Halo’s:
Een optisch verschijnsel zoals een 22º halo (gekleurde kring) rondom de zon of maan, ontstaat ten gevolge van breking van zon- of maanlicht in ijskristallen. Kringen om de zon zijn echter allerminst zeldzaam, gemiddeld iedere twee of drie dagen is er ergens in ons land wel zo’n kring te zien en elders in de wereld is dat niet anders. Met de regenboog heeft het verschijnsel niets te maken. Een regenboog ontstaat door weerkaatsing van zonlicht in regendruppels, een halo door weerkaatsing in ijs. Naast de kring kunnen allerlei vormen zichtbaar zijn zoals bogen in verschillende richtingen die raken aan de kring, lichtzuilen boven de zon en lichtvlekken aan weerszijden van de zon. Deze meestal prachtig gekleurde vlekken zijn geregeld te zien en worden bijzonnen genoemd. Halo’s hebben een voorspellende betekenis: een kring om zon of maan is vaak een voorbode van een weersverslechtering. Niet voor niets kennen we de oude weerspreuk “Kring om de zon, brengt regen in de ton”.
Kijk ook eens in de fotogalerij voor
enkele mooie halo- en bijzonfoto’s.
.
Het waarnemen van halo’s
Om vaak halo’s te zien moet men uiteraard vaak naar de lucht kijken. Kijk echter nooit in de zon; het is onaangenaam, slecht voor de ogen en men wordt verblind. Het beste kan men de hand voor de zon houden of op een zodanige plaats gaan staan dat de zon achter een boom, een schoorsteen of de punt van een dak verdwijnt. Het zoeken naar haloverschijnselen heeft alleen zin als er geschikte bewolking aanwezig is: cirrostratus (melklucht), cirrus (windveren), aambeelden van cumulonimbuswolken (buien- en onweerswolken) en cirrocumulus (kleinste schaapjeswolken).
Deze wolken bevinden zich alle op grote hoogte (gewoonlijk meer dan 5 km.) en bestaan uit ijskristallen, die voor de vorming van halo’s noodzakelijk zijn. Het kunnen herkennen van deze bewolking maakt gericht waarnemen mogelijk. Gebruik zo nodig de wolkenatlas van het KNMI om ermee vertrouwd te raken.Verder is het van belang om te weten waar de haloverschijnselen zich aan de hemel kunnen voordoen. Men kan het beste beginnen met te zoeken naar de kleine kring; hij is gemakkelijk te herkennen en is in 9 van de 10 gevallen dat er halo’s te zien zijn aanwezig. Kijk verder of er soms bijzonnen aan de kleine kring zijn: ze komen vaak voor en zijn door hun grote lichtsterkte en kleurenrijkdom gemakkelijk te vinden.
In Kittilä, Finland, was fotograaf Sauli Koski op 30 oktober 2010 getuige van een korte maar onvergetelijke display van optische verschijnselen, toen de zon kort na zonsopgang door een wolk van ijskristallen scheen. Gelukkig had hij zijn camera bij zich en kunnen wij, uit tweede hand, eveneens getuige zijn van 13 of meer verschillende halobogen. Indrukwekkend.
.
Lees voor een meer gedetaillerde omschrijving van halo’s en
alle verschijningsvormen het artikel van Kees Floor:
Halo’s – lichtverschijnselen aan de hemel
.
Alle kleuren van de regenboog:
Een regenboog ontstaat wanneer een (laagstaande) zon tegen een waternevel aanschijnt. Het verschijnsel doet zich voor als een spectrum van de basiskleuren die in elkaar overlopen en ziet eruit als een grote boog aan de hemel met zijn middelpunt recht tegenover de zon en een straal van ongeveer 42 graden. De kleuren zijn van buiten naar binnen: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Is de waterdamp of druppels intensief en het licht sterk dan ontstaat soms een tweede boog op 50 graden met de kleuren in tegengestelde volgorde. Ook maanlicht kan een regenboog veroorzaken.
Omdat de druppels rond zijn is ook de regenboog rond. De boog kan ook in een fontein of in het water uit een tuinslang zichtbaar zijn. De regenboog is altijd tegenover de zon te zien, de zon in de rug dus. In feite staat de waarnemer met de zon en het middelpunt van de regenboog op één lijn.
Afhankelijk van de omstandigheden, kan de intensiteit van de kleuren van de regenboog onderling nogal verschillen, evenals de breedte van de kleurbanden. De kleurintensiteit en de breedte van de boog zijn afhankelijk van de grootte van de regendruppels. Hoe groter de druppels, des te smaller de regenboog, maar ook des te sterker de kleuren in het algemeen zijn.
De grootste regenbogen zijn ’s ochtends vroeg of aan het einde van de middag te zien, wanneer de zon laag staat. Hoe lager de zon aan de hemel, hoe meer van de regenboog te zien is. Bij laagstaande zon is de regenboog een een halve cirkel. Vanuit een vliegtuig kunnen we zelfs een volledige cirkel zien. Overdag, wanneer de zon hoger aan de hemel staat, zien we hooguit een deel van de boog. Hoe hoger de zon des te lager staat de regenboog en des te kleiner de cirkelboog die boven de horizon uitsteekt. Vaak zien we slechts stukken van de boog, omdat zich niet overal waar de regenboog zich zou kunnen voordoen, druppels bevinden.
Af en toe herhalen de kleuren van de regenboog zich aan de binnenkant; de boog lijkt dan in meerdere smalle bogen opgesplitst. Soms zien we door dubbele terugkaatsing van zonlicht in druppels buiten de gewone regenboog nog een tweede zwakkere bijregenboog. De kleuren staan in omgekeerde volgorde van de hoofdboog. De bijboog staat een eindje buiten de gewone boog. Tussen de beide bogen is de hemel donker, de “band van Alexander” genoemd naar de Griekse filosoof Alexander van Aphrodisias (rond 200 n. Chr) die dit verschijnsel als eerste beschreef.
Bij een glad wateroppervlak kan soms een extra boog ontstaan, de spiegelboog. Die ontstaat omdat het spiegelbeeld van de zon voor een extra regenboog aan de hemel zorgt. Ook bij volle maan zien we soms een regenboog verschijnen. Deze boog lijkt kleurloos, maar dat komt omdat ons oog bij nacht vrijwel kleurenblind is. Op een kleurendia van de maanboog zijn de kleuren wel degelijk te zien.
Volgens een legende staat er aan het einde van de regenboog een pot met goud. Aangezien een regenboog geen einde heeft, heeft niemand deze ooit gevonden. Alhoewel, Alfred Jodokus Kwak en ook Suske en Wiske vinden in het album De Regenboogprinses, de schat aan het einde van de regenboog 🙂
.
Corona rondom zon en/of maan
Halo’s en regenbogen zijn zogenaamde optische verschijnselen. Naast deze twee zijn er natuurlijk meer verschijnselen waar te nemen, zoals een corona rondom de zon of maan, niet te verwarren met de hierboven beschreven halo’s, welke veel groter zijn (22º en 46º, terwijl een corona om en nabij de 10º is). Een corona om de maan verschijnt als zich dunne bewolking, gevuld met kleine waterdruppeltjes, daaromheen bevindt. We zien dan een heldere schijf en soms ook nog zwakgekleurde ringen. Een corona rond de Maan is veel vaker te zien dan een corona rond de Zon. Hoe kleiner de waterdruppeltjes in de wolken, hoe groter de corona wordt.
.
Irisatie in bewolking
Als er een dunne laag bewolking is en de druppels daarin gelijke grootte hebben, kan lichtbreking ze laten schitteren met kleuren als in een corona. In feite zijn de kleuren ook delen van corona. Het effect wordt irisatie genoemd. De term stamt af van Iris, de Griekse personificatie van de regenboog.
De doorgaans delicate (pastel)kleuren kunnen in willekeurige vlekken of banden aan de rand van wolken voorkomen. Ze komen alleen dan als geordende ringen van de corona voor als de druppels in alle delen van de wolk van gelijke grootte zijn. De banden en kleuren veranderen of komen en gaan naar gelang de wolk zich ontwikkelt en beweegt. Ze komen het meest voor in altocumulus, cirrocumulus en speciaal in lenticulaire wolken. Irisatie is meestal te zien als een wolk zich vormt, omdat dan de druppels even groot zijn.
Soms kan irisatie heel ver van de zon af worden waargenomen, maar het meest toch in de buurt van de zon te zien. Net als voor het waarnemen van corona geldt hier dat u de zon achter een gebouw moet verbergen of beter nog; bekijk de reflectie van de lucht in water. Dit uiteraard om uw ogen te beschermen.
Zeer zeldzame irisatie is te zien bij de zogenaamde parelmoerwolk. Ze kunnen erg helder worden en bevinden zich veel hoger dan de normale troposfere bewolking. Irisatie kan ook worden waargenomen in de uitlaatgassen van raketten.
.
Lichtende nachtwolken
Lichtende nachtwolken (in het Engels noctilucent clouds genoemd – NLC) ontstaan uit talrijke uiterst kleine deeltjes in de bovenste lagen van de atmosfeer, bijvoorbeeld stof afkomstig van meteorieten. Bovendien moet er waterdamp zijn en moet de temperatuur zeer laag zijn, tussen -90 en -145 graden Celsius. Op de deeltjes zet zich dan een laagje ijs af, net als rijp op het aardoppervlak. Door het ijs dat de deeltjes omhult wordt zonlicht gespiegeld. Lichtende nachtwolken komen voor op ongeveer 80 kilometer hoogte, veel hoger dan gewone wolken, die hooguit zo’n 20 kilometer hoogte bereiken. Na zonsondergang weerkaatsen die hoge wolken nog een tijd zonlicht. Ze zijn ook in ons land soms zichtbaar in mei, juni of juli enige tijd na zonsondergang of voor zonsopkomst.
Bekijk ook eens onderstaande video van de geweldige lichtende nachtwolken die in heel Nederland en België te zien waren op de avond van 21 juni 2019 (met dank aan GeoWings voor deze geweldige opname).
.
Als er genoeg fijnstof in de troposfeer aanwezig is om lichtende nachtwolken mogelijk te maken, dan zijn op onderstaande afbeelding grote lichte vlekken te zien. Het bovenste gedeelte toont de laatste 3 uur en het onderste gedeelte toont de afgelopen 24 uur.