De schijngestalten van de maan:
De planeten, onze Maan en de manen van de andere planeten, vertonen schijngestalten, d.w.z. zij laten zich gedurende hun omloop in verschillende gedaanten zien. De schijngestalten van de maan. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat het lichaam vanuit een andere richting door de zon bestraald wordt dan waar vanuit het wordt waargenomen. Men ziet dan de terminator (d.i. de scheiding van licht en donker) zich verplaatsen over het oppervlakte van de maan of planeet, waardoor zij te zien is als een sikkelvormig of rond lichaam. Bij de binnenplaneten en onze maan is dit het meest opvallend. Zie onderstaande animatie van een maan(d) maanfases, waarbij ook goed het “schommelen” van de maan te zien is:
Maan(d)kalender:
Het mannetje in de maan:
Het mannetje in de maan of het mannetje op de maan is een volksverhaal dat een grote verspreiding kent. Als men naar de maan kijkt, blijken er lichte en donkere plaatsen te zijn. In de oudheid hield men deze donkere plaatsen voor zeeën. Thans weet men dat het hier om vlaktes gaat, waar het zonlicht anders wordt teruggekaatst. De donkere plaatsen riepen beelden op. Sommigen zagen hierin het beeld (gezicht) van een mannetje, anderen de afbeelding van een mannetje met een bos hout op de rug. Zodoende kwam het begrip mannetje in de maan (of mannetje op de maan) in omloop. Het motief van het mannetje in de maan wordt gebruikt in verhalen en gedichten. Ook in veel mythologieën wereldwijd wordt aan de maan een personage toegekend. De donkere plaatsen op de maan zijn in werkelijkheid grote lavavlakten. Gesmolten gesteente uit het binnenste van de maan welde hier een paar miljard jaar geleden omhoog. Volgens planeetdeskundigen van de Ohio State University gebeurde dat nadat de maan aan de achterzijde werd getroffen door een ander hemellichaam. Die inslag was zo krachtig dat zelfs de ijzerrijke kern van de maan erdoor werd misvormd. Dat blijkt uit heel nauwkeurige metingen aan het zwaartekrachtsveld van de maan, uitgevoerd door de Amerikaanse ruimtesondes Clementine en Lunar Prospector. Ook de mantel en de korst van de maan zijn door de reuzeninslag licht vervormd geraakt: aan de voorkant vertoont de maan een uitstulping; aan de achterzijde juist een indeuking.
.
Dag en nachtzones
Onderstaande aardbol toont de aarde zoals hij gezien kan worden vanaf 10.000 km. hoogte recht boven ons land, met Grave als stralend middelpunt. Het kaartje eronder toont naast de dag- en nachtzones ook de positie van de zon en de maan en tevens zijn de grens van de civiele-, nautische- en astronomische schemering.
.
Zonnestand calculator
Wilt u voor een bepaalde locatie precies weten waar de zon opkomt en weer ondergaat of waar de zon zich nu bevind? Open dan de Zonnestand Calculator. Deze is wel Engelstalig, maar goed te begrijpen. Zoom in op de gewenste locatie en klik met de muis op de plek, stad of straat van uw keuze en u ziet precies hoe de zonnestand is.
.
Actuele beelden van de zon
Onderstaande korte video (AIA 304 door de SDO satelliet) toont de afgelopen ±60 uren van onze zon. Duidelijk is de kolkende massa op het oppervlak te zien en aan de randen zien we diverse protuberansen, die gemakkelijk 50 tot 100.000 km. hoogte kunnen bereiken. Het zijn uitbarstingen, waarbij soms enorm veel materie de ruimte in wordt geslingerd en waarvan we op aarde zowel de lasten (uitval van apparatuur) als de lusten (poollicht) kunnen ervaren.
.
Wolkenradar
Omdat het voor amateur astronomen belangrijk kan zijn om te zien hoe de hemel er qua bewolking uit ziet onderstaand een handige wolkenradar.
.
Over de jaargetijden, de kortste en langste dag en de dag- en nachtevening:
Wanneer begint de lente?
Volgens sterrenkundigen begint de lente op 20 of 21 maart. Maar volgens weerkundigen is het voorjaar dan al twee weken oud. Hoe zit dat? Op de dag dat de lente begint, staat om ± 20.16 uur Nederlandse tijd de zon exact boven de evenaar en zijn overal op aarde dag en nacht even lang. Het is het tijdstip van de ‘equinox’ of dag-en-nachtevening. In maart vormt dit het begin van de lente, in september het begin van de herfst. Wat een verschil met mid-winter, toen de zon pas om 08.44 uur opkwam en al om 16.28 uur onderging! De dag duurde toen slechts 7 uren en 44 minuten en de nacht was maar liefst 16 uren en 16 minuten lang. Met de verlichting aan gingen we naar school en werk en met de verlichting aan keerden we naar huis. Maar vanaf nu zijn we eindelijk op weg naar de zomer, met op 21 juni een nachtlengte van slechts 7 uren en 16 minuten en een daglengte van liefst 16 uren en 44 minuten. De lente, op 20 maart, vormt daarvoor de aankondiging! Het klinkt misschien vreemd, maar volgens weerkundigen begon de lente al twee weken eerder, op 7 maart. Deze vreemde datum putten zij uit een studie van gemiddelde luchttemperatuur op het noordelijk halfrond, waaruit blijkt dat de warmste dag van het jaar valt op 22 juli. Die warmste dag van het jaar is dus eigenlijk hoogzomer, en het begin van de zomer en het begin van de herfst zouden symmetrisch rond die datum moeten liggen op respectievelijk 7 juni en 6 september. Op dezelfde manier beginnen de meteorologische winter en lente op respectievelijk 6 december en 7 maart. Alleen op het zuidelijk halfrond lopen de weerkundige seizoenen meer met de kalender in de pas. Door de overweldigende hoeveelheid oceaanwater daar, die veel trager reageert op veranderingen in de hoeveelheid binnenvallende zonne-energie dan een landoppervlak, loopt de temperatuur er anderhalve maand achter op de zonnestraling. De weerkundige begindata van de seizoenen op het zuidelijk halfrond zijn daardoor 21 maart, 20 juni, 19 september en 19 december.
Kalender:
De definitie van de jaargetijden zoals die op de kalenders zijn vermeld, is ontleend aan de sterrenkunde. Het astronomisch winterseizoen begint op de kortste dag, als de zon recht boven de Steenbokskeerkring op het zuidelijk halfrond staat. De winter loopt door tot de zon zich boven de evenaar bevindt en het voorjaar eindigt op de langste dag, wanneer de zon boven de Kreefstkeerkring staat. Op zijn beurt loopt de zomer door tot aan de herfstequinox en het najaar valt dan in het resterende deel van het jaar. Velen geloven dat de begindata van de astronomische seizoenen zijn: 21 december, 21 maart, 21 juni en 21 september. Maar in werkelijkheid ’tolt’ de stand van de aardas in de ruimte rond en daardoor verschuiven de seizoenen. Verantwoordelijk voor deze tolbeweging is de maan, die de aardas eens in de 25.725 jaar onder een hoek van 23,5 graden met het baanvlak van onze planeet laat ronddraaien. Als we die tolbeweging normaal op zijn beloop zouden laten, zouden de seizoenen steeds vroeger beginnen, met over 13.000 jaar het begin van de zomer in december en het begin van de winter in juni. Om een toekomstige elfstedentocht in juli te vermijden, zijn daarom schrikkeljaren ingevoerd, zodat de kalender zoveel mogelijk in de pas blijft. Door de schoksgewijze invoering van een extra dag om de vier jaar en een ‘schrikkeleeuw’ om de 400 jaar (zoals in 1600, 2000, 2400, etc.), valt het begin van seizoenen op een beperkt aantal data: winter op 20, 21, 22 of 23 december; lente op 19, 20 of 21 maart; zomer op 20, 21 of 22 juni; herfst op 21, 22, 23 of 24 september. Nu we het toch over de beweging van de aarde door de ruimte hebben: wie wist dat de zomer op het noordelijk halfrond ongeveer 8 dagen langer duurt dan de winter? In januari staat de aarde namelijk dichter bij de zon (147,1 miljoen km) dan in juli (152,1 miljoen km). Het verschil in afstand is goed voor een verschil in omloopsnelheid. In januari beweegt de aarde met 30,3 km/s in haar baan, terwijl dat in juli slechts 29,3 km/s is. Van herfst tot lente verlopen daardoor 178,83 dagen, maar van lente tot herfst 186,41 dagen. Ook de hoeveelheid zonnestraling varieert als gevolg van dit verschil in afstand. ’s Winters is de zonnestraling 7 procent sterker dan in de zomer. Op het noordelijk halfrond heeft dat een matigende invloed op de koude. ’s Zomers is het bij ons relatief minder warm, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door het 8 dagen langere zomerseizoen.
.
De sterrenhemel
Onderstaand vindt u een sterrenkaart in PDF-formaat, die overal op de wereld gebruikt kan worden. De laatste 2 pagina’s geven (engelstalige) uitleg ove rhet gebruik van deze kaart. Download een sterrenkaart in PDF-formaat.
De sterrenhemel in het noorden:
De sterrenhemel in het oosten:
De sterrenhemel in het zuiden:
De sterrenhemel in het westen:
De sterrenhemel recht boven u:
Of bekijk een interactieve sterrenkaart
.
Verwachting voor sterrenkijken:
Groen (status) en donkerblauw (wolken) is ideaal.
.
.
Meteorenzwermen
Het hele jaar door zijn er zogenaamde meteorenzwermen of -regens waar te nemen. Tientallen meteoren lijken als vallende sterren uit een vast punt te komen en kunnen over het hele firmament worden waargenomen. Het aantal meteoren kan verschillen van enkel tot tien- of heel soms wel honderdtallen per uur. Onderstaand een kort overzicht van de bekendste meteorenzwermen die we kennen.
Quadrantiden/Boötiden
Oorsprong: komeet 2003 EH1
Radiant: sterrenbeeld Ossenhoeder (Boötes)
Actief: tussen 1 en 5 januari.
Maximum: 03-01
Aantal meteoren gedurende maximum: 120 meteoren per uur
Snelheid meteoren: 41 kilomter per seconde.
Deze meteorenzwerm heeft een hele scherp maximum van meestal slechts enkele uren. Dit wordt dan nog vaak verstoord door het slechte winterweer. De alternatieve naam van de Quadrantiden is de Boötiden. Het sterrenbeeld Quadrans Muralis waarnaar de zwerm is genoemd bestaat niet meer. De radiant van deze zwerm ligt nu in het sterrenbeeld Boötes.
Lyriden
Oorsprong: komeet C/1861 G1 Tatcher
Radiant: sterrenbeeld Lier (Lyra)
Actief: 16 – 24 april
Maximum: 21-22 april
Aantal meteoren gedurende maximum: 10-20 meteoren per uur
Snelheid meteoren: 49 kilometer per seconde.
De Lyriden veroorzaken vaak meteoorsporen die gedurende verschillende seconden nalichten.
Eta Aquariden
Oorsprong: komeet 1P Halley
Radiant: sterrenbeeld Waterman (Aquarius)
Actief: tussen 4 en 7 mei
Maximum: 5-6 mei
Aantal meteoren gedurende maximum: 10 meteoren per uur
Snelheid meteoren: 66 kilometer per seconde.
Delta Aquariden
Oorsprong: onbekend. Men vermoedt komeet 96P Machholz
Radiant: sterrenbeeld Aquarius, in de buurt van de ster delta Aquarii
Actief: 18 juli – 18 augustus
Maximum: 28-29 juli
Aantal meteoren gedurende maximum: ± 20 meteoren per uur
Snelheid meteoren: 41 kilometer per seconde.
Perseiden
Oorsprong: komeet 109P Swift-Tuttle
Radiant: sterrenbeeld Perseus
Actief: 23 juli – 22 augustus
Maximum: 13 en 14 augustus
Aantal meteoren gedurende maximum: ± 100 meteoren per uur
Snelheid meteoren: 59 kilometer per seconde.
Orioniden
Oorsprong: komeet 1P Halley
Radiant: sterrenbeeld Orion, net ten noorden van de heldere ster Betelgeuze
Actief: 17 oktober – 25 oktober
Maximum: 21 oktober
Aantal meteoren gedurende maximum: 25 meteoren per uur
Snelheid meteoren: 66 kilometer per seconde
De Orioniden produceren hele snelle meteoren die erg helder zijn en vaak een oranje tot groene kleur kunnen hebben. Van tijd tot tijd produceert de zwerm zogenaamde vuurbollen.
Leoniden
Oorsprong: komeet 55P Tempel-Tuttle
Radiant: Leeuw (Leo)
Actief: 13-20 november
Maximum: 17 en 18 november
Aantal meteoren gedurende maximum: ± 15 meteoren per uur
Snelheid Meteoren: 71 kilometer per seconde
Met periodes van ongeveer 33 jaar prduceren de Leoniden een meteorenstorm i.p.v. een meteorenzwerm. Gedurende een meteorenstorm kunnen er duizenden meteoren per uur worden waargenomen. De precieze oorzaak van deze storm is onbekend. De laatst geregistreerde meteorenstorm was in 2002.
Geminiden
Oorsprong: planetoïde 3200 Phaethon
Radiant: sterrenbeeld Tweelingen (Gemini)
Actief: 6 – 19 december
Maximum: 13-14 december
Aantal meteoren gedurende maximum: ± 120 meteoren per uur
Snelheid Meteoren: 35 kilometer per seconde.
Tip: probeer de nacht voor en de nacht na het maximum ook waar te nemen.
Het maximum kan veranderlijk zijn.
Dit is niet zomaar een timelapse, dit is een lange-termijn-timelapse. Thomas O’Brien, de maker, schoot de beelden voor dit filmpje in zeven jaar tijd. Je ziet verschillende meteorenzwermen voorbij komen: de Perseïden, Geminiden en Leoniden.
.
Het verschil tussen kometen, asteroïden,
meteoroïden, meteoren en meteorieten
Kometen:
Asteroïden:
Meteoroïden:
Meteoren:
Meteorieten:
Diverse meteoren van de Perseïdenzwerm met rechts de Pleiaden en Jupiter en Mars in conjunctie (eigen foto 12 augustus 2024 – klik voor vergrotng)
.