de eerste golfclub in Nederland, de Haagsche Golf en Country Club.
John Roberts prijst de stoottechniek van Mingaud, in zijn boek “Roberts on Billiards”.
François Mingaud wordt ook gezien als de uitvinder van de masséstoot.
1894
W. Spinks organiseert een kaderwedstrijd 14/2 over 600 car. Om 1000 $.
Deelnemers waren W. Spinks, E. Fournil, J.v. Schaefer, Fr.C. Ives en G.F. Slosson.
1895
In de U.S.A. werd er een federatie gesticht om alle biljartactiviteiten te bundelen.
Major-General A.W. Drayson, de auteur van het boek “Billiards”, omschreef de moeilijkheden bij de productie van goede ivoren biljartballen.
Frank C. Ives maakt in een toernooi te Boston, een bandstootserie van 85.
De laatste wens van Alexandre Dumas (zoon van Alexandre Dumas –1803-1870) was, om de President van de Franse Republiek Grevey te verslaan met biljarten.
Alexandre (leefde van 1824 tot 1895) werd getraind door biljartleraar Faraill.
De Hamburger Hugo Kerkau maakt op 1 mei in Café Nowak te Hamburg een serie van 1356 caramboles (6 beurten voor 1400 car.)(17 mei serie van 2301).
Het gebruik van ivoren ballen neemt snel af, door het gebruik van kunststofballen.
1896
De Noord Amerikaan Frank C Ives werd, met een moyenne van 24,11 winnaar van het eerste 45/2 kadertoernooi, dat verspeeld werd in de Concert Hall van de Madison Square Garden in New York. De hoogste serie in dat toernooi was 200 caramboles. Ontwerper van het nieuwe kaderspel 45/1 en 45/2, met extra vierkanten (Amerikaanse ankers/Charles Parker), waar de lijnen bij de band komen, was de Franse impresario Maurice Daly.
In mei werd het eerste kader 45/1 toernooi gespeeld in Chicago, zes weken na de introductie van het kader 45/2. Winnaar werd Albert Garnier, voor Jacob Schaefer Sr.
Broadfoot schreef het boek “Billiards”, dat in Londen werd uitgegeven.
F. Ferrandin introduceerde als nieuwe biljart spelsoort het kader 71/2.
Van 1 tot 18 april speelden Kerkau tegen Algner. De partijlengte was 24.000 car.
Kerkau won met series van o.a. 4285 en 4054.
1897
Rond deze tijd waren het de Hollanders die, volgens J. Dommering en P. de Goede, als eersten Portugese leiplaten gebruikten bij de bouw van biljarttafels.
De winnaar van het eerste wereldkampioenschap 45/1 in november in New York werd de Amerikaan Slosson. Er waren echter geen buitenlandse deelnemers aanwezig.
Frank Stewart verloor zijn pooltitel aan Grant Eby omdat hij een bewegende bal stootte.
De Amerikaan William Hoskins claimt de uitvinding van het biljartkrijt.
Hij gebruikte silicium(zand), alluminiumdioxyde en kleurpoeder.
Onder een druk van 15000 kg. werd het geheel tot biljartkrijt geperst.
1898
Op 3 mei won Joe Capron in de St. Louis Academy een driebandenwedstrijd over 7 sets van elk 8 caramboles. Hij won alle sets in totaal 27 beurten, met een bijna 2 moyenne.
Na elke set gingen de spelers opnieuw van acquit. Tegenstander in de eerste drie sets was Ben Saylor. De laatste sets speelde hij tegen Jake Schaefer.
In Chicago speelde men een kampioenschap, met wedstrijden over 30 punten. Winnaar werd H. Catton, voor o.a. Eugene Carter, Jacob Schaefer en George Sutton.
1900
Het bedrijf van Chandivert fuseerde met de biljartbouwers van Brenner en Brocqut.
In hun logo voerden zij de letters B.B. Zij wilden graag de beste zijn in de productie.
Rond deze tijd verschenen er goedkope biljartballen op de markt, samengesteld uit geperst papierpulp. Ze vergeelden nogal en toonden sneller afvlakking van de bal.
Voor het eerst werd er een ook gele bal, in plaats van alleen een witte gebruikt.
Deze geste aan de toeschouwers hield toch geen stand in de volgende jaren.
In 1900 zijn de houten biljartballen overal vervangen door ivoor of kunststof.
De leidikte neemt toe van 25, 28, 32, 35 en 38 tot meer dan 50 millimeter. Uiteindelijk wordt de meest gangbare leidikte 45 mm. Op dinsdag 11 december erkende de Billiard Association (Eng.) eindelijk formeel het snookerspel, dat al algemeen geaccepteerd werd in het Britse Gemenebest. Ze stelde definitief de geldende snookerregels vast.
Het Magazine The World of Billiards bevestigde dit in het nummer van 19 december.
Rond de eeuwwisseling stelde de Franse regering een monopolie in op spelen waar een element van gokken in was terug te vinden, zoals bij biljarten.
Op veel partijen in de academies konden toeschouwers weddenschappen afsluiten.
Van de inleg werden kosten en honoraria voor spelers(12% van de inleg) afgehouden.
Hun inkomen kon honderden francs per dag zijn. Bekende academies waren:
Academie des Grand Café, Academie Cure-Grasset en Academie Olympia.
Dit vormde de doodsteek voor de beroepsbiljarters en hun inkomsten uit winstpartijen.
In deze tijd speelde H.W. Stevenson een biljartwedstrijd in Sri Lanka. De tafel moest tijdens de wedstrijd tweemaal gereinigd worden, vanwege dode vliegen op het laken.
Op 24 november vond de oprichting plaats van de Groninger Biljartclub.
In de U.S.A. kwam “eight ball” op. Doel was de eigen ballen te potten en dan de 8-ball.
De biljarttafel kon nu verwarmd worden door het benutten van gasverwarming.
De keu was doorgaans uit een stuk en gemaakt van essenhout. Pas later werden de betere keus voorzien van een gespleten zwaarder ondereind, gemaakt van ebbenhout.
Hugo Kerkau speelde een partij van 40000 caramboles tegen Trebar, in 9 steden.
De hoogste serie was 7156 car. Het eindmoyenne was 600 voor winnaar Kerkau.
Ten tijde van de Olympische Spelen van Parijs, was biljarten een demonstratiesport.
Rond de eeuwwisseling waren er in Londen en omgeving 16 biljartbedrijven actief.
Nico Verkley organiseerde biljartontmoetingen tussen Amsterdam en het Noorden.
Uit deze activiteit is later de Biljartbond voortgekomen.
1901
Het stichtingsjaar van de Friesche Club te Leeuwarden en de B.V. Amsterdam, met als speellokaliteit voor de Amsterdammers d’Ysbreeker aan de Weesperzijde.
Er werden “Lauwerkranswedstrijden”gespeeld tussen Amsterdam en het Noorden.
De biljartclub van KRAS – (Komt Raeckt Alles Suyver – verhuist naar Cafe Suisse, in de Kalverstraat, al waar een biljartzaal is gebouwd, met 500 bezoekersplaatsen.
George Blirt, mede-eigenaar van de Albany Ball Company en Mr. Percy Warnford-Davies fabriceerden de “Crystalate” biljartballen, als tegenhanger van Bonzolineballen.
De firma Thurston verplaatst haar bedrijf en biljartzaal, the Thurston Hall, naar Leicester Square. Charles Dickens en Arthur Conan Doyle speelden ooit in die biljartzaal.
Walter Lindrum en Joe Davies vierden daar veel triomfen, voor veel publiek.
Willie Hoppe maakte als jonge profspeler van dertien jaar een serie van 2000 car.
Amerikaanse profspelers wendden zich tot pool, met nummer toevoeging op de ballen.
Grote Engelse oorlogschepen waren voorzien van een biljartzaal voor officieren en manschappen, te gebruiken als het schip lag afgemeerd in een haven.
Moderne cruiseschepen gebruikten ronde schijven in plaats van biljartballen om waterpas problemen op het bewegende schip te vermijden.
Alice Howard Cady uit de U.S.A. schreef als eerste vrouw over (pool)biljarten.
De golfbal wordt vastgelegd en omschreven. Dit type is in gebruik tot op heden.
1902
In Parijs werd het eerste kampioenschap kader 18/2 gespeeld. Pas na twee maanden bepaalde de rechtbank dat Vignaux, door zijn hogere moyenne, winnaar was. In die tijd speelde Willie Hoppe in Billard Palace Olympia aan de Rue des Capucines.
1903
Er werd patent verleend op een pooltafel die gebruikt kon worden na inworp van een penny. Er moest nu eerst betaald worden om een partij pool te kunnen spelen.
De Fransman Lucien Rérolle werd in februari winnaar van het eerste algemeen erkende 45/2 kader wereldkampioenschap. Hij bereikte een algemeen gemiddelde van 15.91. De Amerikaan Schaefer was in Parijs als toeschouwer, niet als deelnemer, present.
De Fransen stichtten in mei een biljartfederatie om de samenwerking te verbeteren.
De Unie van snookerzalen was al gevormd in maart.
De wedstrijden op wereldniveau, voor amateurs, kenden doorgaans een Franse organisatie.
Graaf M.de Frayssinet beklaagde zich in zijn geschreven “Commentaires sur le Billard moderne” over de vele regelovertredingen door de Parijse biljartacadémies.
De heersende Victoriaanse moraliteit stelde biljarten en gokken in een kwaad daglicht.
Profspelers konden zich in laten schrijven bij de roulettetafel als balafstoter, nadat in Parijs een verordening was uitgegeven om het gokken bij biljarten te verbieden.
1904
De schrijver van het boek “Practical Billiards”, C. Dawson, situeerde de invoering van de rode bal, in Engeland omstreeks 1795. Frankrijk was Engeland voorgegaan.
De biljartamateur James Shea speelt in Chicago 1.03 gemiddeld in een partij driebanden, over 50 caramboles. Jacob Schaefer had al een serie van 16 gemaakt.
In de editie van Modern Billiards werd vermeld, dat het de kaderspelers toegestaan werd om in het getekende anker op de kaderlijn drie caramboles achtereen te maken.
In januari gingen de Franse snookerfederatie en de biljartfederatie samen verder.
1905 In de Warmoesstraat te Amsterdam opende de Biljartacademie haar deuren.
Trainer Willie Hoppe had een instructiecontract voor honderd gulden per dag.
Op 2 en 3 december werd de B.V. Amsterdam in gebouw Odeon aan de Singel in Amsterdam winnaar tegen de Groninger Biljartclub en De Friesche Club.
In de theaterzaal van het Kurhaus werd op 21 en 22 augustus een nationaal biljarttoernooi gespeeld, met 43 deelnemers en een prijzenpot van 400 gulden.
Op 1 september werd de ’s-Gravenhaagsche Biljartclub opgericht.
De Brusselse biljarter en fabrikant Emile Glorieux stelde een zilveren schaal als wisselbeker beschikbaar, om biljarten op internationaal niveau te promoten.
De Engelse vorst Edward VII (1901-1910) was, evenals zijn voorgangers George IV en Willem IV, een verwoed biljarter. Zijn leermeester was John Roberts Sr.
Orme & Sons introduceerde een ovale biljarttafelvorm. Dat bleef maar kort mode.
De firma Brunswick verkocht Compo-ivoor, verwijzend naar de speeleigenschappen van ivoor. Later kwam het kunststof-baltype Ivorylene op de markt.
1906
De Belgische Biljartbond werd gesticht. (B.B.B.)
Op 15 januari won de 18-jarige Amerikaan W. Hoppe van de 59-jarige sterke Fransman Vignaux in het kader 45/1. De wedstrijd vond plaats in het Grand Hotel te Parijs. Zijn moyenne over 500 caramboles was 20.83. Het prijzengeld was 5000 dollar.
De beroemde schrijver Mark Twain, een zeer enthousiaste biljartliefhebber, was aanwezig in New York bij een wedstrijd tussen George B. Sutton en Willie Hoppe.
Georges Suard schreef het biljartboek “La Billardomancie”. Uitgave te Parijs.
1907
Geboortejaar van Piet van de Pol. Hij werd op 14 jarige leeftijd lid van de Rotterdamse B.V. De Spil en later van B.V. De Maasstad. Hij won zeer veel biljarttitels.
De Lambert Trophy in de U.S.A. zorgde voor een vergrote populariteit van het driebandenspel, bij pers en media. Na het afscheid van W. Hoppe liep het terug. (1952)
Tussen 3 juni en 6 juli maakte Tom Reece een serie van 499.135 caramboles, met de aan te spelen ballen vastliggend in een hoekpositie. Dit werd op 2 september verboden.
Die positie werd “het wiegje”genoemd. Al spoedig volgde beperking voor de hoek.
Albert Abraham Michelson, de eerste Amerikaanse wetenschapper die de Nobelprijs won, speelde trouw elke dag rond het middaguur een partijtje biljarten. Hij was net zo gedreven in zijn biljartspel als voor de wetenschappelijke meting van de lichtsnelheid.
1908
John Thurston kon een achthoekige biljarttafel leveren, met zes pockets.
Van de drie bestaande exemplaren is er één te zien in het Clare Liverpool Museum.
De firma Brunswick produceerde hoekblokken, om een pooltafel geschikt te maken voor het carambolebiljarten. De verschillen in balhoogte maakte het resultaat beperkt.
De Engelsman Sr. John Roberts vermeldde dat de Amerikaanse president Ulysses S. Grant aanwezig was bij een door hem verzorgde demonstratie handbiljarten.
The Illustrated London News (nummer 3636) had in december op de voorpagina een afbeelding van een biljarttafel, welke zich aan boord van een schip bevond (zie: 1858).
1909 George Gray, een jonge Australische biljarter, werd naar Engeland gehaald om de kunststof Crystalate-ballen te promoten middels ongekende libre series.
Dr. Leo Hendrick Baekeland, geboren in België, verkreeg in februari in de U.S.A. het patentrecht op de productie van bakeliet. Er werden enige tijd ook biljartballen van gemaakt, samengesteld uit fenolformaldehyde. Daarna ontwikkelde men polymeren.
Een bakeliet ballenset bevindt zich in The Billiard Archive te Pittsburgh – U.S.A.
Beheerder van The Billiard Archives is de heer Mike Shamos.
Tegenwoordig worden Aramithballen gemaakt op basis van phenol.
Phenol wordt gebruikt in de leerlooierij, met een gelijkende ivoorkleur.
De firma Saluc uit La Callenelle (Wallonië) verstrekt geen enkele informatie.
In Madison Square Garden te New York wordt Ora Morningstar in april wereldkampioen in de kaderspelsoort 18/2, ondanks een zeer sterk deelnemersveld.
1910
De Franse prof Vignaux verloor een kader 71/2 wedstrijd van amateur Charles Faroux, in het Billiard Palace te Parijs, het heiligdom van de begaafde Parijse profspelers.
Willy Hoppe behoudt zijn 45-2 kader wereldtitel tien jaar lang.
William Coolidge ontwikkelde, na een experimentele periode van 90 jaren, een vacuümlamp met wolfram gloeidraad. Dat betekende betere biljartverlichting.
Onder biljarts kon nu ook een spiraal verwarmingsdraad worden gemonteerd.
Oprichting van De Friesche Biljartclub, op 15 maart in Hotel Klanderij.
Het “straightpool” werd ontwikkeld. Elke gepotte bal leverde één punt op.
De Belgische koning Leopold II (regeerde van 1865 tot 1909) stond onder de regerende vorsten bekend als de beste biljarter. Hij had het geleerd in de Parijse biljartacademies.
De masséstoot van Jacob Schaefer Sr was zo briljant, dat er zelfs een verwijzing naar zijn stoottechniek was opgenomen in zijn necrologie in de New York Time.
Pas rond deze tijd werd het gangbaar voorover gebogen de keu te hanteren.
Een journalist becommentarieerde de houding van amateur-kampioen Major Fleming.
1911
De Nederlandse Biljartbond werd gesticht op 22 januari, door 7 verenigingen (N.B.B.) onder voorzitterschap van de heer Mr. D.E. Lioni. Die clubs waren: De B.V. Amsterdam, De Friesche Club, De Groninger B.C., De Nijmeegsche B.C., De B.V. Arnhem, De B.V. K.R.A.S. en De ‘s Gravenhaagsche B.C.
Het koninklijk besluit hiertoe werd afgegeven op 2 februari 1912, onder nummer 37, met de benaming; ”De Nederlandsche Biljartbond.
De statuten werden goedgekeurd op 17 september van het jaar 1911.
De wereldtitel kader 45/2 werd behaald door de Fransman Charles Faroux.
Het maandblad “The Billiard Monthly” (Eng.) van januari, plaatste een foto van een enorme hoeveelheid biljartballen op de omslag van de uitgave, ter illustratie van het enorme verbruik van ivoor ten behoeve van de productie van biljartballen.
Scheltens & Giltay uit Amsterdam gaven het biljartboek van Israël Querido uit onder de titel “Van het Groene Laken”. Het boek had 64 pagina’s.
Bij het driebandenspel was het enige jaren toegestaan om beide! witte ballen te benutten als stootbal, om de scoringsmogelijkheden bij dit zeer moeilijke spel iets te verruimen.
Tegenwoordig wordt soms een speeltijdlimiet ingesteld om het speeltempo te verhogen.
De Amerikanen trachtten de benaming “pool” te mijden, door middels een statuut de term “pocket billiards” bindend in te voeren. Dat lukte maar beperkt tot 1925.
George Birt van de Albany Ball Co. kwam naar Engeland om er met steun van Percy Warford-Davies de Crystalateball te produceren in concurrentie met Bonzolineballen.
The Grand in Pittsburg heeft 97 biljarts staan, met als manager Harry Davis.
Wereldkampioen kader 18/2 (in 1909) Ora Morningstar geeft daar drie jaren biljartles.
Willie Hoppe speelt in the Whitehouse een exhibitiepartij voor U.S.A.president Taft
1912
Maurice Vignaux werd via een gerechtelijke uitspraak, twee maanden na het toernooi, winnaar van het eerste kader 45/2 wereldkampioenschap in Parijs. Vignaux eiste van de drie gelijk geëindigden de titel op, vanwege zijn hoogste algemeen gemiddelde.
De Antwerpenaar Piet Sels werd, na een toernooi van veertien dagen, kampioen bij het eerste Belgische kampioenschap op 3 maart in Métropole te Brussel. Moyenne 12.19.
Op 11 december verscheen het eerste nummer van “Het Biljart” onder redactie van John Coucke, gedrukt bij Volharding. Op 1 jan. 1914 werd G.J. Nijland hoofdredacteur.
Bij Koninklijk Besluit nummer 37, van 2 februari 1912, werd goedkeuring verleend aan de stichting van De Vereeniging “De Nederlandsche Biljartbond”.
Professeur de Billard Fr. Mertens schreef een boekje van 48 pagina’s, dat bij Scheltens & Giltay te Amsterdam werd uitgegeven onder de titel “Beknopte Leermethode van het Moderne Biljartspel”. Het bevatte 58 illustraties. Herdrukken waren er in 1914 en 1917.
De Fransman Edouard Roudil kreeg een regen van lampglas over zich heen in New York, toen hij in een internationaal amateur kampioenschap een massé inzette.
Op wereldniveau wordt door biljartorganisaties samenwerking gezocht. De eerste wereldoorlog plaatst deze ontwikkeling een aantal jaren op een lager pitje.
Het geboortejaar van topbiljarter Rene Gabriëls.
In dit jaar is het eerste Internationaal Open Golfkampioenschap van Nederland.
1913
H.J. Robijns werd kampioen bij het eerste Nederlandse kaderkampioenschap 45/2, van 4 tot 6 april gehouden in Musis Sacrem te Arnhem. De organisatie was in handen van de Arnhemsche Biljart Vereeniging. Onder de biljarts stonden waxinelichtjes om de leiplaten te verwarmen en daardoor de vochtigheidsgraad van de lakens te verminderen.
Hendrik Robijns uit Amsterdam, werd in dit jaar winnaar van een internationaal toernooi, gehouden in Parijs te Frankrijk.
Tjebbe IJsbrand Terpstra stichtte een Academie de Billard in Den Haag.
Dr. Langmuir ontwikkelde de met gas gevulde lamp, in het laboratorium van de General Electric Company. Electrische biljartverlichting i.p.v. gasluchters.
Het geboortejaar van de beroemde poolspeler Willie Mosconi uit Philadelphia.
1914
De ankers op de kaderlijnen bij de banden werden vergroot tot 17,8 centimeters.
In de U.S.A. werd al een gemengde spelsoortenwedstrijd gehouden bij Mussey’s, welke gezien zou kunnen worden als een voorganger van het wedstrijdmodel pentathlon.
1916
Er werden ook kampioenschappen voor de “kleine tafel” (2.30 x 1.15 m) ingevoerd.
In Engeland gaat een eerste eenvoudige amateur snookercompetitie van start.
In de U.S.A. leidde discriminatie tot de stichting van de CAPBA., de Colored Amateur Billiard Players Association. Er is weinig historisch materiaal over behouden gebleven.
In Monte Carlo overlijdt op 17 februari Frans kampioen Maurice Vignaux op de leeftijd van 70 jaar.
1917
In augustus verscheen de uitgave “Het Biljartspel”, onder redactie van G.J. Nijland.
De uitgave werd in 1919 gestaakt.
1918
Winnaar van de Engelse amateur snookercompetitie werd de heer H.H. Lukens.
Willie Hoppe maakt in een demonstratiepartij, een driebandenserie van 25, in de Wright’s Room te San Francisco. Het record houdt 50 jaar stand.
1919
E.J.F. Horemans bracht het boek “Het Biljartspel” op de markt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar in Rotterdam. Het boek omvatte 69 pagina’s en ging in herdruk in 1924, 1928 en 1936.
Bij het samengaan van de Billiard Control Club en de Billiard Association werden de regels voor het snookerspel nader omschreven en vastgelegd.
De Engelse amateur Sidney Fry won het biljartkampioenschap en! de snookertitel.
De Amerikaan Ralph Greenleaf zorgde voor een opleving van het poolbiljarten, dat in de vergetelheid dreigde te geraken, door de populariteit van het carambolebiljarten.
1920 In de gouden eeuw van het biljarten werd de grootste biljarthal, The Recreation, gebouwd in de Amerikaanse stad Detroit. Het gebouw had zeven verdiepingen met o.a. 103 biljarttafels, 88 bowlingbanen en een restaurant met 300 plaatsen.
Op 1 januari verscheen als officieel orgaan van de bond om de veertien dagen het blad “De Carambole”. Dat bleef zo tot 1926. Redacteur was M.C. Consemulder.
Amerikaanse topspelers kwamen tot de vormgeving van het populaire driebandenspel.
De bekendste vrouwelijke poolspeelster in de U.S.A. was Frances Anderson.
Later bleek zij geen vrouw maar een man te zijn, Orie te heten en uit Kansas te komen.
In de serie “Bibliotheek voor sport en spel” werd onder nummer 41, bij J.F. Van De Ven in Baarn, het boekje; Kleine Billardschool – Carambolagespel uitgegeven.
De omvang is beperkt tot 32 bladzijden en de winkelprijs was slechts 60 centen.
De firma E.L. Fletcher & Son Ltd. Produceert plakouwels voor pomeransen.
Kunstharsballen worden door de biljarters geaccepteerd, uitgezonderd bij kunststoten.
1921
George Sutton vestigde, zonder handen!!, een kader 45/2 recordserie van 799 punten.
Op achtjarige leeftijd was hij zijn handen kwijt geraakt door een ongeluk in een zaagmolen. Hij studeerde af in medicijnen, aan de universiteit van Millwaukee.
De Amsterdammer Arie Bos werd te Parijs wereldkampioen in het kader 45/2, met een eindmoyenne van 13,58. Een serie van 100 caramboles haalde hij in 6 min. en 35 sec.
Bos en Dommering behaalden samen de wisseltrofee van de Coupe Glorieux, in 1905 beschikbaar gesteld door de Belgische biljarter en fabrikant uit Brussel.
1923
De Union Internationale des Fédérations d’Amateurs de Billard werd opgericht op 17 december te Brussel, met als zetel Parijs. (Initiatiefnemers waren: België, Frankrijk, Egypte, Zwitserland en later Denemarken, Duitsland, Nederland, Luxemburg en Griekenland.) Afgekort: U.I.F.A.B. (1926 U.S.A. en Duitsland – 1927 Spanje – 1930 Portugal) Later traden ook toe: Oostenrijk, Hongarije, Venezuela, Cuba, Argentinië, Tsjechoslowakije en Polen. De Fransman A. Avé, secretaris generaal van de Franse Biljartbond, en bestuurslid binnen de U.I.F.A.B., bepleitte de invoering van de nastoot en zijn systeem voor wedstrijdindeling. De N.B.B. trad toe tot het Nederlands Olympisch Comité, dat haar oorsprong had in 1912.
De Emmafabriek op Java vergrootte de leidikte van vijf naar zeven centimeter, in navolging van de Wilhelminafabriek en de Schepperfabriek. Dit om biljarters de mogelijkheden te bieden beter te kunnen masseren en pikeren op het biljart.
De Londense firma Thurston lanceerde met succes het katoenen kwaliteits biljartlaken met de merknaam “Janus”. Veel biljarters speelden er graag op.
In Parijs waren 90 biljartleraren aangesloten bij een vakbond, als beroepsgroep.
1924
Vanaf dit jaar werden er ook Europese kampioenschappen gespeeld.
De N.B.B. werd opgenomen in de U.I.F.A.B.
De U.I.F.A.B. plaatste het librespel weer op de wedstrijdkalender.
In de biljartwereld was nu algemeen sprake van het “diamond systeem”.
Velen hadden meer of minder bijgedragen aan de ontwikkeling van het concept.
J.W. Verloop stelde een gouden wisselbeker ter beschikking voor het Europees kampioenschap 45/2. Na 1948 werd de beker uitgereikt bij het kaderspel 47/2.
1925
De ‘s Gravenhaagsche Biljartclub verzorgde het eerste Europese kampioenschap in de kaderspelsoort 45/2, van 12 tot 15 februari, in de Haagse Dierentuin.
Jan Dommering werd de eerste Nederlandse speler met een Europese kadertitel 45/2.
Dat toernooi werd verspeeld in Den Haag. In Parijs werd hij wereldkampioen.
Het opgerichte blad “De Biljartwereld” werd officieel orgaan van de N.B.B.
De firma Palmer & Sons fuseerde met het leisteenbedrijf van Alexander Dickson.
De productie kwam ten einde in 1936, door de grote concurrentie.
De N.V. Leeuwarder Papierwarenfabriek publiceerde het biljartboek van Louis van der Vijver, biljartleraar te Rotterdam, “ Leerboek van het Biljartspel”, met 412 pagina’s.
Oprichtingsjaar van de “Billiards and Snooker Control Council” in Engeland.
Joe Davis werd de eerste officiële wereldkampioen in de spelsoort snookeren.
Hij eiste ook de volgende twintig wereldtitels in de snookersport voor zich op.
De keubouwer Herman J. Rambow verkreeg een patent op een keu, waar het gewicht kon worden aangepast, zonder het balanspunt van de keu te moeten wijzigen.
Erich Hagenlocher bleef in februari op nul staan in zijn 45/2 kaderpartij over 400 punten, tegen de Amerikaan Jake Schaefer Jr. Deze ging in één beurt uit.
Robert Cannefax sneed, in zijn partij tegen W. Hoppe uit nijd over het trage poolbiljartlaken, met een pennenmesje het laken stuk, waardoor hij verliezer werd.
Biljarts kunnen door weerstanden onder leiplaten, elektrisch worden verwarmd.
1926
Biljartvereniging K.R.A.S. organiseerde in de Amsterdamse Sociëteit het eerste Nederlandse kampioenschap in de spelsoort driebanden.
Carel Koopman werd winnaar met een algemeen gemiddelde van 0.583.
De Verenigde Staten en Duitsland werden lid van de U.I.F.A.B.
Invoering van het éénstootskader 45/1, om het kaderspel moeilijker te maken.
Het geboortejaar van de grote kadrist Jean Marty, leerling van Roger Conti.
In Engeland werd het gebruik van compositieballen toegestaan voor amateurs.
Otto Reiselt haalde in een partij driebanden over 50 car. een moyenne van 3.125.
Op 29 november wordt het eerste Snooker World Cuptoernooi verspeeld in de Thurston Hall.
Melbourne Inman won van Tom Newman met 8 tegen 5 frames.
1927
Charles Faroux won in Vichy de wereldtitel in de nieuwe kaderdiscipline 45/1.
Tijdens zijn actieve periode als biljarter veroverde Mister Joe Davis naast snookertitels tevens vier keer op rij de titel in het carambolebiljarten.
In de U.S.A. werd het driebanden populair ten koste van het kaderspel.
De Amerikaan Jack Doyle, eigenaar van een biljart speelzaal in New York, was op 30 oktober de eerste voorzitter van de American Three-Cushion Billiard League, een organisatie voor profspelers. De Amerikaanse hegomonie van de profspelers in de kaderdiscipline werd doorbroken door de Belg Edouard Horemans.
In een kader 45/2 kampioenspartij, in december, tussen Jake Schaefer Jr. en Welker Cochran, was er voor het eerst sprake van een elektrische verwarming van het biljart.
Jan Dommering verbetert het wereldrecord serie kader 45/2 tot 263 caramboles.
Spanje trad dit jaar toe tot de organisatie van de U.I.F.A.B.
H. Keizer (internationaal arbiter, biljartjournalist, bondsadministrateur, radiospreker, redacteur van “Biljart”) en W.H. Smit ontwierpen de oorspronkelijke statuten, het huishoudelijk reglement en het wedstrijdreglement van de N.B.B.
Andre Heurtebise combineert het roulettespel met biljartprofessionals, door hen de roulettebal te laten afstoten, bij aanvang van het gokspel, na de inzetten.
De Franse biljartfederatie kent een amateur en professionele afdeling.
Het gokken op grote wedstrijden tussen professionalbiljarters wordt verboden in 1930.
1928 Edmond Soussa, de Egyptenaar, won te Reims in Frankrijk de eerste wereldtitel in de spelsoort driebanden, als amateur. In Vichy won hij het kader 45/1 en het libre.
Willie Hoppe maakte 25 car. driebanden in een demonstratiepartij tegen Petersen.
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik bezocht het wereldkampioenschap 45/2,
dat gespeeld werd in Amsterdam. Daar waren toen ook de Olympische Spelen gaande.
H.C.L. Wenning schreef het biljartboekje “Het Biljartspel – Handleiding voor beginners en Gevorderden”. Het boekje was uitgegeven bij G.B. Van Goor en Zonen in Gouda.
Met een omvang van 72 pagina’s kende het boekje later vijf herdrukken, tot 1968.
De Engelse profspeler Joe Davis veroverde de wereldtitels snooker en! biljarten.
Luxemburg stichtte de Fédération Luxembourgeoise des Amateurs de Billard (FLAB).
1929
Het kadermodel 71/2, zoals ontworpen door biljartgrootmeester E. Soussa, werd opgenomen in de lijst van algemeen erkende kaderspelsoorten, voor de amateurs.
Ook de profspelers gingen meer en meer over op het gebruik van de compositieballen.
Sommige criticasters zeiden uit cynisme, dat ze met gedroogde klei moesten spelen.
Een nieuw type compositieballen onder de naam “compo-ivory” bevatte ivoorsnippers.
De grote recessie leidde tot een halvering van biljartgelegenheden, na gouden jaren.
1930
In Vichy werd voor het eerst om de titel in de kaderspelsoort 71/2 gespeeld. (E. Soussa)
Het N.O.C. schonk de N.B.B. de “Van Tuyll-beker”, vanwege het behalen van de wereldtitel driebanden voor amateurs te Amsterdam, door H.J. Robijns, op 11 mei.
Er waren 2 poules van 6 spelers. De top vier speelden een kruisfinale over 50 punten. Dit is ook het geboortejaar van Tiny Wijnen. Er is een vrouwen biljartclub –H.E.T.E.Y.- in Amsterdam. De afkorting betekent; -Houd er trouw effect yn-. Pas rond 1970 werd damesbiljarten meer gespeeld.
De Koninklijke Belgische Biljartbond ging kampioenen officieel registreren.
Ook Portugal trad toe tot de U.I.F.A.B. De invoering van de trekstoot bij aanvang van de partij, vond plaats, om te bepalen wie er moest/mocht beginnen met de partij. Het gebruik bestond al lang in verschillende vormen en varianten in vroeger jaren.
Juan Butron werd in februari wereldkampioen libre te Bern. De Spanjaard maakte vier partijen van 500 caramboles steeds in één beurt uit. In de vijfde kwam hij tot 472 caramboles. De Spanjaard D. Julio Adorjan laat in Madrid bij Editor – Daniel Jorro een biljartboek uitgeven, met de titel “Tratado del juego de carambolas”.
Tot deze tijd was biljarten populair in Engeland. Daarna kreeg snooker meer aandacht.
Massaproductievormen leidden tot een veel goedkopere elektrische lampenbol. Het licht was helder en leidde niet tot extra warmte of vervuiling, zoals bij gaslicht.
In het magazine The Billiard Player is sprake van een rotankeu.
Later werd ook gewerkt met aluminium, glasvezel en recentelijk koolstofvezels.
1931
De Egyptenaar Edmond Soussa haalde als eerste speler 500 caramboles in één beurt, in de spelsoort kader 45/2. In Marseille werd hij tevens wereldkampioen.
De Portugees Ferraz werd te Vichy in juli winnaar van de spelsoort Fantasie Klassiek.
Op het programma stonden 36 stootbeelden. De Duitser Meyer scoorde niets.
De eerste professionele vrouwelijke kampioene werd Joyce Gardner (U.S.A.)
Crystalateballen en Bonzolineballen werden in licentie bij Stratford geproduceerd door de Composition Billiard Supply Company, nabij Londen.
De chemische firma Rashig GmbH in Ludwigshafen (Du.) goot harsballen, op basis van phenol formaldehyde. De dichtheid van de ballen was 1,7 (Compositiebal 1,87).
Ed. Derbier schreef het boek “Leçons de Billard”.
Van de hand van Israël Querido verscheen de uitgave “Van het Groene Laken”.
De Spaanse vorst Alfons XIII deed op 14 april troonsafstand en ging in ballingschap.
Als technisch elegant biljarter was hij geschoold door de Spaanse profspeler Bombin.
1932
De Fransman Albert werd de eerste Europese kampioen in het kaderspel 45/1.
De Spanjaard Martinez won in Rijsel het Fantasie Klassiek, over 48 stootbeelden.
Het maximaal aantal te behalen punten in deze spelsoort bedroeg 299.
De Engelse schrijver J.B. Priestly publiceerde een lovend essay; “At Thurston’s “.
De bekende Amsterdamse schrijver Jan Mens werd vanwege de heersende economische
crisis ontslagen als biljartmonteur bij de biljartfabriek Wilhelmina.
1933
De B.B.B. werd nu de Koninklijke Belgische Biljart Bond.
De Fransen organiseerden in Vichy een eerste pentathlon kampioenschap.
De gekozen spelvormen waren: libre 150 car. – kader 45/2 150 car. – kader 71/2 100 car. – bandstoten 50 car. – driebanden 20 car. De Fransman J. Davin werd winnaar.
In het Engelse tijdschrift The Billiard Player, van augustus, was een afbeelding opgenomen van François Mingaud. De tekening is gemaakt door Charles Rodius.
In februari speelde Walter Lindrum een libreserie van 1041 caramboles bijeen.
Hij speelde de punten bijeen door ruim twee keer de tafel rond te gaan.
Het bandstoten, als speldiscipline, werd ook ingevoerd voor amateur spelers.
Vooral de Belgen maakten jarenlang naam in deze moeilijke biljartdiscipline.
Er wordt een nieuwe omschrijving gegeven voor een “doorduwstoot”.
1934
De Oostenrijker Ernst Reicher werd in Vichy de eerste wereldkampioen bandstoten.
De Belg De Doncker werd in de Métropole-zaal te Sint Joosten Node in april de eerste wereldkampioen in de gecombineerde vijf spelsoorten van de pentathlon.
In september realiseert de Nieuw Zeelander Murt Donoghue in Griffiths ( de regio van Sydney in Australië), op zijn clubtafel, de eerste geregistreerde perfecte break van 147.
Het wereldkampioenschap snooker voor dames werd de eerste keer en de zeven volgende keren gewonnen door de Engelse Ruth Harrison.
1935 Piet de Leeuw werd op 6 januari Nederlands kampioen in het kader 71/2, in het clubhuis van B.V. Benoorden het Y te Amsterdam.
Het aantal figuren bij fantasie klassiek werd uitgebreid tot 46, met een te behalen puntentotaal van maximaal 416.
De Amerikaan C.C. Peterson stootte een biljartbal weg, over een maximale rolafstand van 101,854 meter, op de marinepier in Chicago.
De National Bowlers Journal (U.S.A.) vermeldde, dat Isidro Ribas een biljartbal in beweging zette met zijn vingers en vijf minuten kon laten draaien op een gladde plaat.
Bij de wereldkampioenschappen driebanden in New York was het laken purper!
Dat zou rustiger zijn voor de ogen. Het bleef een uniek experiment.
In plaats van leisteen, werd gespeeld op een laag multiplex, omrand met staal!
De ballenset bestond uit 2 witte ballen en een citroengele bal. De Amerikanen wonnen.
1936
Jan Sweering werd wereldkampioen pentathlon in Malo les Bains.
Nelis van Vliet werd in Den Haag de eerste Nederlandse librekampioen.
De kaderspelsoort 45/1 werd ingevoerd.
Op woensdag 16 september 19.00 uur hield de heer H. Keizer een radiorede bij het 25 jarig jubileum van de N.B.B. De Bond heeft dan 2076 leden bij 81 verenigingen.
Op 1 maart gingen de bladen De Carambole en De Biljartwereld op in “De Biljartrevue”, onder de directie van A.W.H. van Haaren.
Willie Hoppe verslaat wereldkampioen Welker Cochran in een zestal driebandenpartijen. Hij maakt 360 caramboles in 240 beurten. Zijn hoogste serie was 15.
Bij G.B.van Goor Zonen in Den Haag verscheen van de hand van H.C.L. Wenning een boekje over driebandenspel onder de titel “Het Driebandenspel”. Omvang 51 pagina’s.
De Fransman Dr. Sicard neemt proeven in de technische school van Aix om te komen tot vervangende biljartballen voor het kwetsbare en gevoelige ivoor. Hij heeft hierover regelmatig contact met de heer Avé, voorzitter van de U.I.F.A.B.
1937
Op 12 juli was de geboortedag van biljartgrootmeester Raymond Ceulemans.
Zijn erelijst van meer dan honderd titels bezorgde hem de bijnaam: “Mister 100”.
Op 13 juni was de geboortedag van de Nederlandse topspeler Hans Vultink.
De Duitser Tiedtke won in Parijs de eerste officiële wereldtitel Fantasie Klassiek.
De 64 stootbeelden waren samengesteld door: Ribas, Conti, Albert en Faroux.
Edouard Fornells (Fr.) bracht het goedgekeurde “For-baltype” op de markt.
De Resine Uree ballen hadden 35 % meer elasticiteit dan de ivoren ballen.
De halve meer elastische ballen werden onder zeer grote druk aaneen geperst.
De firma Rashig GmbH verloor Dr. Koebner, een briljant Joods chemicus, die in Engeland ging werken bij The Composition Billiard Ball Supply Company.
Een nieuwe compositiebal (s.g. 1.17) onder de naam “Vitalite” kwam op de markt.
In Engeland werd op 3 mei voor het eerst carambolebiljarten op televisie getoond.
De spelers in die eerste televisiewedstrijd waren Joe Davis en Tom Newman.
In de eerste snookerwedstrijd op televisie (zwart-wit), op 14 april, speelden de toppers Horace Lindrum en Willie Smith tegen elkaar.
In de U.S.A. werd voor het eerst en waarschijnlijk ook voor het laatst, een kadertournooi 71/2 gehouden voor professionele biljarters.
1938
Tot 1947 werd het wereldkampioenschap driebanden niet verspeeld.
Snooker werd voor het eerst in Engeland gespeeld op de Royal Military Academy in Woolwich. Het blad The Field meldde het ontstaan? van het snookerspel.
In een afgegeven interview zei Chamberlain dat zij zich eerst voelden als beginners in deze nieuw ontwikkelde speelvorm binnen de biljartsport.
Charles Cuncall (Eng.) maakte een mooi schilderij over het snookerbiljarten, met als spelers Joe Davis en Tom Newham.
Dit biljartseizoen werd het toernooi om de Coupe Glorieux voor het laatst gehouden.
Het eerste wereldkampioenschap driebanden voor profspelers won Roger Conti.
De Belg René Vingerhoedt werd, als achttienjarige, wereldkampioen fantasie klassiek.
In dit jaar overleed George Sutton, die zonder handen, jarenlang een topbiljarter was.
Alec Brown bespeelde op 14 november om 15.45 uur, een bal legaal, met een minikeu.
De wedstrijd tegen Tom Newman (bijnaam: the Fountain Pen Cue Man) werd geleid door arbiter Charlies Chambers in de Thurston Matchroom op Leicester Square. Er werd gespeeld om de Daily Mail Gold Cup Snooker Tournament. De gemaakte zeven punten werden niet toegekend.
Op 22 november bepaalde de Billiard Association de minimale keulengte op 3 voet.
Keulengte en de opdracht voor het bespelen met een pomerans, betekende het einde voor het biljart tijdperk, waarin ook de schuifstok (mace) toegestaan was.
1939 Compton Mackenzie noemde in een artikel enkele legerofficieren, die bevestigden dat het Neville Chamberlain was, wiens idee resulteerde in de spelvorm “Snooker”.
J. Dommering en P. de Goede schreven het boek “Het Biljartspel”. De uitgever was
Van Loghum Slaterus uit Arnhem en het boekje had 77 pagina’s. Er kwamen herdrukken in de jaren 1950 en 1954.
Na de inval in Polen, op 1 september, worden de internationale biljartactiviteiten voor langere tijd stilgelegd door de U.I.F.A.B.
1940
Piet van de Pol won de nationale kadertitel in de spelsoort 45/2, tweede klasse.
Van 1940 tot 1990 heersen de Belgen in de biljartdiscipline van het billard artistiek, met de spelers; René Vingerhoedt, Raymond Steylaerts en Léo Corin.
In mei werd het beroemde bedrijf en de speelzaal van Thurston gebombardeerd.
1941
Het bondsbureau van de N.B.B. werd gevestigd in Amsterdam.
De bezetter dwong sportclubs tot aansluiting bij een collectieve landelijke organisatie.
Het ledental van de N.B.B. steeg hierdoor van 6000 naar 22000 aangesloten biljarters.
Willie Hoppe is de auteur van het boek “Billiards”, in een uitgave van The Reilly & Lee Co. te Chicago. Bij uitgave kostte het boek slechts $1.50 in de U.S.A.
Jake Schaefer Jr. vroeg en kreeg uitstel van zijn partij driebanden tegen W. Hoppe,
tijdens het wereldkampioenschap. Na herstel van Hoppe werd deze alsnog kampioen.
Het tijdschrift Life wijdt in de uitgave van 21 april een artikel aan W. Hoppe. Daarin zijn foto’s opgenomen, die gemaakt zijn met een stroboscoop, i.v.m. rollijnen.
1942
Nijgh & Van Ditmar uit Rotterdam publiceerde het nieuwe boek van Edouard Hore-
mans, met opnieuw de titel “Het Biljartspel”. De nieuwe inhoud telde 116 pagina’s
en was aangevuld met 127 figuren en 14 foto’s.
Piet van de Pol behaalde te Rotterdam zijn eerste nationale titel in het kader 47/1.
1943
R. Gabriëls bracht het standaardwerk “De serie Américaine in het Biljartspel” uit.
Ir. C. van Haaren assisteerde hem bij de samenstelling en vervaardigde de tekeningen.
In de volgende vijftien jaren verschenen er regelmatig aanpassingen, aanvullingen,
herdrukken en nieuwe uitvoeringen van de Gabriëls boeken.
De triathlon werd verspeeld met de spelsoorten libre, bandstoten en driebanden.
1944 Na de oorlog verscheen de in België geproduceerde nieuwe biljartbal “Vitalite” op de markt onder de merknaam “Aramith” en in Engeland als “Tournament Champion”. Met hars werden de Super Crystalate Bal, Superior Tournament Champion en de Aramith de Luxe ontwikkeld en goedgekeurd voor wedstrijdgebruik.
De Amerikaan Welker Cochran speelde een partij over 60 caramboles driebanden uit in 20 beurten en behaalde een ongekend partijmoyenne van 3.00.
Bij een driebandentoernooi in New York werd een speeltijd van 1 minuut toegestaan per carambole. Na 45 seconden werd de speler gewaarschuwd voor tijdsoverschrijding.
Voor die tijd mocht een driebander een stootbal naar keuze nemen, behalve de rode.
Sir Neville Chamberlain overleed op 28 mei op achtentachtigjarige leeftijd.
De fabrieken van de lakenfirma Simonis in België worden onbedoeld gebombardeerd.
De beide wereldoorlogen en de economische crisis beperkten de omzet zeer.
1945
Het wedstrijdwezen van de N.B.B. werd gedecentraliseerd, door de instelling van biljartdistricten. In de tien jaren na de oorlog domineerde Piet van de Pol het biljarten.
De heroprichting van het bondsorgaan De Biljartrevue onder de redactionele leiding van G.J. Nijland en A.W.H. van Haaren, met de naam “Biljart”.
1946
De N.B.B. ontving opnieuw de Van Tuyll-beker, vanwege de internationale prestaties van Piet de Leeuw en Piet van de Pol.
Er was weer gevulkaniseerd rubber verkrijgbaar, sinds de uitbraak van W.O. II.
Tijdens het U.I.F.A.B. congres te Amsterdam werd bepaald, dat het de speler die aan stoot was, verboden was om aan tafel te roken, bij internationale wedstrijden.
De Fransman Roger Conti maakte in juni te Parijs een serie van 1214 caramboles in een partij over 4000 caramboles, in de spelsoort kader 45/2.
In Engeland stonden naar schatting 250.000 grote snookertafels opgesteld.
Leo Levitt behaalde als eerste amateur de maximale snookerscore van 147 punten.
Engelse topbiljarters gingen zich meer en meer richten op het lucratieve snookerspel.
De U.I.F.A.B. ontneemt Duitsland het lidmaatschap tijdens de jaarvergadering in Parijs.
In het tijdschrift Popular Mechanics worden foto’s van biljartstoten geplaatst, gespeeld door W. Hoppe en gemaakt met een stroboscoop, net als in 1941.
1947
De landelijke decentralisatie werd tot ontwikkeling gebracht door de instelling van gewesten.
De Belg René Vingerhoedt behaalde de eerste Europese titel kunststoten in Parijs.
Oostenrijk wordt weer als zelfstandig land lid van de U.I.F.A.B.
Bij internationale wedstrijden is het roken bij de wedstrijdtafel voortaan verboden.
Willy Hoppe wint de driebandentitel en blijft daarna 7 jaren achtereen kampioen.
1948
In het Kurhaus te Scheveningen werd, onder leiding van de B.V.‘s Gravenhaagsche, het eerste Europese kampioenschap 47/2 gespeeld. Winnaar werd de Fransman
Jean Galmiche. De U.I.F.A.B bepaalde in augustus te Brussel dat het kader 45/2 werd omgezet tot kader 47/2. De kaderlijnen kwamen nu op 1/3 van de tafelbreedte te liggen (47,416 cm).
Voor het vrije middenvak golden voortaan ook de regels van de overige kadervakken.
Aanleiding vormde de herhaalde partijserie van 400 caramboles in één beurt, bij de Coupe Glorieux en het Europees kaderkampioenschap 45/2 te Luik door René Gabriëls, met een algemeen gemiddelde van 18.49.
Voor de matchtafel worden in het libre de grote hoeken ingevoerd.(35.5x71cm)
De firma E.A. Clare & Son komt op de markt met het moderne verlichtingsconcept
“Eralc Mark “, dat geen hinderlijke schaduwen veroorzaakt op het biljartlaken.
1949
“Het Leerboek van het Biljartspel “ was geschreven door L.D. van der Vijver en de Rotterdamse en internationale topspeler P.J. van de Pol. Herdruk van 1925.
De uitgave werd gedaan door uitgeverij Het Goede Boek uit Bussum, maar ook door Mulder & Co uit Amsterdam. Het boek had een omvang van 395 pagina’s gekregen.
De Argentijn Ezequiel Navarra haalde in Buenos Aires in 16 beurten 50 driebanders.
De hele partij over 1500 driebandenpunten duurde tien dagen. Er waren 4000 kijkers.
1950
Piet van de Pol werd Nederlands kampioen 47/1, met een moyenne van 16.78.
Nederlanders behaalden een Europese titel bij driebanden, kader 47/2 en het librespel.
Het geschatte aantal biljarts in Nederland was 12.000 in deze periode.
De N.B.B. telde 800 verenigingen met een totaal van ongeveer 14000 leden.
Er waren in deze tijd nog heel wat biljarts met dichtgemaakte!! hoekpockets. Doorgaans had men de soms fraaie koperen klepknoppen gewoon laten zitten.
Het bondsorgaan staat onder redactie van alleen A.W.H. van Haaren. De heren H. Keizer en Jhr. Dr. J.C. Mollerus waren slechts enkele jaren in de redactie present.
1951
De N.B.B. werd bij gelegenheid van haar veertig jarig bestaan op 15 september beloond met het koninklijk predikaat en heette voortaan de Koninklijke Nederlandse Biljart Bond. In die tijd werd de K.N.B.B. geleid door bondsvoorzitter de heer J. Lageweg.
Er mogen, met goedkeuring van het bestuur van de K.N.B.B. zes typen goedgekeurde kunststofballen worden gebruikt. De merken waren; Ivoirin, Simili Ivoor, Perfecto, Excellenta, Ivorino en Vitalite. Bij het kampioenschap van Nederland, in de klasse kader 38/2 klein biljart, gehouden te Apeldoorn, werd gespeeld met ivoren! ballen.
Op 1 februari overlijdt Willie Hoppe in Miami aan een hartaanval. Zijn bijnaam was Mr. Billiards. Hij stond onder contract bij Brunswick Balke Collender Company.
In Scheveningen neemt de U.I.F.A.B. de (her)toelating van Duitsland in beraad.
1952
Edouard Derbier gaf het biljartboekje “Leçons de Billard” uit. De uitgave werd verzorgd door Éditeur S. Barnemann te Parijs.
Willie Hoppe won, vlak voor zijn terugtreden, zijn laatste wereldtitel driebanden.
De Argentijn P. Leopold Carrera behaalde in Buenos Aires de wereldtitel libre.
Hij won, net als Soussa, in hetzelfde jaar ook de titel in het kader 45/2.
In de boekjesreeks Weten en Kunnen verscheen als nummer 257 een boekje met de titel “Het Biljartspel”. Het werd uitgegeven door Kosmos uit Amsterdam/Antwerpen.
Het boekje had 64 bladzijden en was samengesteld door Antoon van Haaren en Joop van der Hoek. Het boekje kende in de loop der tijd meerdere herdrukken.
1953
Piet van de Pol werd Europees kampioen 47/1 zonder bondsgoedkeuring!!
In de andere spelsoorten heeft Nederland dit jaar geen mensen ingeschreven.
Het Italiaanse woordenboek vermeldde, dat het hedendaagse woord biljarten afkomstig was van het begrip “bigliardo”. Dit was te herleiden tot het Franse woord “bilhard” dat bâton of stok betekende.
1954
De Argentijn Carrera won in Buenos Aires de wereldtitel in een nieuwe pentathlon.
Raymond Ceulemans werd in België regionaal kampioen kader 35/2 met een algemeen gemiddelde van rond 50.00 en won later de Belgische titel driebanden 1e klasse. (0.750)
Nederland heeft veel kritiek op Charles Faroux, voorzitter van de U.I.F.A.B.
1955
De Billiards and Snooker Control Council erkende als eerste perfect break de score van Snookersultan (bijnaam) Joe Davis. Het was in een wedstrijd tegen veteraan en ex- wereldkampioen carambolebiljarten Willie Smith, op 22 januari.
De match vond plaats in de Leicester Square Hall (Engeland).
De topspeler Henk Scholte won zijn eerste nationale titel in het libre te Amsterdam.
1956
Stichting van de Fédération Internationale de Billard (F.I.B.) o.l.v. George Troffaes op 18 augustus in Luik. De F.I.B. verbleef één jaar buiten de U.I.F.A.B. (initiatiefnemers waren: België, Nederland, Duitsland en Saarland).
Het Artistiek Biljarten kende voortaan 76 verplichte figuren maximaal 500 punten.
Een geplande vergadering van de U.I.F.A.B. ging wegens oppositie niet door.
In september vond de oprichting plaats van de Curaçaose! Biljart Bond.
Op 22 april overlijdt Alexandre Avé te Parijs op de leeftijd van 73 jaar.
1957
Het U.I.F.A.B. en de F.I.B. fuseerden op 1 juni te Madrid tot de Union Mondiale de Billard (U.M.B.) o.l.v. de heer Martin. De heer Troffaes werd leider van de C.E.B.
De Europese afdeling noemde men: Confédération Européenne de Billard (C.E.B.).
Willy Mosconi de Amerikaanse poolspeler trad terug en pool werd nu minder populair.
In mei werd de Nieuwe Nederlandse Biljartbond opgericht door een aantal nationale topspelers, die zich beknot voelden in de deelname aan internationale toernooien.
De Fransman Roger Conti schreef “Le Billard, cet inconnu.” Uitgave in Parijs.
M.A.F. Soliën maakte voor de reeks Ken Uw Sport, een boekje over biljarten.
De eerste uitgave was verzorgd door Duwaer & Zonen. Nog steeds op de markt.
1958
In april werden de uitgetreden leden (N.N.B.B.) te Amsterdam weer ingeschreven.
In dit jaar werden de kadervakken van de matchtafel gelijk getrokken, tot 47 cm.
In mei maakte Piet van de Pol als eerste een absolute serie (niet te verbeteren record) van 400 caramboles in één beurt, in de spelsoort kader 47/2, te Gent in België.
In Genève kreeg de C.E.B./F.I.B. in juli, mede namens Nederland, haar eigentijdse structuur. Al eerder werd de C.E.B. hernoemd tot F.I.B.(Federation Internationale de Billard) Antonio Cilione wijdt in 187 bladzijden een gedegen studie aan het diamondsysteem.
Raymond Ceulemans wordt ontdekt als biljarter, op 17 jarige leeftijd. Hij was ook een goede jeugdvoetballer als middenvelder.
1959
René Vingerhoedt beëindigde zijn succesvolle internationale biljartcarrière.
Op 1 juni vond de oprichting plaats van de Wereldbiljartunie (U.M.B.) te Madrid.
In Amersfoort werd, op initiatief van Nederland, de eerste landenwedstrijd in vijf spelsoorten gehouden (TEP). De Belgen gingen met de eer strijken.
De snookerkampioen Joe Davis introduceerde snooker-plus met een oranje bal, (tussen rose en blauw) waarde 8 punten, en een paarse bal (tussen blauw en bruin), waarde 10 punten. De max. break van 147 kon dan stijgen naar 210. Het werd voor het eerst in wedstrijden uitgevoerd op 26 oktober. Het verkreeg te weinig waardering.
De novelle The Hustler (over pool), geschreven door Walter Tevis, werd uitgegeven.
Ivoren biljartballen blijven alleen in gebruik voor het driebandenspel en kunststoten.
1960
De! bekende “televisiefinale” bandstoten won B.Tegelaar van C.van Oosterhout.
In de Verenigde Staten stonden pooltafels doorgaans ook in bowlingcentra.”
De wereldtitel driebanden is na elf jaar, opnieuw in Buenos Aires, voor Vingerhoedt.
De biljartfirma Thurston komt in handen van de firma E.A. Clare & Son.
1961
De heer J. van Beem formeerde binnen de K.N.B.B. in september een jeugdafdeling.
De eerste KNBB-jeugdleidercursussen vinden in de weekenden plaats in Oirschot.
Raymond Ceulemans werd derde te Triëst, tijdens zijn internationale driebandendebuut.
De film “The Hustler” met Paul Newman vormde een opleving voor pool in de U.S.A.
Daarin werd het poolbiljartleven van Rudolph Wanderone uit Brooklyn New York weergegeven. De film bezorgde hem de beroemde bijnaam “Minnesota Fats”.
De lakenfirma Simonis gaat samen met de firma Peltzer & fils onder de naam: Société Anonyme des Draps et Files Iwan Simonis (kort; Iwan Simonis Cloth)
1962
Raymond Ceulemans begon zijn enorme succesvolle biljartcarrière en opende in Grobbendonk de Kempische Biljartakademie.
In het eerste nationale jeugdtoernooi werd gespeeld om de Sportperswisselbeker.
J. Thurston bouwt het biljartmodel “Jubilee Model”, met ingebouwd waterpassysteem.
1963 Tiny Wijnen won in Huelva (Spanje) de Europese titel in het kader 47/2.
1964 De K.N.B.B. ging over tot het invoeren van nationale jeugdkampioenschappen in acht verschillende klassen. (6e tot en met extra klasse libre klein-biljart)
Film (met o.a. biljarten): “Des frissons partout”, met filmster Eddie Constantine.
Reinaert Profjes in Brussel gaf het boekje “ABC van het biljartspel” uit.
Het was van de hand van Valère Verstraete en telde 79 pagina’s.
1965
Raymond Ceulemans behaalde de wereldtitel van het tweede pentatlonkampioenschap,
dat gehouden werd te Antwerpen. Hij beheerst vele spelsoorten in de biljartsport.
Henk Scholte maakte in april een geprolongeerde serie (5×500) van 2500 caramboles,
tijdens het wereldkampioenschap libre, dat gehouden werd in Antwerpen.
Robert Vaultier schreef een boek over de Franse folklore gedurende de honderdjarige oorlog. Daarin vermeldde hij allerlei benamingen voor het grondbiljarten.
Het landentournooi krijgt in Amersfoort, o.l.v. Dick van der Meer, een vervolg.
Voor het eerst won een niet blanke poolspeler een toernooi in Burbank U.S.A.
Andere bekende zwarte poolspelers waren James Evans en George Hairston.
Het wereldkampioenschap kunststoten werd nog gespeeld met ivoren biljartballen.
1966
De oud-profspeler Jean Marty won in Zwanenburg het Europees kampioenschap in de kader spelsoort 47/1. Er waren veel klachten over onzuiver rollend ivoor.
Raymond Ceulemans scoorde in voorwedstrijden om de Coupe d’Europe een driebandenserie van 23 caramboles, waarmee hij de partij uitspeelde.
Joop van der Hoek schreef het biljartboek “Carambole”, met als ondertitel, “De wereld van het Biljart”. Het verscheen bij La Rivière & Voorhoeve in Zwolle.
In dit informatieve boek van 173 pagina’s wordt de biljartsport veelzijdig bekeken.
1967 De firma Burroughs and Watts werd overgenomen door het Hurst Park Syndicate.
De afdeling onderhoud en reparatie kwam bij de firma E.J. Riley & Co.
In Frankrijk zijn er na dit jaar geen beroeps-biljarters meer actief.
1968
De laatste verspeelde wereldtitel libre biljarten behaalde Raymond Ceulemans.
De wereldbond voor snookerspelers, de W.P.B.S.A., wordt opgericht.
Ivoren biljartballen worden nog slechts gehanteerd bij het wedstrijd-kunststoten.
Raymond Ceulemans verbreekt het oude record van Willie Hoppe met 1 carambole.
Hij brengt de hoogste serie in het driebanden op 26, tijdens de Simonis Cup.
1969
De Engelse televisie besluit in de winter 16 weken snookerwedstrijden te tonen onder de programmanaam “Pot Black”.(17 jaar) Eerst in zwart-wit, later in kleur.
1970
In de U.S.A. werd Nine Pool (regelgeving 1967) populairder dan Straight Pool.
Nine Ball is televisiegeniek en een fout geeft “ball in hand”, overal op de tafel.
Invoering van kleurentelevisie vergrootte de aandacht voor snookerkampioenschappen.
1972
Hans Vultink was vanaf 1972 tot 1985 met overmacht de beste speler in Nederland.
Het verbeterde baltype komt nu als Super Crystalate ballen op de biljartmarkt.
1973
Het bondsbureau verhuisde naar Leusden.
De eerste vrouwelijke kampioene binnen de K.N.B.B. is na 61 jaren, de Limburgse Mia van der Poel uit Heksenberg bij Heerlen. Zij werd op 7 januari kampioene van de vierde klasse libre jeugd.
Christ van der Smissen (22/06/54) werd Nederlands kampioen bandstoten in Bergeyk.
1974
In het boek “Le Billard”, van Du Marés, Dielis en Corin was veel informatie opgenomen over de historie van het biljartspel. Uitgave te Brussel.
In Roxana in de U.S.A. verscheen van de hand van William Hendricks het boek “William Hendricks History of Billiards”. De eerste editie kende 54 pagina’s.
Georges Troffaes liet in Parijs het boek “Le Billard et l’histoire” uitgeven, met als ondertitel – Chronique des temps passés. De uitgever was Laguide uit Parijs en het boek kende een totaal van 149 bladzijden aan informatie over de biljartsport.
1975
Het ledenbestand van de K.N.B.B. omvatte 20.000 actieve biljarters, op 30 januari.
Hans Vultink realiseerde een recordmoyenne bij het wereldkampioenschap van de kaderspelsoort 47/1. Hij bereikte een algemeen gemiddelde van 42.76.
Hij werd als biljarter terecht benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Christ van der Smissen is op 25 mei de jongste kampioen ooit, in het bandstoten.
Het oprichtingsjaar van de International Pocket Billiards Association (IPBA).
Jonkheer Meester Feith, de voorzitter van de Nederlandse Sport Federatie, opende op 10 mei het nieuwe bondsbureau van de K.N.B.B. te Leusden.
1976
De K.N.B.B. voerde een nieuwe organisatiestructuur in, waardoor er voortaan vier biljartgewesten zullen zijn, in plaats van zes.
1977
J.P. Nahon schreef “Le Billard”, uitgegeven te Parijs.
De firma’s E.L. Fletcher & Sons en Peradon & Co. Ltd. gingen op in een fusie.
1978
Film (met o.a. biljarten): “The Driver”, met acteur Bruce Dern.
Bij Elsevier in Amsterdam verscheen een boek van Simon Vermeent onder de titel,
“Zó speelt u biljart”. Het boekje kende wel acht herdrukken bij Elsevier en Tirion.
In de U.S.A. startte de tweemaandelijkse uitgave van de Billiards Digest, door
Luby Publishing Incorporated in Chicago, onder redactie van Michael E. Panozzo.
Op 17 december werd Steve Davis (22-08-57) erkend professional snookerspeler.
Raymond Ceulemans werd in België gekozen tot sportman van het jaar.
De Fransman Frederique Connesson maakte in april te Brugge een ongelofelijke
bandstootserie van 199 caramboles. De ballen verplaatsten zich bijna niet.
Hij speelde tijdens het wereldkampioenschap tegen de Oostenrijker Johan Scherz.
Het was in de derde beurt. Wereldkampioen werd Raymond Ceulemans.
1979
Clive Everton schreef het boek “The Story of Billiards and Snooker”. Uitgegeven door Cassell in Londen. De eerste uitgave omvatte 192 pagina’s.
In New York werd door St. Martin’s het boek “Hustlers and Heroes” uitgegeven.
Het was geschreven door John Grissim en telde 255 bladzijden.
De bedrijfsvoering van het vroegere bedrijf Thurston o.l.v. E.A. Clare & Son verplaatste het bedrijf naar Camden High Street 220.
Raymond Ceulemans publiceerde bij Frans van Belle in Brussel een boek over het diamondsysteem met als titel “Mister 100”, in meerdere talen. Heruitgave in 2006.
1980
Film: “The Baltimore Bullet”, met James Coburn en Omar Sharif.
De computer doet haar intrede in het administratieve beheer van de K.N.B.B.
1981 “Billiards and Snooker. A Trade History” werd geschreven door J.R. Mitchel.
Het was een uitgave van British Sports in Ashford, Groot Brittannië, en had 97 blz.
In België verscheen van de hand van arbiter Georges Rottie, bij uitgeverij Frans van Belle in Brussel, het boek “Biljarten en Arbitrage”. Het boek kende 168 pagina’s.
Hans de Jager behaalde in Apeldoorn de Europese titel in het kunststoten.
Tine van de Velde-van Brenk!, komt op 14 november in het bestuur van de K.N.B.B.
Vier jaar later werd ze opgevolgd in het hoofdbestuur, door Gerda Nieuwenhuis.
Het biljartdistrict Utrecht voerde als eerste een geautomatiseerde ledenadministratie.
1982
Gerard Klinkert liet bij Spruyt, Van Mantgem & De Does in Leiden zijn eerste boek “Biljarten-En nog Vijf” publiceren. Bij het basisboek hoorde een oefenboek.
Op 11 januari maakte Steve Davis als eerste een perfecte break van 147 punten op televisie. Zender I.T.V. verzorgde de Lada Classic vanuit het Oldham Civic Centre.
Een grote brand verwoest o.a. de archieven van de lakenfirma Simonis in Verviers.
Earl Strickland wint zijn eerste proftoernooi, Nine-ball Open, te Dayton.(U.S.A.)
In het boek van Robert Byrne: “Byrne’s Treasury of Trick Shots in Pool and Billiards, wordt vermeld, dat van de eerste uitgave van het boek (Brussel) van Mingaud zijn in de U.S.A. twee exemplaren bekend. Een in de bibliotheek van het Congres en nog een in de bibliotheek van de Notre Dame universiteit. De uitgave van 1831 door de firma Thurston is nog verkrijgbaar door latere in het Engels vertaalde herdrukken..
1983
De K.N.B.B. had op 25 april 27.323 geregistreerde leden bij 1579 verenigingen.
Een bijzonder boek schreef De Belg Stany Buyle onder de titel “Biljart speel je tussen de Oren-Een Psychofysisch-Technische Symbiose”. Het boek omvatte 156 pagina’s.
Het oprichtingsjaar van de Belgian Billiards & Snooker Association te Antwerpen.
Mike Shamos uit Pittsburgh (U.S.A.), beheerder van The Billiard Archives, verkreeg door een bod van 125.000 dollar de volledige verzameling biljart memorabilia van Dick Meyers uit San Pedro – Californie.
1984
Olaf Erikson schreef een biljartbiografie over Hans Vultink. De uitgave werd verzorgd door W.J. Thieme & Cie in Zutphen en heeft 158 pagina’s.
In België gaat in november een snookercompetitie van start met 108 teams.
Kirk Stevens realiseerde een snookerscore van 152 punten. Theoretisch is 159! de top.
Nationale en internationale bonden boden de arbiters gelegenheid, anders dan in zwart de arbitrage van partijen te verzorgen. Een jaar later volgden de tenues van topspelers.
1985 Oprichting van de Billiards Worldcup Association (B.W.A.), een organisatie voor profspelers, door Dr. Werner Bayer. Met het beschikbare prijzengeld doen ook het knock-outsysteem en het verspelen van aantallen caramboles in sets hun intrede.
Uitgeverij Elsevier Amsterdam nam in haar nieuwe serie basisboeken ook biljarten op.
Tussen 1985 en 1995 schreef C. Juffermans 4 biljart(instructie)boeken. Het eerste basisboek “Biljarten” werd herzien en uitgebreid uitgegeven in 1995 door uitgeverij Tirion te Baarn. De boeken bevatten 176 pagina’s, met o.a. tekeningen en schema’s.
In 2007 werd het boek “Beter Biljarten” uitgegeven door Hans Coolegem van Coolegem Media in Rotterdam. Tevens uitgever van magazine “Biljart Totaal”.
In Hongkong werden in een paar maanden meer dan 1000 snookertafels geplaatst.
Daar bevindt zich ook een snookerpalace met meer dan honderd speeltafels.
De K.N.B.B. telde in dit jaar twaalhonderd vrouwen in het ledenbestand.
De in die tijd enige internationale biljartarbiter in ons land, Bob Janse uit Rotterdam, neemt afscheid van het wereldpodium. Hij overleed te Rotterdam in 2003.
Joke Zinger uit Hoogeveen behaalde als eerste vrouw een nationale titel bij de senioren in de 5e klasse libre klein, te Etten-Leur, in het biljartcentrum van Jan Arnouts.
In Parijs werd een Europees toernooi verspeeld voor vrouwen, op grote matchtafels!!
1986
Op 22 januari bestond de K.N.B.B. 75 jaar. Bestuurlijk een crisisjaar voor de K.N.B.B.
Rudy Bauwens de Belg schreef het boek “Snooker”, met een omvang van 280 pagina’s.
De uitgave werd verzorgd door drukkerij N.V. De Vlijt uit Antwerpen.
In Pittsburgh werd op 6 december het grootste houten biljart ooit gebouwd getoond.
De tafel had de maten 10,5 bij 18 voet. Ongeveer 3,50 meter breed en 5,50 meter lang.
Zonder het gebruik van spijkers of schroeven kon de tafel toch in elkaar worden gezet.
De Europese Biljartbond (C.E.B.) startte een (mislukt) betaald circuit in het driebanden.
De firma’s J. Thurston en Van Laere gaan samen in een fusie.
Film: “The Color of Money”, met Paul Newman en Tom Cruise is een succes.
De trickshots in de film deed Tom Cruise zelf (op 1 na). Die maakte prof Mike Sigel.
Professioneel poolspeler Mike Sigel voerde de moeilijkste tricshots uit in de film.
De Belg Jean Verworst verduidelijkte het diamondsysteem in zijn verzorgde boek “Berekend Biljarten”. Het boek had 240 pagina’s en werd enige malen herdrukt.
De uitgave werd verzorgd door Verdonckt N.V. uit Essen.
In januari werd Snookerpalace Putte geopend, met 10 snookertafels in de zaak.
Delta Snookercentrum in Den Haag startte in augustus zelfs met 20 snookertafels.
Torbjorn Blomdahl wint zijn eerste wereldtitel in het driebanden.
1987
In de reeks basisboeken van uitgeverij Tirion uit Baarn verscheen een boek over het snookerspel onder de titel “Snooker”, geschreven door Jan Baeten en de Engelsman Michael Clarke. Het boek heeft een omvang van 112 pagina’s.
Onder auspiciën van de K.N.B.B. schreef Ine Wijnen een aardig cursusboekje om het biljarten onder vrouwen te promoten, met de titel “Biljarten voor Vrouwen”.
1990
Bij het overlijden van Norman Clare, directeur van de firma Thurston overlijdt.
Het bedrijfmuseum van Thurston wordt voortaan; Norman Clare Museum in Liverpool.
1991
De Fransman Jean Reverchon behaalde een recordscore van 404 punten in de spelsoort Billard Artistique, bij een haalbaar maximaal totaal van 500 punten.
De K.N.B.B. had 35000 leden. Op 22 januari werd het nieuwe bondsgebouw te Nieuwegein geopend en in gebruik genomen als nationaal biljartcentrum.
1992
In een uitgave van Hatier te Parijs, beschreef Richard Lablée, in zijn boek “Le Billard: histoire et règles du jeu”, ondersteund door fraaie afbeeldingen, de Franse biljartgeschiedenis. Uitgave te Parijs. Het boek heeft een totaal van 118 pagina’s.
Robert Albouker produceert “Autour du Billard” in de reeks Découvertes, zoals uitgegeven onder nummer 162 door Gallimard. Het bevat veel historische informatie.
Gerard Klinkert schreef in de reeks “Praktische Biljartkennis” in de periode tot het jaar 2002 vijf boeken voor beginners en gevorderden in verschillende biljartdisciplines. Michaël Shamos liet bij uitgeverij Minerva in Parijs het boek “Le billard et l’histoire Américain” verschijnen, in een omvang van 128 pagina’s.
Thurston & Co Ltd. hebben de showroom, de kantoorruimte en de winkel uiteindelijk verplaatst naar de wijk Edgware, High Street 110 in Londen, waar zij nog actief zijn.
Er zijn ook vestigingen in Birmingham en Liverpool, waar ook de fabriek is.
De drie keu-sport-wereldorganisaties gaan vanaf 25 januari samen in de W.C.B.S.
Samen gaan: U.M.B. – W.P.A. – W.S.F.
1993
De heer Heinrich Weingartner opende in februari een biljartmuseum in Wenen.
1994
Elmar Sport bracht een vertaling uit van de auteurs Bogdan Pejcic en Rolf Meyer onder de titel “Training en Techniek”. Deze pocket over poolbiljarten had 87 pagina’s.
1995 Pierre Adams uit Tilburg publiceerde het 2e deel van “Praktische Biljart Instructie”.
André Agema liet in dit jaar het boek “Biljarten voor de Jeugd” uitgeven.
Beide voornoemde uitgaven waren ringband-uitgaven op A-4 formaat.
In dit jaar overlijdt biljartprofessional mevrouw Masako Katsura, -First Lady of Billiards-. Deze bekende vrouwelijke Japanse biljartster maakte naam in het libre- en kaderspel. Zij werd als eerste vrouw ter wereld gevraagd om deel te nemen aan het wereldbekertoernooi in de discipline van het driebandenspel. Welker Cochran schaarde haar bij de beste vijf topspelers van de wereld, uitgezonderd het driebandenspel.
Op 14 juli overlijdt de Franse topbiljarter Roger Conti.
1996
The Billiard Encyclopaedia-An Illustrated History of the Sport, werd uitgegeven door Blue Book Publishers in Minneapolis (U.S.A.) en had een omvang van 554 pagina’s.
De deskundige samenstellers en schrijvers waren Victor Stein en Paul Rubino.
In dit zelfde jaar verscheen er ook een boek van de Amerikaan Walt Harris, met als titel; “A billiard atlas on systems & techniques”. Het boek bevatte 600 pagina’s.
In Nederland werd op 4 september de stichtingsakte gepasseerd van de S.B.A.N., waaronder verstaan wordt, Snooker & Billiards Association Nederland.
In dit jaar overlijdt Rotterdammer en biljartgrootheid Piet van der Pol.
1997
De K.N.B.B. had 38.000 geregistreerde leden en het bondsbureau in Nieuwegein.
Wil Monsieurs liet bij Gaade/Unieboek uit Houten een boek over pool uitgeven met de titel “Pool-Geschiedenis-Internationale Spelregels-Sport & Recreatie”.
De firma J. Thurston helpt bij de oprichting van The European Billiard Congres.
Peter van Bommel start zijn informatieve website over biljarten: “Biljarten, en nog vijf…”.
Inmiddels beter bekend als Bommeltje (.nl).
1998
Op 2 november vond er o.l.v. Bob Jewett en Michael Shamos een bijzondere biljartobservatie plaats, met een high-speed-camera. Bij de observatie, gehouden bij Clawson Cue Company (Predator keus), was ook de Nederlander Hans de Jager aanwezig. Met een stootrobot, genaamd Iron Willie, werd gezocht naar de ketszône op de stootbal.
De firma J. Thurston en de E.B.C. openen een informatieve biljartsite op het internet.
Op 5 februari wordt biljarten door het I.O.C. erkent als een Olympische Sport.
Voor de O.S. van 2004 werden (van de 5) 2 sporten Olympisch. Biljarten net niet.
1999
Het bedrijf Thurston viert het 200 jarig bestaan van de bedrijfsoorsprong.
2000
Dick Jaspers verovert in Saint-Etienne de wereldtitel. Andere Nederlanders als Robijns en Van Bracht gingen hem voor.
De fusie firma Simonis uit Verviers sticht een dochteronderneming in Gurnee, in de buurt van Chicago – Illinois – U.S.A. Het bedrijf wordt in januari 2010 verplaatst naar Libertyville – Illenois – U.S.A. Ze exporteren naar meer dan 50 landen.
2001
Terecht werd er een boek geschreven over het fenomeen Raymond Ceulemans. Wim Kleine schreef het boek, met als titel, “Raymond Ceulemans-Biljartfenomeen”.
2002
In de hoogste klasse van het driebanden in België nam een team deel, bestaande uit Raymond Ceulemans, zijn zonen Kurt en Koen, en kleinzoon Peter. De andere kleinzoon Bart stond als reserve bij het team opgesteld. Een wens van Mister 100.
Op 25 april werd Dick Jaspers benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
2004
Henk Habraken vestigde in het driebandenspel een nieuw nationaal record met een serie van 23 caramboles, in zijn Grand-Prix-partij tegen Ton Beemsterboer te Oldenzaal.
Het record was met 19 caramboles in handen van topspeler Dick Jaspers.
Op zondag 10 oktober veroverde Dick Jaspers in Rotterdam de wereldtitel driebanden voor de tweede maal. In 2000 behaalde hij de wereldtitel voor de eerste maal.
2005
Op woensdag 13 juli overleed Tony Schrauwen, die meer dan dertig jaren bondstrainer is geweest, in dienst van de K.N.B.B. Dick Jaspers behoorde tot zijn leerlingen.
In Flushing New York wordt voor het eerst het Sang Lee International Open toernooi voor driebanden verspeeld.
De biljartsport leeft op, door publicaties in Billiard Digest en Pool &Billiard Magazine.
De lakenproducent Simonis viert haar 325 jarig bestaan.
Biljartcoryfee en promotor Norman Clare, heeft voortaan een eigen biljartsite.
2008
Dick Jaspers maakt in drie sets, een aansluitende reeks van 34 driebanden caramboles.
2011
De K.N.B.B. bestaat 100 jaar.
Dick Jaspers verovert in Lima, Peru zijn 3e wereldkampioenschap door 3-2 winst op Marco Zanetti.
2017
De uitgave van het biljartmagazine Biljart Totaal eindigt in de zomer van dit jaar.
Uitgever Hans Coolegem kan zijn werk door lichamelijk ongemak niet voortzetten.
Bommeltje.nl – de biljartwebsite van Peter van Bommel – viert zijn 20 jarig online jubileum!
In Rotterdam, aan de Aelbrechtskolk ontvangt Cas Juffermans, uit handen van de familie van klassiek antiquair Adriaan Groenwoud een replica van een Engelse schuifstok uit 1650. Het bijhorende authentieke antieke biljart is ook uit die periode.
2018
Dick Jaspers wordt in Cairo, Egypte voor de 4e keer wereldkampioen driebanden.
2020
De biljartsport krijgt in de jaren 2020 t/m 2022 met speelverboden te maken als gevolg van een wereldwijde (Covid-19) pandemie. Ook in Nederland kunnen competities niet gespeeld worden en ook veel toernooien gaan niet door.
2021
Dick Jaspers wordt in Sharm-el-Sheikh, Egypte voor de 5e keer wereldkampioen driebanden.
Biljartgeschiedenis in jaartallen