GGrave wordt van alle kanten omgeven door water. Rivieren de Maas en de Raam, de oude Binnengracht, wat verderop ten noordwesten van Grave de Loonse Waard en ten oosten van Grave het uitgebreide recreatiegebied de Kraaijenbergse Plassen. Afhankelijk van de windrichting kan al dat nabije water invloed op de meetwaarden van weerstation Grave uitoefenen, sterker nog; kan het onder de juiste omstandigheden zelfs het weerbeeld bepalen. Daarnaast is rivier de Maas een zogenaamde regenrivier, waarvan de waterstand regelmatig verandert.
Als je vroeger zei dat je uit Grave kwam, dan was steevast het antwoord “…beneden of boven de sluis?”. Destijds werden de waterstanden namelijk nog omgeroepen via de radio,en vooral dat “beneden de sluis” bleef bij iedereen hangen;
.
Onderstaand kunt u diezelfde waterstanden raadplegen (maar dan uiteraard die van vandaag) en kunt u zien welke binnenvaartschepen zich nu rondom sluis Grave op de Maas bevinden. Tevens is een korte geschiedenis van de sluis opgenomen.
.
Grave boven de sluis:
.
.
Grave beneden de sluis:
.
.
Wat vaart er in onze omgeving?
Op onderstaande kaart wordt de scheepvaart in onze omgeving weergegeven. Klik op een icoontje om de informatie van het betreffende schip op te vragen. Door uit te zoomen of de kaart wat te verschuiven kunt u ook de scheepvaart op andere gedeelten van de Maas of andere rivieren raadplegen, zoals bijv. de Kraaijenbergse Plassen (ten oosten van Grave), of het scheepsverkeer in de Waal bij Nijmegen (ten noordoosten van Grave). Uiteraard wordt er overdag meer gevaren dan ’s nachts. Dan zullen de getoonde schepen veelal voor anker liggen.
.
Sluis en stuw bij Grave
Wie vroeger ’s middags om 1 uur de radio aandeed om naar het nieuws te luisteren, kreeg meestal nog een staartje mee van de rubriek ‘de Waterstanden’, waarin ten behoeve van de scheepvaart een opsomming werd gegeven van het waterpeil op verschillende plaatsen in onze grote rivieren. Eén van de intrigerende meetpunten was daarbij ‘Grave beneden de sluis’.
Uniek in Nederland, zo mag je het hele complex van stuwen, sluizen en brug bij Grave gerust noemen. De combinatie op zich komt wel vaker voor, maar alleen bij Grave vormen stuw en brug één geheel. En de sluis bij Grave is weer een gevolg van de bijbehorende stuw.
.
.
De aanleg van de stuw maakte namelijk de aanleg van een sluis noodzakelijk. Beide zijn in 1929 in gebruik genomen. De bijbehorende verkeersbrug verbindt de Maasoevers in de weg van Nijmegen naar ’s Hertogenbosch. De aanleg van deze stuw paste in een groter plan om de Maas beter beheersbaar en bevaarbaar te houden door haar in de jaren ’20 te kanaliseren en te normaliseren.
.
Maar omdat de Maas een regenrivier is, die voor zijn waterstand sterk afhankelijk is van de neerslag, werden er zes stuwen in de rivier gebouwd om in droge tijden de minimale vaardiepte van drie meter te handhaven. Die stuwen liggen bij Borgharen, Linne, Roermond, Belfeld (allemaal in Limburg), Sambeek en Grave. Later (tussen 1932 en 1936) werd de rivier beneden Grave aangepakt en de stuw bij Lith gebouwd.
.
.
De waterafvoer in de Maas kan zeer snel wisselen. In de zomermaanden is die meestal gering, soms wel minder dan 5 kubieke meter water per seconde. In de winter is het beeld totaal anders. Binnen enkele dagen kan de waterstand in de rivier meters stijgen. De afvoer kan dan oplopen tot boven de 3.000 kubieke meter per seconde (1926, 1993 en 1995).
..
De stuw heeft twee doorstroom-/doorvaartopeningen. Deze doorstroomopeningen worden door twintig jukken met daarin 60 schotten of schuiven afgesloten. De jukken zijn draaibaar onderaan de brug opgehangen, een omgekeerd Poirée-systeem. (Bij een Poirée-stuw zijn de jukken neerklapbaar op de stuwbodem).
.
.
In ieder juk zijn drie schuiven boven elkaar geplaatst, die al naar gelang de afvoer van de rivier, verwijderd of geplaatst kunnen worden. Hierdoor wordt de doorstroomopening groter of kleiner. Iedere schuif is goed voor ongeveer 20 kubieke meter water meer of minder afvoer.
.
.
Bij zeer geringe afvoer worden alle 60 schuiven geplaatst en bij een afvoer vanaf ongeveer 1.000 kubieke meter water per seconde worden alle schuiven verwijderd. Dan worden de jukken met speciaal daarvoor ontworpen kraanwagens tegen de onderkant van de brug vastgezet. Het water kan nu vrij afstromen en de scheepvaart kan van de stuwopeningen gebruik maken.
.
.
.
Maar als de stuw wél werkt, moet de scheepvaart door de sluis. In 1974 is een tweede sluis gebouwd. De oude sluis diende vanaf toen alleen nog als reservesluis en vanaf 1987 zelfs dat niet meer, in verband met de veiligheid. De nieuwe sluis is 142 meter lang en 16 meter breed. Ook de toeleidingskanalen naar de sluis zijn aangepast en verbreed.
.
.
.
In 1993 is de elektrische installatie van sluis en stuw aangepast en is het bedieningsgebouw op het bovenhoofd ingericht als centrale bediening. Sinds januari 1995 werkt dat allemaal. In 2006 is aan de Brabantse zijde van de Maas een nieuwe vispassage aangelegd.
.
.
Bron: bhic.nl (met dank aan Rien Biemans,
oud-hoofd objectenbediening Rijkswaterstaat)
.
.
Ongeval op de Maas met de stuw bij Grave
Donderdag 29 december 2016 rond half acht ’s avonds ramde het afvarende Duitse dubbelwandig motortankschip voor de binnenvaart Maria Valentine, geladen met zo’n 2000 ton benzeen, in zeer dichte mist de stuw van ’t stuw- en sluizencomplex onder de Graafse brug bij Grave. Het brak door de jukken en dook door het ontstane gat zo’n drie meter omlaag. Daarbij werden de mast, het leidingwerk aan dek en een deel van de railing weggevaagd. Het stuurhuis werd daarbij naar achteren geschoven. Desondanks slaagde de bemanning er in het schip zo’n 500 meter beneden de stuw (stroomafwaarts) voor anker te laten gaan. De lading vloeibaar benzeen is niet uit de tanks gestroomd, ondanks de afgebroken leidingen aan dek, de duik door de stuw en dankzij het feit dat het schip noch gebroken, noch geplooid is tijdens de duik door de stuw.
.
Vispassage Grave:
De vispassage in Grave werd op 23 juni 2006 officieel geopend. De passage moet ervoor zorgen dat de vissen vanaf open zee op eigen kracht de stuw van Grave passeren op weg naar paaigebieden in de Ardennen. Na het gereedkomen van de vispassage is direct een onderzoek gedaan naar vismigratie door de vispassage met behulp van een vangstconstructie (hokfuik en bun) waaruit bleek dat in korte tijd honderden vissen er gebruik van maakten. In totaal werden er 14 vissoorten waargenomen. Blankvoorn domineerde de vangsten qua aantallen, gevolgd door alver, paling, zeeprik, riviergrondel, brasem, baars, kolblei en snoekbaars. De lengte van de gevangen vis liep uiteen van 7 tot 90 cm. Gezien het aantal soorten dat is gevangen en de diverse lengteklassen die zijn aangetroffen, mag worden verondersteld dat de passage functioneert voor nagenoeg alle aanwezige vissoorten.
Wat is een vispassage eigenlijk?
De vispassage in Grave is een kleine nevengeul naast het stuwcomplex. Stuw en sluis zijn lastig te nemen obstakels voor vissen. De vissen nemen voortaan een kleine omweg van zo’n 500 meter. Om van de ene kant van de sluis naar de andere kant te komen, moeten ze een hoogte van 2,60 meter overbruggen. Dat moet lukken via een aantal kleine drempels. De vissen kunnen zowel op weg naar zee als op weg naar de Ardennen (om te paaien) van de passage gebruikmaken. Op weg naar België zwemmen ze dan tegen de stroom in.
Waarom ondernemen de vissen die trektocht eigenlijk?
Zalm en zeeforel vallen onder de zogenoemde anadrome vissen. Die leven in zee of in brak water (zoet rivierwater met zeewater vermengd). Zalmen en forellen worden in zoet water geboren. Ze trekken na twee tot vijf jaar naar zee, naar de voedselrijke gebieden. Na verloop van tijd keren ze terug naar hun geboorterivier om te paaien. Dat is ook hun levensopdracht: 95 procent van de zalmen overleeft de paaitijd niet. De resterende 5 procent keert terug naar zee om het jaar erop nog eens te paaien.
Werkt een vispassage in de praktijk ook?
Ja, daar is onderzoek naar gedaan. Onder meer in Sambeek. In de Maas werden proefdieren uitgezet die met een zender werden uitgerust. De meeste vissen die bij Cuijk in het water werden gezet, waren binnen een etmaal via de vistrap de Sambeekse stuw gepasseerd. Er waren er echter ook bij die naar Grave zwommen. Volgens de onderzoekers onder invloed van de narcose die was gebruikt om de zender te implanteren. Gravenaren weten waarom; het is er goed toeven… ook voor vissen 🙂